30 536
Regels inzake de volledige liberalisering van de postmarkt en de garantie van de universele postdienstverlening (Postwet 20..)

W
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 augustus 2009

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Postwet 20.. in uw Kamer heeft lid Schouw gevraagd naar het aandeel van de zuidelijke landen, te weten Frankrijk, Italië en Spanje, op de Europese postmarkt. Dit naar aanleiding van de keuze van het kabinet om bij volledige opening van de Nederlandse postmarkt voor wat betreft het eerlijke speelveld met name te kijken naar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Deze laatste twee landen hebben met Nederland samen ongeveer 50% van de Europese postmarkt in handen en zijn landen die eerder dan 1 januari 2011 hun nationale postmarkten volledig hebben geopend, namelijk het Verenigd Koninkrijk op 1 januari 2006, Duitsland 1 januari 2008 en Nederland 1 april 2009.

Tijdens de behandeling heb ik gegevens uit een onderzoeksrapport van 2004, waarop de bovengenoemde keuze van het kabinet was gebaseerd, aangehaald. Dit onderzoek is gehouden door WIK consult op verzoek van de Europese Commissie. Het rapport1 is een bijlage bij deze brief. Vanwege de grootte van het rapport verwijs ik u graag naar pagina 135. Hier staan de percentages vermeld van het aandeel van de universele postdienstverleners (destijds allemaal monopolist) voor wat betreft de Europese brievenpost. In 2006 is op verzoek van de Europese Commissie een nieuw onderzoek gehouden, de resultaten van dit onderzoek wijken minimaal af van bovengenoemde percentages en zijn voor de volledigheid in onderstaande tabel opgenomen.

 20042006
Italië6,57%6,7%
Spanje5,77%6,2%
Frankrijk19,41%19,4%
Verenigd Koninkrijk22,27%21,5%
Duitsland20,57%20,0%
Nederland5,95%6,1%

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk


XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning onder griffie nr. 144699.

Naar boven