31 084
Wijziging van de Bekendmakingswet en enkele andere wetten in verband met de elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling in geconsolideerde vorm van wetten, algemene maatregelen van bestuur, anders dan bij wet of algemene maatregel van bestuur vastgestelde algemeen verbindende voorschriften en andere besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht (Wet elektronische bekendmaking)

31 343 (R 1846)
Wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen in verband met de elektronische bekendmaking van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties en de beschikbaarstelling daarvan in geconsolideerde vorm

D
NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 17 november 2008

De leden van de VVD-fractie gaven aan dat in de memorie van antwoord hun vragen met betrekking tot de mogelijkheid om tot een gemeenschappelijke voorziening te komen, die het publicatieproces van elektronische bekendmakingen door decentrale overheden ondersteunt, nog onvoldoende werden beantwoord. Mede namens de Minister van Justitie en de Minister van Buitenlandse Zaken ga ik hieronder nader in op de door deze leden gestelde vragen.

De leden van de VVD-fractie vroegen welke maatregelen zijn getroffen om de ontwikkeling van de voorziening te beheersen en hoe de implementatie plaatsvindt bij de decentrale overheden.

Er zijn met betrekking tot een gemeenschappelijke voorziening voor elektronische bekendmaking verschillende modaliteiten mogelijk. In de eerste plaats kunnen de decentrale overheden een dergelijke voorziening zelf laten ontwikkelen en zelf beheren. In de tweede plaats zou kunnen worden voortgebouwd op voorzieningen die zijn getroffen voor de elektronische publicatie van Staatsblad, Staatscourant en Tractatenblad. Het kabinet verleent daaraan graag medewerking, maar dat vergt wel dat het Rijk met de betrokken decentrale overheden overeenstemming bereikt over de financiering – bijvoorbeeld via een uitname uit het Gemeentefonds en het Provinciefonds – en de inrichting van een dergelijke voorziening. De decentrale overheden hebben echter nog geen definitieve keuze gemaakt en hebben zich nog niet uitgesproken over een voorstel dat daarover in februari 2007 ambtelijk aan die overheden is gedaan. Daarom is het op dit moment niet mogelijk om de vraag naar de ontwikkeling en de implementatie te beantwoorden.

De betreffende leden wilden voorts weten of de gemeenschappelijke voorziening ook een plaats in het wetgevingsproces zal krijgen zoals voorgestaan in het programma Vernieuwing Rijksdienst.

De gemeenschappelijke voorziening maakt geen deel uit van het programma Vernieuwing Rijksdienst. Dit neemt niet weg dat ook bij decentrale overheden moderne technologie kan worden ingezet om beleid, wetgeving en uitvoering met elkaar te verbinden en participatie, transparantie en kwaliteit van het wetgevingsproces te vergroten. Zoals in paragraaf 5.7 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel elektronische bekendmaking is uiteengezet, is er wel een centrale voorziening voor de publicatie van geconsolideerde decentrale regelgeving (CVDR). Bij de ontwikkeling daarvan is bij decentrale overheden getoetst of er behoefte is deze voorziening uit te breiden met faciliteiten waarmee de totstandkoming van regelgeving wordt ondersteund. De gedachten gingen daarbij uit naar ondersteuning voor het organiseren van een forum van wetgevingsjuristen bij decentrale overheden en het implementeren van technische hulpmiddelen die door dat forum wenselijk zouden worden geacht. De decentrale overheden die bij de ontwikkelingen zijn betrokken hebben destijds aangegeven daaraan (nog) geen behoefte te hebben. Daarom is bij de bouw van de CVDR slechts één voorziening aangebracht om het wetgevingsproces te ondersteunen. Het betreft het opnemen van de modelverordeningen van de VNG. Dit maakt het lokale wetgevingjuristen mogelijk om deze eenvoudig en foutloos over te nemen, dan wel hierop wijzigingen aan te brengen. Uiteraard is het mogelijk in de toekomst meer voorzieningen op te nemen en kan hieraan desgewenst ook een gemeenschappelijke voorziening voor elektronische bekendmaking worden verbonden. Een vereiste is wel dat de decentrale overheden hiertoe de wens te kennen geven en de benodigde middelen ter beschikking stellen.

De leden van de VVD-fractie vroegen voorts wie verantwoordelijk wordt voor de betrouwbaarheid, toegankelijkheid, beschikbaarheid en integriteit van de gemeenschappelijke voorziening. Wie wordt verantwoordelijk voor de authenticiteit en integriteit van de daarmee gepubliceerde algemeen verbindende voorschriften? Welke eisen gaan daaraan gesteld worden?

De verantwoordelijkheidsverdeling hangt af van de vorm die uiteindelijk voor de gemeenschappelijke voorziening wordt gekozen en de afspraken die daarover worden gemaakt. Op dit moment valt deze vraag daarom niet te beantwoorden.

In de memorie van antwoord is aangegeven dat een concept voor een Regeling elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden voor commentaar is voorgelegd aan de VNG, het IPO, de UvW en de SER. Hierin worden onder meer voorschriften gegeven met het oog op de betrouwbaarheid en de beveiliging van de elektronische uitgifte en beschikbaarstelling van het gemeenteblad, het provinciaal blad, het waterschapsblad en het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Het is mijn voornemen om in de regeling vast te leggen dat:

• de publicaties moeten worden uitgegeven en beschikbaar gehouden in een nader gespecificeerd bestandsformaat;

• het systeem voor gegevensverwerking waarmee de publicaties worden uitgegeven en beschikbaar gehouden, moet voldoen aan hoge continuïteitseisen en volgens algemeen aanvaarde Nederlandse en internationale standaarden voor informatiebeveiliging moet zijn ingericht;

• alle mutaties in het systeem moeten worden geregistreerd buiten dit systeem en dat van alle publicaties een elektronische kopie moeten worden gemaakt, zodat een reconstructie mogelijk is in het geval van een calamiteit.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Naar boven