31 320
Regels omtrent energie-efficiëntie (Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie)

A
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2008

In reactie op de korte aantekening van de vergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken d.d. 15 april 2008 inzake de voortgang van het wetsvoorstel implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (Kamerstukken 31 320), bericht ik u als volgt.

Op 15 april 2008 heeft de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer besloten om de voor 16 april 2008 geplande plenaire behandeling van dit wetsvoorstel op te schorten. De Tweede Kamer wenst de behandeling te laten samenvallen met het wetsvoorstel inzake wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Kamerstukken 31 374; citeertitel wetsvoorstel marktmodel kleinverbruikers). Aldus beoogt de Tweede Kamer te voorkomen dat de implementatie van de EG-richtlijnen energie-efficiëntie leidt tot tijdelijke artikelen die enkele maanden later, met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel marktmodel kleinverbruikers weer komen te vervallen. Dit betreft bepalingen inzake de uitrol van zogenaamde slimme meters.

Echter in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie d.d. 7 maart 2008 (Kamerstukken 31 320, nr. 6) beargumenteer ik uitgebreid de achtergrond van de indiening van twee wetsvoorstellen, o.a. vanwege het halen van de implementatiedatum van 17 mei 2008.

De Tweede Kamer heeft voor 26 mei 2008 een wetgevingsoverleg gepland over beide wetsvoorstellen. Het wetsvoorstel zal derhalve niet voor 17 mei 2008 zijn geïmplementeerd. Ik zal de Europese Commissie dienaangaande op de hoogte stellen.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven