31 707
Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten in verband met de invoering van een premiekorting voor het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder en het in dienst houden van werknemers van 62 jaar en ouder

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 5 december 2008

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben dit wetsvoorstel met belangstelling gelezen. Zij hopen dat ouderen door deze wet daadwerkelijk een betere arbeidsmarktpositie gaan krijgen. Deze leden hebben slechts enkele vragen.

Het UWV en de belastingdienst hebben eerder aangegeven dat zij inwerkingtreding per 1 januari 2009 slechts kunnen halen als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Een van die voorwaarden is onder andere dat de technische specificaties voor de premiekorting voor 1 september 2008 bekend moeten zijn in verband met de benodigde softwareaanpassingen.

Kan de minister aangeven of het UWV en de balstingdienst nog steeds vinden dat inwerkingtreding per 1 januari 2009 mogelijk is, gegeven het feit dat het wetsvoorstel nog niet is goedgekeurd door de Eerste Kamer en dat er na 1 september 2008 nog tenminste een nota van wijziging is, die wellicht invloed heeft op de technische specificaties.

Kan de minister een toelichting geven op de doelmatigheid van dit wetsvoorstel, gegeven de toch wel hoge lasten?

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel en daarover enkele vragen.

De premievrijstelling voor oudere werknemers heeft tot op heden weinig effect gesorteerd. Op basis van welke ervaringen meent de regering nu dat de voorgestelde premiekorting wel tot het beoogde effect zal leiden?

Het wetsvoorstel beoogt de arbeidsparticipatie onder het oudere deel van de beroepsbevolking te vergroten vanaf 1 januari 2009, terwijl de afgelopen kwartalen het aantal (onvervulde) vacatures steeds is afgenomen en er een verdere stijging van de werkloosheid in 2009 wordt voorzien door het CPB.

Wat zijn de nieuwste ramingen met betrekking tot (de stijging van) de werkloosheid en in het bijzonder de jeugdwerkloosheid in 2009 en 2010, waarmee het kabinet rekening houdt?

De leden van de fracties van ChristenUnie en SGP hebben naar aanleiding van het wetsvoorstel de volgende vragen.

Wat is de invloed van «dead weight loss» op de effectiviteit van de maatregel van premiekorting?

Zal een drie jaar durende premiekorting voldoende zijn om een werknemer in dienst te kunnen houden? Hoe groot zijn de verwachte effecten op de arbeidsmarkt? Acht de minister dit voldoende?

Is het reëel dat werknemers na drie jaar premiekorting ontslagen en «ingeruild» worden voor een nieuwe werknemer (die met premiekorting aangenomen kan worden)? Waarom moet er drie jaar tussen de oude en nieuwe betrekking zitten voordat opnieuw van de premiekorting gebruik kan worden gemaakt?

Welke effecten zullen de leeftijdsgrenzen van 50 en 62 jaar hebben? Kunnen deze niet ruimer getrokken worden (bijv. op 45 en 60) zodat ook personen met een verhoogd risico op ontslag en een verlaagde kans om opnieuw werk te vinden, of personen die overwegen te stoppen met werken, erbij kunnen worden betrokken?

Waarom kiest het kabinet niet voor een jaarlijkse indexering van de premiekorting?

Hoe ziet de minister de verhouding tussen de kosten van de regeling en de verwachte effecten ervan?

Is de stijging van de administratieve lasten in verhouding tot de verwachte effecten van de regeling?

Waarom is de regeling niet toegankelijk voor sommige bedrijven met een gering aantal werknemers?

De opstelling van de werkgever is een doorslaggevende factor in de arbeidsparticipatie van ouderen. Neemt de regering ook maatregelen die beogen een cultuuromslag bij werkgevers te bevorderen?

Op welke effecten richt de evaluatie zich? Waarom vindt de evaluatie na twee jaar en daarna om de twee jaar plaats?

Kan de premievrijstelling daadwerkelijk lastenneutraal worden omgevormd?

De leden van de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien de beantwoording met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van Driel

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Kim van Dooren


XNoot
1

Samenstelling:

Van den Berg (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Vedder-Wubben (CDA), Kneppers-Heijnert (VVD), Westerveld (PvdA), Biermans (VVD), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), voorzitter, Leijnse (PvdA), Franken (CDA), vice-voorzitter, Thissen (GroenLinks), Goyert (CDA), Quik-Schuijt (SP), Klein Breteler (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA), Elzinga (SP), Vac. (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven