31 345
Wijziging van de Monumentenwet 1988 in verband met onder meer beperking van de ministeriële adviesplicht bij aanvragen om een monumentenvergunning

M
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2009

In mijn brief van 12 december 2008 heb uw Kamer toegezegd dat ik in het kader van onafhankelijkheid en kwaliteit van gemeentelijke monumentencommissies het initiatief zou nemen om in samenspraak met de VNG een standaard voor monumentencommissies te ontwikkelen. Dit was naar aanleiding van de plenaire behandeling, op 9 december 2008, van het wetsvoorstel tot wijziging Monumentenwet inzake onder meer beperking ministeriele adviesplicht bij aanvragen van monumentenvergunningen (31 345).

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft de ontwikkeling van de standaard vervolgens uitgevoerd, in overleg met VNG, Federatie Welstand, Steunpunten Monumentenzorg en de federatie grote monumentengemeenten. Resultaat is een door de VNG uitgebrachte brochure «Handreiking gemeentelijke Monumentencommissies»1, die ik bij deze graag aan de Eerste Kamer wil aanbieden.

Tegelijk start dit najaar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, met het Nationaal Restauratiefonds en Erfgoed Nederland, een cursustraject voor leden van gemeentelijke monumentencommissies.

Ik zal volgend jaar bezien of de handreiking en de cursus geleid hebben tot een verbetering van de kwaliteit van gemeentelijke monumentencommissies.

De VNG zal de komende week vier exemplaren naar elke gemeente sturen met een begeleidend schrijven waarin wordt aangemoedigd de handreiking ter harte te nemen. Ook zal de handreiking worden gestuurd aan alle provincies en worden verspreid op de genoemde cursus.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 142519031.

Naar boven