A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering en de Gerechtsdeurwaarderswet te wijzigen
teneinde de informatiebevoegdheid van deurwaarders te verruimen en de mogelijkheid
van elektronische betekening in geval van derdenbeslag te creëren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met het vierde lid tot
het derde tot en met het vijfde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd,
luidende:
2. Een daartoe bevoegde deurwaarder kan, indien de wet dit bepaalt,
ook elektronisch exploot doen.
2. Het derde lid (nieuw), onderdeel e, komt als volgt te luiden:
e. degene aan wie afschrift van het exploot is gelaten, onder vermelding
van diens hoedanigheid of, indien het exploot elektronisch is gedaan als bedoeld
in het tweede lid, het elektronisch adres waaraan afschrift van het exploot
is gelaten.
B
Aan artikel 475 worden na het tweede lid drie leden toegevoegd, luidende:
3. Het afschrift van het beslagexploot, het afschrift van de executoriale
titel en het formulier, bedoeld in het tweede lid, kunnen ook elektronisch
worden gelaten aan het elektronisch adres van de derde-beslagene, mits deze
derde aan een door Onze Minister van Justitie aangewezen organisatie een elektronisch
adres heeft opgegeven, waaraan kan worden betekend. Voor de derde-beslagene
geldt het elektronische afschrift als het oorspronkelijke exploot.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven aangaande
de registratie van de in het derde lid genoemde elektronische adressen. Deze
regels kunnen betrekking hebben op de wijze van opgave, wijziging, afmelding
en doorhaling van een elektronisch adres en de gevolgen ervan. Tevens worden
bij algemene maatregel van bestuur regels gegevens aangaande de betrouwbaarheid
en vertrouwelijkheid van, de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een
beslagexploot elektronisch kan worden gelaten. Het besluit tot aanwijzing
van een organisatie als bedoeld in het derde lid wordt gepubliceerd in de
Staatscourant.
5. De voordracht voor de krachtens het vierde lid vast te stellen
algemene maatregelen van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
de ontwerpen aan beide kamers der Staten-Generaal zijn overgelegd.
C
Artikel 475g wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en
zesde lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
4. Een deurwaarder die gerechtigd is tegen een schuldenaar beslag
te leggen, is bevoegd ten behoeve van het leggen van dit beslag aan een door
Onze Minister van Justitie aangewezen bestuursorgaan, dat belast is met de
verwerking van gegevens met betrekking tot periodieke betalingen, mededeling
te vragen van de naam, het adres, de vestigingsplaats en de overige gegevens
die door dit bestuursorgaan in de administratie worden verwerkt, voor zover
die vereist zijn voor het vaststellen van de identiteit van degene die de
periodieke betaling aan de schuldenaar verricht. Het bestuursorgaan is verplicht
hierop desgevraagd schriftelijk te antwoorden.
2. In het nieuwe vijfde en zesde lid wordt «derde lid»
steeds vervangen door: derde en vierde lid.
D
In artikel 720 wordt de zinsnede «De artikelen 475a-475i,»
vervangen door: De artikelen 475, derde lid, 475a tot en met 475i,.
ARTIKEL II
In artikel 18, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet wordt na de
eerste zin een zin ingevoegd, luidende: In geval een derde-beslagene een elektronisch
afschrift heeft ontvangen, geschiedt deze afgifte kosteloos.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie,