E
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1
De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het
maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben nog enige
aanvullende vragen, mede naar aanleiding van de beantwoording van de vragen
van de VVD-fractie.
In de beantwoording is sprake van schending van de integriteit van het
dier. Is dit nu een van de rechten die aan dieren gaat worden toegekend, bijvoorbeeld
in het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel Dieren? Kent het begrip «integriteit»
nog een andere dimensie behalve het recht om niet – behalve ten behoeve
van de fok – seksueel door een mens te worden benaderd?
De beantwoording van de minister en van de indiener over de zgn. virtuele
porno roept bij de aan het woord zijnde leden eveneens een vervolgvraag op.
In de toelichting op artikel 254a heet het dat onder het verbod ook valt
een realistische afbeelding van een niet bestaand dier.
In de brief van de minister van justitie daarentegen wordt gesteld dat de
strafbaarstelling ziet op een afbeelding van een ontuchtige handeling waarbij
een echt dier en een echt mens «schijnbaar»
zijn betrokken. Kan de minister hier nog eens op ingaan?
Kan hij voorts de hierop volgende overweging dat voor deze grondslag is
gekozen om bewijsproblemen te voorkomen nog wat nader toelichten? Welke bewijsproblemen
voorziet hij als volstaan wordt met een strafbaarstelling van het vervaardigen
et cetera van ontuchtige handelingen waarin een (een of meer) mensen en een
(een of meer) dieren zijn betrokken? Waarom acht hij die eventuele problemen
zwaarwichtiger dan de verdergaande inbreuk op de vrijheid van expressie die
wordt gemaakt door het verbod op te rekken tot zogenaamde make believe afbeeldingen?
Met deze vraag doelden de leden van de PvdA-fractie op de kwestie die zij
in het voorlopig verslag al aanstipten – van de vrijheid van expressie
die met ieder verbod tot het maken, tonen of verspreiden van afbeeldingen
in het geding is en die – zo komt het hen voor – alleen zou mogen
wijken indien daarbij een zwaarwegend maatschappelijk belang is betrokken.
Is de minister en is de indiener het daarmee eens? Zo ja, wat is dat zwaarwegende
belang dan wel?
In dit verband wensen deze leden aan beiden het bericht voor te houden
uit de krant van vorig jaar over foto’s die in beslag zijn genomen van
een beeldend kunstenaar waarop seks met dieren wordt gesimuleerd. Het werk
van deze kunstenaar wordt, aldus de directeur van de kunstmarkt Fiac «overal
zonder problemen» getoond.1 Is nu, zo vragen
de aan het woord zijnde leden zich af, een consequentie van aanvaarding van
dit wetsvoorstel dat de woorden «overal» voortaan voorzien zijn
van de toevoeging «behalve in Nederland»? Of behelst het voorliggende
wetsvoorstel een escape om binnen het raamwerk van ons wetboek van strafrecht
in gevallen als deze van straffeloosheid uit te gaan?
De griffier van de vaste commissie voor Justitie,
Van de Beeten
De griffier van de vaste commissie voor Justitie,
Kim van Dooren
XNoot
1Samenstelling:
Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA), voorzitter,
Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Westerveld
(PvdA), vice-voorzitter, Russell (CDA), Engels (D66), Franken (CDA), Peters
(SP), Quik-Schuijt (SP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Ten Horn (SP), Janse de
Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik
(GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA), Duthler (VVD) en Yildirim
(Fractie-Yildirim).
XNoot
1Bron NRC-Handelsblad, 28 oktober 2008.