G
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1
Vastgesteld 31 maart 2010
De leden van de fracties van CU en SGP hebben
kennisgenomen van de nadere memorie van antwoord van de initiatiefnemers van
het wetsvoorstel. Genoemde leden achten de door hen gestelde vragen echter
onvoldoende beantwoord en verzoeken daarom op twee hoofdpunten om een nadere
toelichting.
De leden van de PvdA-fractie sluiten zich
bij de vragen van de leden van de genoemde fracties aan en wensen op een aanvullend
punt nadere verduidelijking.
Terugwerkende kracht en overgangstermijn
In de memorie van antwoord werd met betrekking tot het bezwaar van «terugwerkende
kracht», dat voor de leden van de fracties van CU en SGP in de Eerste Kamer zeer zwaar
weegt, gezegd dat «indieners (...) zich er van bewust zijn dat een mogelijke
aanpassing van de overgangstermijn wenselijk is.» Nu zeggen de indieners
in de nadere memorie van antwoord dat de overgangstermijn van 10 jaar normaal
is, en dat opheffen van de nertsenhouderij in 2008 daaraan voldoet. Daarbij
lijken de indieners weer volledig voorbij te gaan aan het fundamentele bezwaar
van de «terugwerkende kracht», en waaraan ze in de memorie van
antwoord tegemoet leken te komen aan genoemde leden. Het beroep van de indieners
op toepassing van terugwerkende kracht in antwoord op vragen van leden van
de fractie van het CDA in de nadere memorie van antwoord argumenteren zij –
om zo te zeggen – op noodsituaties, waarin inderdaad de regeling door
gebruikmaking van terugwerkende kracht kan ingaan. De initiatiefnemers stellen
dat «dit volgt uit de aanwijzing voor Regelgeving (Aanwijzing 167)».
Dat deze aanwijzing ook geldt voor het initiatiefwetsvoorstel wordt geponeerd,
maar niet beargumenteerd. Graag ontvangen de leden van de CU- en SGP-fracties
een nadere argumentatie terzake. De Eerste Kamer staat in een lange traditie
om met het oog op een kwalitatief goede wetgeving en met het oog op voldoende
rechtsbescherming van de burger vóór afwijzing van terugwerkende
kracht in wetsvoorstellen. De leden van de genoemde fracties staan ook op
dat standpunt.
De leden van de PvdA-fractie vragen een nadere
verduidelijking met betrekking tot de datum waarop de 10-jarige overgangstermijn
moet ingaan. Op pagina 3 van de memorie van antwoord stellen de initiatiefnemers «(...)
dat een mogelijke aanpassing van de overgangstermijn misschien wenselijk is.»
In de nadere memorie van antwoord stellen de initiatiefnemers evenwel dat
uitstel van de ingangsdatum van de overgangstermijn «gezien de groei
die de sector doormaakt (...) niet wenselijk (lijkt).» Graag ontvangen
de leden van de PvdA-fractie een nadere toelichting op het feit dat de initiatiefnemers
niet langer bereid lijken om de overgangstermijn later te laten ingaan.
Compensatie
Een tweede punt weegt voor de leden van de fracties van CU en SGP ook
zwaar. In de nadere memorie van antwoord wordt onduidelijkheid gelaten ten
aanzien van de compensatie van afschrijvingskosten van welzijnsinvesteringen
die in 2013 nog verplichtend zijn. Het loslaten van deze verplichting wordt
aan het productschap over gelaten. Maar de vraag of daarover zekerheid is
te geven, blijft volgens deze leden onbeantwoord. Graag vernemen deze leden
welke betekenis hieraan moet worden toegekend en welke zekerheid aldus geboden
wordt.
Onder voorbehoud van tijdige en adequate beantwoording acht de commissie
het wetsvoorstel gereed voor openbare behandeling op 13 april 2010.
De leden van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien
de reactie van de initiatiefnemers graag vóór 8 april 2010
tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Schuurman
De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Warmolt de Boer
XNoot
1
Samenstelling:
Schuurman (CU), voorzitter, Holdijk (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA),
Slagter-Roukema (SP), Westerveld (PvdA), Sylvester (PvdA), Putters (PvdA),
Doek (CDA), Eigeman (PvdA), Engels (D66), Slager (SP), Benedictus (CDA), Peters
(SP), De Boer (CU), Willems (CDA), vice-voorzitter, Schaap (VVD), Huijbregts-Schiedon
(VVD), Laurier (GL), Hermans (VVD), Smaling (SP), Koffeman (PvdD), Böhler
(GL), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Tiesinga (CDA).