30 536
Regels inzake de volledige liberalisering van de postmarkt en de garantie van de universele postdienstverlening (Postwet 20..)

V
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2009

Tijdens de behandeling van de Postwet in uw Kamer heeft de staatssecretaris van Economische Zaken u in antwoord op een motie van de heer Schouw c.s. (30 536, letter U) toegezegd het rapport Onderzoek marktwerkingsbeleid op een geschikt moment en met een actualisatie toe te zenden en open te staan voor een debat over de verhouding markt en overheid.

Naar aanleiding van het debat dat ik met de Tweede Kamer heb gevoerd op 10 september 2008 over het rapport Onderzoek Marktwerkingbeleid heeft de Tweede Kamer een SER-adviesaanvraag1 opgesteld. Deze SER-adviesaanvraag betreft onder andere gelijksoortige vragen en constateringen zoals opgenomen in de motie Schouw, betreffende de veranderende verhouding tussen markt en overheid en beleidsvragen voor de toekomst. Na het uitkomen van het SER-advies zal het Kabinet met een reactie komen. Om aan de door de staatssecretaris gedane toezegging te voldoen, zeg ik u hierbij toe het SER-advies vergezeld van de kabinetsreactie ook aan uw Kamer te doen toekomen.

Bijgevoegd vindt u alvast het Onderzoek marktwerkingsbeleid1 en aanbiedingsbrief zoals op 18 februari 2008 aan de Tweede Kamer is toegezonden2. Daarnaast heb ik te uwer informatie de SER-adviesaanvraag bijgevoegd zoals deze door de Tweede Kamer is opgesteld.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning onder griffienummer 139888.31.

XNoot
2

Kamerstukken II, vergaderjaar 2007–2008, 24 036, nr. 343.

Naar boven