31 425
Aanpassing van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de toetreding door het Koninkrijk tot het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 tot wijziging van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1997, 300)

A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

22 januari 2009

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek aan te passen in verband met de toetreding door het Koninkrijk tot het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 tot wijziging van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

A. Artikel 753, eerste lid, onder a, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:

a. vorderingen uit hoofde van hulpverlening, met inbegrip van, indien van toepassing, een vordering ter zake van een bijzondere vergoeding als bedoeld in artikel 14 van het op 28 april 1989 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake hulpverlening (Trb. 1990, 109) zoals nadien gewijzigd, of bijdrage in avarij-grosse;

B. Artikel 755 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:

1. Artikel 755, eerste en tweede lid, komen te luiden:

1. Onverminderd het in het tweede lid bepaalde, kan de aansprakelijkheid uit hoofde van deze titel voor andere vorderingen dan die genoemd in artikel 756 die naar aanleiding van éénzelfde voorval zijn ontstaan als volgt worden beperkt:

a. voor vorderingen die niet zijn vorderingen als bedoeld in artikel 752, eerste lid, onder d of e, tot het bedrag bepaald op grond van artikel 6, eerste lid, van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23) zoals gewijzigd door artikel 3 van het Protocol van 1996, behoudens wijziging door de bijzondere amenderingsprocedure voorzien in artikel 8 van het Protocol van 1996; en

b. voor vorderingen bedoeld in artikel 752, eerste lid, onder d of e (wrakkenfonds), tot het bedrag bepaald op grond van artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b, van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23) zoals gewijzigd door artikel 3 van het Protocol van 1996, behoudens wijziging door de bijzondere amenderingsprocedure voorzien in artikel 8 van het Protocol van 1996.

2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt het bedrag vastgesteld waartoe de aansprakelijkheid uit hoofde van deze titel kan worden beperkt voor schepen die blijkens hun constructie uitsluitend of in hoofdzaak zijn bestemd tot het vervoer van personen en waarvan de tonnage niet groter is dan 300, waarbij dat bedrag voor vorderingen bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b, van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23) zoals gewijzigd door het Protocol van 1996, op een lager aantal rekeneenheden kan worden gesteld dan is bepaald in genoemd artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b, onder 1.

2. Aan artikel 755 wordt een nieuw zevende lid toegevoegd, luidende:

7. Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 756 wordt verstaan onder «Protocol van 1996»: het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1997, 300).

C. Artikel 756, eerste lid, komt te luiden:

1. Wat betreft vorderingen ontstaan naar aanleiding van éénzelfde voorval terzake van dood of letsel van passagiers van een schip kan de reder zijn aansprakelijkheid beperken tot het bedrag bepaald in artikel 7 van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23) zoals gewijzigd door artikel 4 van het Protocol van 1996, behoudens wijziging door de bijzondere amenderingsprocedure voorzien in artikel 8 van het Protocol van 1996.

ARTIKEL II

Op de aansprakelijkheid voor een voorval dat heeft plaatsgevonden voor de dag van inwerkingtreding van deze wet blijft het recht van toepassing zoals dat gold voor de inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Naar boven