31 829
Wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding

E
NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 26 juni 2009

1. Inleiding

De regering zegt de leden van de fracties van PvdA en SP dank voor hun nadere vragen en beantwoordt deze hierbij graag.

2. Meldingsregister

De leden van de fractie van de PvdA bedanken de regering voor de antwoorden op de door hen gestelde vragen. Zij geven aan te begrijpen dat de melding aan de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) niet in de plaats zal komen van het rechtstreekse overleg tussen school en leerplichtambtenaar. De zorgen dat dit wel zou kunnen gebeuren (en dat met een digitale melding de persoonlijke betrokkenheid van bij de gemeente en school betrokken professionals zou kunnen verminderen) zijn bij deze leden evenwel niet helemaal weggenomen. Te meer omdat de persoonlijke betrokkenheid die met de vorming van de zogeheten zorg(advies)teams wordt beoogd, nog niet rond alle scholen gerealiseerd is. Deze leden vragen de regering daarom de effecten van dit wetsvoorstel op dit punt na een jaar grondig te evalueren. Zij zijn daarbij met name geïnteresseerd in de ervaringen van leerplichtambtenaren en de contactpersonen op de scholen.

Zoals is toegezegd tijdens de behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer op 19 mei 2009, zal het wetsvoorstel een jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd. Het gaat om een evaluatie op alle relevante punten. Daaronder valt ook het punt van de persoonlijke betrokkenheid van de desbetreffende professionals, waarbij uiteraard de ervaringen van de leerplichtambtenaren en de contactpersonen op de scholen zullen worden betrokken.

De leden van de fractie van de SP laten weten met interesse te hebben kennis genomen van het correctierecht op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wpb) dat leerlingen toekomt, indien blijkt dat er onjuiste gegevens in het meldingsregister staan. Na de plenaire behandeling in de Tweede Kamer hadden deze leden nog de indruk dat er geen correctierecht bestond ten aanzien van de vermoedelijke reden voor verzuim. Zij begrijpen dat indien de leerling van mening is dat dit gegeven niet correct is, en de gemeente deze mening deelt, dat dan ook dit gegeven gecorrigeerd kan worden. Deze leden vragen de regering hoe zij bekendheid zal geven aan het correctierecht, zodat leerlingen in de praktijk ook van het recht gebruik kunnen maken.

Het correctierecht dat leerlingen en deelnemers hebben op grond van de Wbp betreft feitelijke onjuistheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om een melding van verzuim, terwijl een leerling of deelnemer wel degelijk de lessen volgde. In beginsel is een vermoedelijke reden voor verzuim niet een feit, maar een beoordeling of inschatting, die – wanneer deze niet correct blijkt te zijn – niet als onjuist feit kan worden gecorrigeerd. Mocht echter, tijdens de behandeling van het verzuim door de gemeente, de leerling of deelnemer van mening zijn dat gegevens in de verzuimmelding niet correct zijn en de gemeente deze mening deelt, dan kan de verzuimmelding worden gewijzigd. Dit geldt ook voor de vermoedelijke reden voor verzuim. Op de website van de IB-Groep zal informatie worden verstrekt over de mogelijkheden tot inzage en correctie ter zake van de melding die leerlingen en deelnemers hebben op grond van de Wbp, alsmede over de mogelijkheid tot aanpassing van de melding, tijdens de behandeling van het verzuim door de gemeente.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven