31 316
Bepalingen over de zorg voor de publieke gezondheid (Wet publieke gezondheid)

G
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2008

Op 3 september 2008 heb ik u de nadere Memorie van Antwoord1 op het nader voorlopig verslag2 van de Vaste Commissie voor VWS/JenG betreffende het voorstel Wet publieke gezondheid (31 316) toegestuurd.

Naar aanleiding van de nadere memorie van antwoord merkt de commissie op geen bezwaren te hebben tegen de inhoud van het wetvoorstel, met uitzondering van de digitaliseringsplicht betreffende de patiëntendossiers in de jeugdgezondheidszorg, zoals neergelegd in artikel 5, derde lid van het voorstel.

Omwille van de dringende noodzaak van de voortgang van dit wetsvoorstel zeg ik u toe dat ik voornemens ben artikel 5, derde lid, begin 2009 in werking te doen treden, maar niet dan nadat de bij uw Kamer levende vragen door de Minister voor Jeugd en Gezin naar tevredenheid zijn beantwoord.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Eerste Kamerstukken 2007–2008, 31 316, letter F.

XNoot
2

Eerste Kamerstukken 2007–2008, 31 316, letter D.

Naar boven