E
MOTIE VAN HET LID BROEKERS-KNOL C.S.1
Voorgesteld 7 oktober 2008
De Kamer,
de beraadslagingen gehoord,
constaterende, dat in het onderhavige wetsvoorstel in het nieuwe artikel
253c van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd
partnerschap, de geslachtsnaam en het verkrijgen van gezamenlijk gezag, als
forum de kantonrechter staat vermeld waar in overeenstemming met de wet van
22 november 2006 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek
in verband met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank
en kantonrechter, alsmede van artikel 12 van dat Boek en van artikel 268 van
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in werking getreden op 1 mei
2007, in plaats daarvan als forum de rechtbank had moeten worden genoemd,
vaststellende, dat de minister stelt voor het probleem materieel een oplossing
te zien in de zin dat volgens artikel 48 lid 1 van de Wet op de rechterlijke
organisatie het bestuur van de rechtbank een lid van de familiekamer tijdelijk
aan de sector kanton kan toevoegen,
van oordeel zijnde, dat deze oplossing niet in overeenstemming is met
de wet, gezien het bepaalde in artikel 47 lid 1 van de Wet op de rechterlijke
organisatie namelijk dat de kantonrechter oordeelt in kantonzaken, en de genoemde
zaken volgens de wet van 22 november 2006, in werking getreden 1 mei
2007, rechtbank zaken zijn,
spreekt als haar mening uit dat het wetsvoorstel niet kan worden aangenomen
zolang in artikel 253c «kantonrechter» staat vermeld in plaats
van «rechtbank» zoals vereist sinds de wet van 22 november
2006 in werking getreden 1 mei 2007,
en gaat over tot de orde van de dag
Broekers-Knol
Duthler
Swenker
Biermans
Hofstra