A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de groep
van personen die het collegegeld dat is vastgesteld bij wet verschuldigd zijn,
uit te breiden; dat daartoe de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek dient te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEK
Artikel 7.43, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wet op het hoger onderwijs
en wetenschappelijk onderzoek komt als volgt te luiden:
a. behoort tot een van de groepen van personen bedoeld in artikel
2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, of
b. de Surinaamse nationaliteit bezit.
ARTIKEL II. WET TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE
EN SCHOOLKOSTEN
De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt
gewijzigd:
A
Voor artikel 12.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 12.4a. Afwijking van artikel 2.23
Voor de berekening van de draagkracht, bedoeld in artikel 2.23, eerste
lid, van de student die onder afdeling 5.1 valt, wordt in de studiejaren 2008–2009
en 2009–2010 het toetsingsinkomen van zijn partner op nihil gesteld.
B
Artikel 12.4a vervalt.
ARTIKEL III. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september 2008, met uitzondering
van artikel II, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 september
2010.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,