23 490
Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag

FO
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 januari 2010

De vaste commissie voor de JBZ-Raad1 heeft in haar vergadering van dinsdag 13 oktober 2009 gesproken over de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 23 oktober 2009 te Luxemburg. De Eerste Kamer had deze agenda op maandag 12 oktober 2009 ontvangen. Het was de commissie opgevallen dat er dit maal zeer weinig documenten bij de agenda gevoegd waren.

Naar aanleiding daarvan heeft de commissie op 22 oktober 2009 de minister van Justitie een brief gestuurd.

De minister heeft op 27 januari 2010 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor de JBZ-Raad,

Kim van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR DE JBZ-RAAD

Den Haag, 22 oktober 2009

De vaste commissie voor de JBZ-Raad heeft in haar vergadering van dinsdag 13 oktober 2009 gesproken over de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 23 oktober aanstaande te Luxemburg. De Eerste Kamer had deze agenda op maandag 12 oktober 2009 ontvangen. Het is de commissie opgevallen dat er dit maal zeer weinig documenten bij de agenda gevoegd waren. Dat maakt de het voor de commissie een stuk lastiger haar taak – het beoordelen van de geagendeerde ontwerpwetgeving – naar behoren uit te voeren. Bij het ontbreken van documenten zal de commissie pas in een latere fase van het onderhandelingsproces inhoudelijke inbreng kunnen leveren, hetgeen onwenselijk is omdat de regering dan mogelijk gedwongen wordt haar standpunt te herzien terwijl de onderhandelingsmarges in dat stadium al zijn vernauwd. Bovendien zal de commissie in die gevallen waarin het instemmingsrecht van toepassing is bij het ontbreken van documenten de Kamer moeten adviseren instemming te onthouden op formele gronden.

De commissie wil u dan ook vriendelijk verzoeken steeds het laatst beschikbare document, dan wel de laatst beschikbare documenten bij de agenda te voegen. De commissie krijgt alsdan ook een beter idee van de ontwikkelingen met betrekking tot het desbetreffende dossier. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan zou de commissie graag in de annotatie uitgebreider toegelicht zien waarom de regering aanvankelijke reserves en voorbehouden meent te kunnen laten vervallen.

Ten slotte wil de commissie u verzoeken steeds met de grootst mogelijke zorgvuldigheid na te gaan of het instemmingsrecht van toepassing is op een bepaald agendapunt. De commissie vertrouwt erop dat, indien dit het geval is, dit ook in het verband van de Raad duidelijk kenbaar wordt gemaakt door middel van het maken van een parlementair voorbehoud.

De voorzitter van de vaste commissie voor de JBZ-Raad,

M. J. M. Kox

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2010

In uw brief van 19 januari jl. (kenmerk 145768u) vraagt u op welke termijn uw brief van 22 oktober jl. met de titel «Geannoteerde agenda JBZ-Raad» (kenmerk 145156u) zal worden beantwoord. In deze brief plaatst u enkele opmerkingen bij de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 23 oktober jl.

De gemaakte opmerkingen en gestelde vragen in deze brief (steeds toezenden van de laatst beschikbare documenten of uitgebreidere annotatie en zorgvuldigheid bij het vermelden van de toepasselijkheid van het instemmingsrecht) zijn direct meegenomen in de voorbereiding van de Raad van 30 november – 1 december jl. U hebt gezien dat de agenda van die Raad rijkelijk geannoteerd en gedocumenteerd was. Ik meende dat die directe actie uw brief had beantwoord.

Ten aanzien van de geannoteerde agenda kan ik melden, zoals ik dat ook in andere brieven aan u heb gedaan, dat de voor de JBZ-Raad verantwoordelijke bewindslieden u zo volledig mogelijk zullen blijven informeren over bijeenkomsten van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken. Daarbij zal zorgvuldig worden gekeken naar de toepasselijkheid van het instemmingsrecht1. De Commissie, de Raad en het Europees Parlement zullen u rechtstreeks discussiedocumenten en ontwerpen van wetgevingshandelingen toezenden.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Van de Beeten (CDA), Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kox (SP), (voorzitter), Meurs (PvdA), Eigeman (PvdA), Engels (D66), Franken (CDA), (vice-voorzitter),Van Kappen (VVD), Peters (SP), K.G. de Vries (PvdA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Reuten (SP), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Duthler (VVD), Vliegenthart (SP), Kuiper (CU), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Tiesinga (CDA).

XNoot
1

Van toepassing op

– art. 77, derde lid (bepalingen inzake paspoorten en identiteitskaarten);

– art. 81, derde lid, eerste alinea (familierecht) – voor zover en voor zolang het bepaalde in de tweede alinea van het derde lid van dat artikel geen toepassing vindt;

– art. 87, derde lid (maatregelen betreffende de operationele samenwerking bij politiële samenwerking);

– art. 89 (voorwaarden en beperkingen waarbinnen in het kader van politiële samenwerking optreden op het grondgebied van een andere lidstaat mag plaatshebben) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Naar boven