30 475
Regels over de informatie-uitwisseling betreffende ondergrondse netten (Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten)

I
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2009

Tijdens de behandeling van wetsvoorstel 30 475 in 2008 hadden wij de wenselijkheid van voortvarende totstandkoming van dit wetsvoorstel aan de orde. In dat verband zegde ik u toe voor het zomerreces een wetsvoorstel met deze strekking in de ministerraad te brengen. Conform mijn toezegging aan u is het wetsvoorstel 31 540 vervolgens op 15 juli 2008 bij de Tweede Kamer ingediend. Nu het moment van indiening al weer enige tijd achter ons ligt en het wetsvoorstel uw Kamer nog niet heeft bereikt, hecht ik er aan u te informeren over de voortgang.

Behandeling van het wetsvoorstel is aangehouden om mij de gelegenheid te geven in overleg met de agrarische sector te bezien of een voorziening getroffen zou kunnen worden om met behoud van de doelstellingen van de wet te komen tot een voor deze sector lastenarmere uitvoering. Aanleiding hiervoor waren vragen van het lid van de Tweede Kamer Van der Vlies (Aanhangsel Handelingen II 2008/09, nr. 1643). Recent is duidelijk geworden dat het mogelijk is een dergelijke voorziening te treffen. Hiertoe dient de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten echter op een enkel punt te worden gewijzigd. In verband hiermee heb ik onlangs een nota van wijziging op het wetsvoorstel inzake de uitsluiting van huisaansluitingen uitgebracht.

Het proces tot aan behandeling in uw Kamer zal al met al dus enigszins meer tijd nemen dan ons in 2008 voor ogen stond. Mogelijk ten overvloede merk ik op dat de vertraging voor de kwestie waar het inhoudelijk om ging – het schrappen van de verplichte uitwisseling van informatie over huisaansluitingen – geen verschil maakt. De verplichting gaat volgens de geldende wet immers pas per 1 juli 2016 in zodat er voor wetswijziging op dit punt nog voldoende tijd beschikbaar is.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven