28 764
Goedkeuring van het op 24 april 1986 te Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele organisaties, alsmede invoering van enige regels met betrekking tot in een terrorismelijst vermelde organisaties en andere organisaties waarvan het doel of de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde

M
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 24 september 2008

De vaste commissie voor Justitie1 heeft de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 13 mei 20082 waarin hij de Eerste Kamer heeft geïnformeerd over de uitspraak in het Britse MKO-proces, besproken. De commissie heeft de minister bij brief van 14 augustus 2008 een aantal nadere vragen inzake het vervolgtraject voorgelegd. De minister heeft daarop bij brief van 18 september 2008 gereageerd.

De commissie brengt hierbij verslag uit van het aldus gevoerde schriftelijke overleg.

De griffier van de commissie,

Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Den Haag, 14 augustus 2008

In de commissie Justitie is uw brief van 13 mei 2008 besproken waarin u de Eerste Kamer heeft geïnformeerd over de uitspraak in het Britse MKO-proces.

De commissie dankt u voor de prompte berichtgeving over deze uitspraak, waarmee u uw toezegging aan deze Kamer bent nagekomen. De brief is echter wat summier waar het het vervolgtraject betreft. De commissie leest uit de brief dat het voorstel tot delisting ter goedkeuring aan het Britse parlement wordt voorgelegd. Klopt het dat deze procedure is voorgeschreven? Strekt de bevoegdheid van het Britse parlement zich zover uit dat er nog een toetsing plaatsvindt van het voorstel tot delisting of bestaat er feitelijk geen andere mogelijkheid dan de uitspraak van het Court of Appeal te respecteren? Moet een parlementair besluit beslissend zijn?

Is het voorstel tot delisting inmiddels aan de beide Kamers van het Britse parlement voorgelegd en hebben deze zich inmiddels uitgesproken over het voorstel?

De commissie zou graag op de hoogte gehouden willen worden van de vervolgstappen in dit proces.

De voorzitter van de commissie Justitie,

R. H. van de Beeten

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2008

Graag bied ik u mijn reactie aan op de brief van de voorzitter van de commissie Justitie van de Eerste Kamer met kenmerk 137070.7U over de Britse delisting procedure van de Organisatie van Volksmujahedeen van Iran, Mujahedin-e KhalqOrganisatie (MKO).

Zoals bekend, heeft de Britse commissie van beroep betreffende verboden organisaties, de Proscribed Organisations Appeal Commission (POAC), op 30 november jl. geoordeeld dat de MKO van de Britse nationale bevriezingslijst moest worden verwijderd. Deze uitspraak van POAC werd onherroepelijk toen het Court of Appeal op 7 mei jl. een verzoek tot beroep tegen deze uitspraak weigerde.

Conform de Britse procedure voor delisting van personen of organisaties van de Britse nationale bevriezingslijst, was de Home Secretary naar aanleiding van deze uitspraak van POAC verplicht een ontwerpbesluit («draft order») tot delisting ter goedkeuring voor te leggen aan het Britse parlement (art. 5 sub 5a Terrorism Act 2000).

De Secretary of State for the Home Department kan een dergelijk besluit slechts zelfstandig vaststellen in een situatie waarin spoed is vereist (art. 123 sub 4 Terrorism Act 2000). Dit besluit verliest echter zijn rechtskracht na veertig dagen, als in deze periode niet alsnog goedkeuring aan het besluit wordt geven door beide Huizen. In het onderhavige geval was het niet nodig gebruik te maken van deze bepaling, omdat het Britse parlement in zitting was en de behandeling van het besluit op korte termijn op de agenda van beide Huizen kon worden gezet.

Op 23 juni jl. hebben het Hogerhuis en het Lagerhuis van het Britse parlement hun goedkeuring gegeven aan het aan hen voorgelegde besluit inzake delisting van de MKO, waardoor de organisatie inmiddels van de Britse, nationale bevriezingslijst is verwijderd.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen


XNoot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA), voorzitter, Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Westerveld (PvdA), vice-voorzitter, Russell (CDA), Engels (D66), Franken (CDA), Peters (SP), Quik-Schuijt (SP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Ten Horn (SP), Janse de Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA), Duthler (VVD), Yildirim en (Fractie-Yildirim).

XNoot
2

Kamerstukken I 2007–2008, 28 764, letter L.

Naar boven