30 489
Wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen)

U
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 19 mei 2009

De leden van de vaste commissies voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie1 en voor Verkeer en Waterstaat2 hebben ter voorbereiding op een debat over het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) op 19 mei 2009 in deze Kamer enkele schriftelijke vragen voorgelegd aan minister Eurlings bij brief d.d. 23 april 2009. In deze brief werd de vraag aan de orde gesteld hoe het uitstel van de invoering van de kilometerheffing zal gaan uitwerken op het NSL.

De minister van Verkeer en Waterstaat heeft op 12 mei 2009 gereageerd.

De commissies brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie,

Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Den Haag, 23 april 2009

Ter voorbereiding op een debat over het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) op 19 mei a.s. in deze Kamer zijn door de leden van de commissie VROM/WWI enkele schriftelijke vragen voorgelegd aan minister Cramer. In deze brief werd ook de vraag aan de orde gesteld wat er zou moeten gebeuren indien de aangekondigde maatregelen niet afdoende zouden zijn om de beoogde verbetering van de luchtkwaliteit te realiseren. Opgemerkt werd dat het NSL is gebaseerd op een ingewikkelde methode van meten en rekenen met een onzekerheidsfactor van 20%. Bovendien werd geconstateerd dat een aantal maatregelen waarmee gerekend wordt, waaronder de kilometerheffing, nog uiterst onzeker is.

Hoe terecht deze vraag gesteld is, bleek wel toen u de Tweede Kamer op 6 april jl. over de voortgang van de introductie van de landelijke kilometerprijs meldde dat de invoering in 2011, maar ook in 2012 niet langer realistisch wordt geacht. In het debat in de Tweede Kamer op 8 april 2009 sprak u over een kans van 85% – en dat is dus bijna 100% – om in mei 2014 te starten. De leden van de commissies voor Verkeer en Waterstaat en VROM/WWI voelen zich door deze nieuwe informatie overvallen, aangezien u amper twee weken voor de hierboven genoemde brief in het debat over spoedwet wegverbreding in deze Kamer, nog uitdrukkelijk bevraagd bent over de verhouding van het tempo van invoering van de kilometerbeprijzing tot het NSL, aangezien de derogatie gebaseerd is op 2015 en in het NSL de effecten van de kilometerheffing al zijn ingecalculeerd. U gaf op 24 maart 2009 aan dat u hoopte dat de Wet kilometerprijs in 2011 van kracht zou zijn en dat vanaf 2012 stap voor stap de kilometerprijs ingevoerd zal worden.

Nu volgens de laatste informatie de stapsgewijze invoering van de kilometerheffing zeer waarschijnlijk pas van start gaat enkele maanden voor Nederland volledig aan de Europese luchtkwaliteitsrichtlijn moet voldoen wordt de vraag des te pregnanter hoe dit uitstel van de invoering van de kilometerheffing zal gaan uitwerken op het NSL. De commissies wensen hierover uiterlijk 11 mei 2009uitsluitsel, opdat in de commissievergadering van 12 mei 2009 kan worden besloten over het al dan niet doorgaan van het debat over het NSL.

Afschrift van deze brief wordt heden gezonden aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie,

M. C. Meindertsma

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Dr. A.G. Schouw

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2009

Op 23 april 2009 heb ik uw vraag met betrekking tot het effect van het uitstel van de invoering kilometerheffing op het NSL mogen ontvangen. Deze vraag sluit aan bij uw vragen over het NSL die u op 31 maart 2009 aan de minister van VROM heeft gesteld. Per brief van 27 april1 heeft de minister van VROM uw vragen van 31 maart 2009 beantwoord.

Gelet op uw zorgen omtrent het effect van het opschuiven van de invoering van de kilometerprijs op het NSL, ontvangt u hierbij een nadere toelichting.

Op 6 april heb ik de Tweede Kamer de tweede voortgangsrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit doen toekomen. In de bijbehorende brief heb ik onder meer de laatste stand van zaken rond de planning gemeld. Eerder, tijdens het AO op 18 november vorig jaar, heb ik de Tweede Kamer laten weten dat om 2011 te halen een versnelling nodig was ten opzichte van het kritieke pad, dat destijds uitkwam op 2012. Het kritieke pad betrof een planning zonder risico’s en onzekerheden en zonder eventuele scopewijzigingen. Op dat moment was al duidelijk dat er sprake was van een groot risicoprofiel. Uit de tweede voortgangsrapportage blijkt dat het risicoprofiel verder is toegenomen en zich enige risico’s hebben gemanifesteerd waardoor er in de verslagperiode verschuivingen in de planning zijn opgetreden. Dit heeft als gevolg dat ik 8 maanden extra uittrek voor bepaalde onderdelen van het project. Het gaat hier om de verschuiving van 5 maanden, die al bekend was omdat ik die eerder al gemeld had aan de Tweede Kamer. De verschuiving van 3 maanden die later dit jaar optreedt, is genoemd in de tweede voortgangsrapportage.

Deze 8 maanden tezamen hebben slechts een beperkt effect op het NSL. Immers bij de doorrekening van de luchtkwaliteitseffecten voor het NSL in 2015 is gerekend met een voorzichtigheidsmarge van 50% van de te verwachten effecten van Anders Betalen voor Mobiliteit op de korte termijn.

Verder heb ik in de tweede voortgangsrapportage gemeld dat ik wil uitgaan van een planning die voldoende stabiel is en een realistisch beeld geeft. Het is mijn voornemen om met ingang van de volgende voortgangsrapportage te communiceren over de probabilistische planning. Ik heb een extern bureau gevraagd mij te adviseren hoe de planning te verbeteren. Daarbij zal ik, in goed overleg met de andere departementen, ook de consequenties van de planning voor andere dossiers in beeld brengen.

We gaan hoe dan ook de doelstellingen van het NSL halen. Jaarlijks wordt het NSL gemonitord. Dan wordt de balans over het totaal van maatregelen opgemaakt. Sommige maatregelen vallen mee en andere vallen tegen. Op basis van deze analyse kijken we waar we staan en of extra maatregelen nodig zijn. Als dit het geval is, dan zal ik in afstemming met mijn collega van VROM extra maatregelen treffen. Dit heb ik de Tweede Kamer ook toegezegd naar aanleiding van de motie van de leden Roefs, Koopmans en Cramer2. Overigens wordt nu al geïnventariseerd welke aanvullende maatregelen mogelijk zijn. Extra maatregelen die niet in het ontwerp NSL zitten maar wel doorgerekend zijn, zijn bijvoorbeeld de differentiatie parkeertarieven en (deels) het belastingplan 2009, waaronder de verhoging van de MRB van vuile personenauto’s. Daarnaast zet dit kabinet nu al in op ontwikkeling van reserve maatregelen zoals de stimulering euro VI voor vrachtauto’s, de sloopregeling en stimulering elektrisch vervoer.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

ir. Camiel Eurlings


XNoot
1

Samenstelling:

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie, Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), (voorzitter), Meulenbelt (SP), Rosenthal (VVD), Swenker (VVD), Slagter-Roukema (SP), Schouw (D66), Putters (PvdA), Eigeman (PvdA), Leijnse (PvdA), Thissen (GL), Slager (SP), Hendrikx (CDA), De Boer (CU), Willems (CDA), Hofstra (VVD), Asscher (VVD), Klein Breteler (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Laurier (GL), Meurs (PvdA), Leunissen (CDA), De Vries-Leggedoor (CDA), (vice-voorzitter), Janse de Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Smaling (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

XNoot
2

Samenstelling:

Verkeer en Waterstaat: Schuurman (CU), Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), Dupuis (VVD), Slagter-Roukema (SP), Linthorst (PvdA), Schouw (D66), (voorzitter), Thissen (GL), Slager (SP), Hendrikx (CDA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Hofstra (VVD), Asscher (VVD), Klein Breteler (CDA), Hillen (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Laurier (GL), De Vries-Leggedoor (CDA), Janse de Jonge (CDA), Smaling (SP), Koffeman (PvdD), Rehwinkel (PvdA), Vliegenthart (SP), (vice-voorzitter) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

XNoot
1

Kamerstukken I, 2008/2009, 30 489, T.

XNoot
2

Kamerstukken II 2008/2009, 31 305, nr. 134.

Naar boven