30 569
Wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende invoering van het stemmen met een stempas in een stembureau naar keuze binnen de eigen gemeente

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS DER KONINGIN1

Vastgesteld 29 september 2009

Het voorbereidend onderzoek geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Vragen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie staan positief tegenover het verbeteren van mogelijkheden voor burgers om te stemmen, zoals met dit wetsvoorstel wordt beoogd. Voor het stemmen binnen de eigen gemeente kan voortaan met de stempas van elk stembureau in de gemeente gebruik worden gemaakt. Invoering van onderhavig wetsvoorstel was reeds voorzien voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten van 7 maart 2007. Inwerkingtreding wordt nu voor 1 januari 2010 beoogd, met het oog op de aanstaande Gemeenteraadsverkiezingen. De leden van de SP-fractie hebben nog de volgende vragen.

Wie z’n stempas is kwijt geraakt en tijdig een nieuwe aanvraagt, ontvangt een nieuwe vervangende stempas en wordt opgenomen in het zogenoemde negatieve register. In het debat in de Tweede Kamer heeft de regering toegezegd dat zij nog eens zou kijken naar de oplossing van de Raad van State wat je kunt doen als burger, als je door een fout op de verkeerde lijst blijkt te staan en dan niet kunt stemmen. De oplossing van de Raad van State is in de praktijk nu niet uitvoerbaar. Wel is het aldus de regering mogelijk om in het stembureau bezwaar aan te tekenen tegen de weigering om toegelaten te worden tot de stemming. Dat bezwaar wordt aangetekend in een proces-verbaal en kan worden betrokken bij de uiteindelijke vaststelling van de verkiezingsuitslag. Kan de regering toelichten hoe in de laatst genoemde situatie de handelingsinstructies voor gemeenten zijn? Zal hierover ook door de Kiesraad na de aanstaande Gemeenteraadsverkiezingen verslag worden gedaan, waaruit is af te leiden hoe vaak en in welke gemeenten het probleem zich heeft voorgedaan?

Kan de regering toelichten hoe de situatie in gemeenten met deelraden zal zijn? In de memorie van Toelichting (pagina 8) wordt uitgelegd dat de situatie zich voor kan doen dat een kiezer wel in de gehele gemeente mag stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen, maar alleen in zijn eigen stemdistrict bij gelijktijdige verkiezingen voor deelraden indien een gemeente Stemmen in een Willekeurig Stembureau (SWS) niet voor deelraadsverkiezingen invoert. Heeft de regering hierover contacten met deze gemeenten en/of de VNG? Kan worden toegelicht of voor deze situatie een oplossing is gevonden, of tijdig voor de aanstaande verkiezingen zal zijn gevonden? Zo ja, hoe wordt een en ander opgelost? Zo niet, in hoeveel en welke gemeenten zal zich dit probleem voordoen? En hoe zullen gemeenten dan omgaan met SWS? Wordt daarover bijvoorbeeld speciale voorlichting gegeven?

Vragen van de leden van de D66-fractie

De leden van de fractie van D66 hebben met veel belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Het stemmen in een stembureau naar keuze en het gebruik van mobiele stemlokalen achten zij een goede ontwikkeling. Zij hebben niettemin nog enkele vragen.

De leden van de fractie van D66 zijn nog niet overtuigd door de opmerkingen in de nota naar aanleiding van het verslag bij het derde lid van artikel J25. De controle op de echtheid van stempas kan volgens de regering uitsluitend plaatsvinden met niet-elektronische middelen. Als voorbeeld hiervan noemt zij een loep. De leden van de D66-fractie achten het van het grootste belang dat personen met een onechte stempas niet tot stemming worden toegelaten. Zij denken dat het gezien de voortgang van de techniek wenselijk is om ook met elektronische middelen de echtheidskenmerken van een stempas te kunnen controleren. Hierbij kan worden gedacht aan controlemiddelen die bij de echtheid van geldbiljetten worden ingezet, zoals een UV-lamp, infraroodkijker of een andersoortige detector. Vanwege vervalsinggevaar is het goed denkbaar dat het model voor de stempas in de toekomst moet worden aangepast. Deelt de regering de mening dat elektronische middelen dan dienstig kunnen zijn bij de controle als bedoeld in het derde lid van artikel J25?

De mogelijkheid van het mobiele stemlokaal zien de leden de fractie van D66 als een goede ontwikkeling. De opkomst van mobiel stemmen mag er volgens hen echter niet toe leiden dat in de toekomst minder vaste stemlocaties zullen worden ingericht. De zorgen van deze leden richten zich voornamelijk op de bereikbaarheid in dunbevolkte gebieden. Zij menen dat de inzet van een mobiele stembus niet zou mogen leiden tot afname van het aantal volwaardige stemlocaties. De regering geeft in de memorie van toelichting aan dat ze niet vreest voor de beperking van de toegankelijkheid van het stemmen door het sluiten van bestaande stembureaus vanwege de servicegerichtheid van gemeenten. Kan de regering aangeven waarom ze denkt dat deze vrees niet terecht is?

De Adviescommissie inrichting verkiezingsproces geeft in het rapport «Stemmen met vertrouwen» aan dat bij de centrale overheid de verantwoordelijkheid berust gemeenten te wijzen op hun plicht voldoende stembureaus toegankelijk te maken voor kiezers met beperkingen. De regering heeft aangegeven dat 25 procent van de stemlokalen toegankelijk moet zijn voor kiezers met beperkingen. De leden van de D66-fractie vragen zich af hoe de regering een evenredige spreiding van deze specifiek toegankelijke stemlokalen waarborgt en hoe deze verantwoordelijkheid zich verhoudt tot de gemeentelijke beleidsvrijheid.

Onder de voorgestelde wijziging is de situatie denkbaar dat de stempas van een kiezer, buiten zijn schuld om, terecht komt in het negatieve register. Op het moment van stemming zal de kiezer worden medegedeeld dat zijn stempas is opgenomen in het register van ongeldige stempassen. Op basis van het zesde lid van artikel J25 wordt zijn stempas door het tweede lid van het stembureau ingenomen. Dit betekent dat een kiezer zijn stem niet kan uitbrengen. In de gevallen genoemd in artikel J7a lid 2 onder sub a t/m e is dit terecht. Wanneer de stempas ten onrechte op de negatieve lijst voorkomt, bestaat geen mogelijkheid meer om alsnog een geldige stempas aan te vragen. De leden van de D66-fractie vinden het zorgelijk dat in een dergelijke situatie een kiezer zijn stemrecht niet meer kan uitoefenen. Zij vragen zich af welke voorzieningen de regering biedt aan een burger die ten onrechte zijn stemrecht niet heeft kunnen uitoefenen. Ook de Raad van State heeft in haar advies op deze leemte gewezen en gevraagd hiervoor een voorziening te treffen. Kan de regering nog eens nader aangeven hoe zij naar dit vraagstuk kijkt?

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,

Hermans

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,

Hester Menninga


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Holdijk (SGP), Meindertsma (PvdA), Bemelmans-Videc CDA), Dölle (CDA), Ten Hoeve (OSF), Kox (SP), Van Bijsterveld (CDA), Noten (PvdA), Putters (PvdA), vice-voorzitter, Engels (D66), Thissen (GL), Hendrikx (CDA), Van Kappen (VVD), De Boer (CU), Quik-Schuijt (SP), K.G. de Vries (PvdA), Schaap (VVD), Hermans (VVD), voorzitter, Ten Horn (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GroenLinks), Lagerwerf-Vergunst (CU), Vac. (PvdA), Duthler (VVD), Vliegenthart (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven