E
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 december 2008
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid1 van de Eerste Kamer heeft op 16 december 2008 de
brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december
2008 over het enquêterecht in de bve-sector besproken.
De commissie heeft daarop bij brief van 17 december 2008 gereageerd.
De commissie brengt hierbij verslag uit van het aldus gevoerde schriftelijk
overleg.
De griffier van de commissie,
Warmolt de Boer
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN
WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 december 2008
Begin november heeft u mijn antwoord op uw vragen over het wetsvoorstel
wijziging WEB inzake colleges van bestuur en raden van toezicht ontvangen
(Kamerstukken 2008/09, 30 599, C). In mijn antwoord (Kamerstukken 2008/09,
30 599, C, pagina 7) heb ik toegezegd u een afschrift te sturen van mijn
brief over het enquêterecht aan de Tweede Kamer in de sector voor beroepsonderwijs
en volwasseneneducatie (bve). In die brief informeer ik de leden van de Tweede
Kamer over de mogelijkheden van het enquêterecht voor de bve-sector
bij falend toezicht. Als bijlage bij deze brief ontvangt u een afschrift1 hiervan.
Ik realiseer me dat ik de bijgevoegde brief aan de Tweede Kamer nog geen
definitief antwoord is op de vraag naar correctiemogelijkheden binnen het
bve-stelsel bij falend intern toezicht. Toch hoop ik dat u de behandeling
van het wetsvoorstel wijziging WEB inzake raden van toezicht en colleges van
bestuur zal voortzetten. De beoogde wetswijziging regelt – niet meer
en niets minder – een deugdelijke scheiding tussen de bestuurder en
interne toezichthouder van bve-instellingen. Op dit moment zijn instellingen
hiertoe nog niet verplicht. Het aanbrengen van deze scheiding tussen verantwoordelijkheden
van de bestuurder en de interne toezichthouder draagt bij aan de noodzakelijke «checks &
balances» om bezwaarlijke machtsconcentratie te voorkomen. En dat zou
een belangrijke stap vooruit zijn in de ontwikkeling van goed bestuur binnen
deze onderwijssector.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN
WETENSCHAP
Den Haag, 17 december 2008
Naar aanleiding van de bespreking in de commissie OCW van uw brief van
8 december 2008 (kenmerk NVE/I&I/84997), waarin u de hoop uitspreekt
tot voorzetting van de behandeling van wetsvoorstel inzake raden van toezicht
en colleges van bestuur in de BVE-sector (30 599), heeft de commissie
opnieuw geconstateerd dat er een verband is tussen dit wetsvoorstel en het
wetsvoorstel medezeggenschap educatie en beroepsonderwijs (31 266). Dit
verband blijkt onder andere uit uw beantwoording van vragen van de Eerste
Kamer over checks & balances in de memorie van antwoord en uw brief van
4 december aan de Tweede Kamer over het enquêterecht en correctiemogelijkheden
bij falend intern toezicht. Het feit dat de definitieve contouren van dit
wetsvoorstel nog niet geheel zichtbaar zijn bemoeilijkt een integrale afweging
in de Eerste Kamer van het vraagstuk van «goed bestuur» in de
BVE-sector.
De commissie is zich tegelijkertijd terdege bewust van het belang voor
de BVE-sector van de invoering van de scheiding tussen bestuur en toezicht
en zij wil de behandeling van de daartoe strekkende wetswijziging niet onnodig
lang ophouden. Het verband tussen bovengenoemde wetsvoorstellen is bovendien
niet zo sterk dat indiening van wetsvoorstel medezeggenschap educatie en beroepsonderwijs
bij de Eerste Kamer per se afgewacht moet worden.
De commissie is daarom bereid mee te werken aan voortzetting van de behandeling
zo spoedig mogelijk na het OCW-beleidsdebat in de Eerste Kamer, dat plaatsvindt
op 10 februari 2009.
De commissie zou echter nog wel graag door u geïnformeerd worden
over het te verwachten tijdstip van indiening bij de Eerste Kamer van het
wetsvoorstel medezeggenschap educatie en beroepsonderwijs. In dit verband
ziet de commissie ook graag toegelicht waarom tot op heden de beantwoording
van het op 13 maart 2008 vastgestelde verslag bij het wetsvoorstel medezeggenschap
educatie (31 266, nr. 5) is uitgebleven. De commissie ziet deze informatie
graag op korte termijn tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,
A. H. M. Dölle
XNoot
1Samenstelling:
Schuurman (CU), Holdijk (SGP), Dupuis (VVD), Dölle (CDA), (voorzitter),
Tan (PvdA), (vice-voorzitter), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Linthorst
(PvdA), Biermans (VVD), Essers (CDA), Schouw (D66), Leijnse (PvdA), Thissen
(GL), Slager (SP), Goyert (CDA), De Boer (CU), Asscher (VVD), Hillen (CDA),
Laurier (GL), Hermans (VVD), Ten Horn (SP), Meurs (PvdA), Leunissen (CDA),
Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Vliegenthart (SP) en
Yildirim (Fractie-Yildirim).
XNoot
1Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning onder griffienummer
142891.