D
NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD
Ontvangen 17 november 2008
De leden van de VVD-fractie gaven aan dat in de memorie van antwoord hun
vragen met betrekking tot de mogelijkheid om tot een gemeenschappelijke voorziening
te komen, die het publicatieproces van elektronische bekendmakingen door decentrale
overheden ondersteunt, nog onvoldoende werden beantwoord. Mede namens de Minister
van Justitie en de Minister van Buitenlandse Zaken ga ik hieronder nader in
op de door deze leden gestelde vragen.
De leden van de VVD-fractie vroegen welke maatregelen zijn getroffen om
de ontwikkeling van de voorziening te beheersen en hoe de implementatie plaatsvindt
bij de decentrale overheden.
Er zijn met betrekking tot een gemeenschappelijke voorziening voor elektronische
bekendmaking verschillende modaliteiten mogelijk. In de eerste plaats kunnen
de decentrale overheden een dergelijke voorziening zelf laten ontwikkelen
en zelf beheren. In de tweede plaats zou kunnen worden voortgebouwd op voorzieningen
die zijn getroffen voor de elektronische publicatie van Staatsblad, Staatscourant
en Tractatenblad. Het kabinet verleent daaraan graag medewerking, maar dat
vergt wel dat het Rijk met de betrokken decentrale overheden overeenstemming
bereikt over de financiering – bijvoorbeeld via een uitname uit het
Gemeentefonds en het Provinciefonds – en de inrichting van een dergelijke
voorziening. De decentrale overheden hebben echter nog geen definitieve keuze
gemaakt en hebben zich nog niet uitgesproken over een voorstel dat daarover
in februari 2007 ambtelijk aan die overheden is gedaan. Daarom is het op dit moment niet mogelijk om de vraag naar de ontwikkeling en de implementatie
te beantwoorden.
De betreffende leden wilden voorts weten of de gemeenschappelijke voorziening
ook een plaats in het wetgevingsproces zal krijgen zoals voorgestaan in het
programma Vernieuwing Rijksdienst.
De gemeenschappelijke voorziening maakt geen deel uit van het programma
Vernieuwing Rijksdienst. Dit neemt niet weg dat ook bij decentrale overheden
moderne technologie kan worden ingezet om beleid, wetgeving en uitvoering
met elkaar te verbinden en participatie, transparantie en kwaliteit van het
wetgevingsproces te vergroten. Zoals in paragraaf 5.7 van de memorie
van toelichting bij het wetsvoorstel elektronische bekendmaking is uiteengezet,
is er wel een centrale voorziening voor de publicatie van geconsolideerde
decentrale regelgeving (CVDR). Bij de ontwikkeling daarvan is bij decentrale
overheden getoetst of er behoefte is deze voorziening uit te breiden met faciliteiten
waarmee de totstandkoming van regelgeving wordt ondersteund. De gedachten
gingen daarbij uit naar ondersteuning voor het organiseren van een forum van
wetgevingsjuristen bij decentrale overheden en het implementeren van technische
hulpmiddelen die door dat forum wenselijk zouden worden geacht. De decentrale
overheden die bij de ontwikkelingen zijn betrokken hebben destijds aangegeven
daaraan (nog) geen behoefte te hebben. Daarom is bij de bouw van de CVDR slechts één
voorziening aangebracht om het wetgevingsproces te ondersteunen. Het betreft
het opnemen van de modelverordeningen van de VNG. Dit maakt het lokale wetgevingjuristen
mogelijk om deze eenvoudig en foutloos over te nemen, dan wel hierop wijzigingen
aan te brengen. Uiteraard is het mogelijk in de toekomst meer voorzieningen
op te nemen en kan hieraan desgewenst ook een gemeenschappelijke voorziening
voor elektronische bekendmaking worden verbonden. Een vereiste is wel dat
de decentrale overheden hiertoe de wens te kennen geven en de benodigde middelen
ter beschikking stellen.
De leden van de VVD-fractie vroegen voorts wie verantwoordelijk wordt
voor de betrouwbaarheid, toegankelijkheid, beschikbaarheid en integriteit
van de gemeenschappelijke voorziening. Wie wordt verantwoordelijk voor de
authenticiteit en integriteit van de daarmee gepubliceerde algemeen verbindende
voorschriften? Welke eisen gaan daaraan gesteld worden?
De verantwoordelijkheidsverdeling hangt af van de vorm die uiteindelijk
voor de gemeenschappelijke voorziening wordt gekozen en de afspraken die daarover
worden gemaakt. Op dit moment valt deze vraag daarom niet te beantwoorden.
In de memorie van antwoord is aangegeven dat een concept voor een Regeling
elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden
voor commentaar is voorgelegd aan de VNG, het IPO, de UvW en de SER. Hierin
worden onder meer voorschriften gegeven met het oog op de betrouwbaarheid
en de beveiliging van de elektronische uitgifte en beschikbaarstelling van
het gemeenteblad, het provinciaal blad, het waterschapsblad en het Verordeningenblad
Bedrijfsorganisatie. Het is mijn voornemen om in de regeling vast te leggen
dat:
• de publicaties moeten worden uitgegeven en beschikbaar gehouden
in een nader gespecificeerd bestandsformaat;
• het systeem voor gegevensverwerking waarmee de publicaties worden
uitgegeven en beschikbaar gehouden, moet voldoen aan hoge continuïteitseisen
en volgens algemeen aanvaarde Nederlandse en internationale standaarden voor
informatiebeveiliging moet zijn ingericht;
• alle mutaties in het systeem moeten worden geregistreerd buiten
dit systeem en dat van alle publicaties een elektronische kopie moeten worden gemaakt, zodat een reconstructie mogelijk is in het geval van
een calamiteit.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten