30 425
Wijziging van de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties

B
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS DER KONINGIN1

Vastgesteld 21 januari 2010

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de fractie van D66 hebben met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel. Niettemin hebben zij enkele vragen over de verplichte openbaarmaking van nevenfuncties voor politieke ambtsdragers.

Uit het oogmerk van subsidiariteit en proportionaliteit vragen de leden van de fractie van D66 om een nadere motivering van de noodzaak dat politieke ambtsdragers ook de nevenactiviteiten waaruit geen inkomsten verworven worden, openbaren. Belangenverstrengeling weegt het zwaarst als er financiële motieven meespelen. Vormen onbetaalde nevenfuncties volgens de regering een dermate groot risico tot belangenverstrengeling dat de inbreuk op de private sfeer van de politieke ambtsdragers daardoor gerechtvaardigd is?

De leden van de fractie van D66 vragen zich af of de regering terecht veronderstelt dat de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, wethouders in gemeenten met minder dan 18 000 inwoners en de leden van gemeenteraden en provinciale statenleden, uitgesloten dienen te worden van de voorgestelde regeling aangaande openbaarmaking van nevenactiviteiten. Zeker aangezien een groot deel van hun tijd zich afspeelt in de private sfeer en een deel van hun inkomen bestaat uit inkomsten uit andere activiteiten, kunnen die activiteiten het werk en de voorkeuren van genoemde ambtsdragers beïnvloeden en het risico van belangenverstrengeling met zich meenemen. Deelt de regering deze gedachtegang van de fractie van D66?

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,

Hermans

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,

Hester Menninga


XNoot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Meindertsma (PvdA), Bemelmans-Videc CDA), Dölle (CDA), Ten Hoeve (OSF), Kox (SP), Van Bijsterveld (CDA), Westerveld (PvdA), Putters (PvdA), vice-voorzitter, Engels (D66), Laurier (GL), Hendrikx (CDA), Van Kappen (VVD), De Boer (CU), Quik-Schuijt (SP), K.G. de Vries (PvdA), Schaap (VVD), Hermans (VVD), voorzitter, Ten Horn (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GroenLinks), Lagerwerf-Vergunst (CU), Eigeman (PvdA), Duthler (VVD), Vliegenthart (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven