31 206
Wijzigingen van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2008)

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID JULES KORTENHORST

Ontvangen 8 november 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel VI wordt na onderdeel 0A een onderdeel ingevoegd, luidende:

OAA. Artikel 12b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «een octrooi is verleend» ingevoegd: of een immaterieel activum heeft voortgebracht dat is voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor aan hem een S&O-verklaring is afgegeven als bedoeld in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (S&O-activum).

2. In het tweede lid wordt na «octrooien» ingevoegd: alsmede op S&O-activa.

3. Aan het vijfde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor de toepassing van de tweede volzin en van het zevende lid, onderdeel b, bedraagt de vermeerdering met de voortbrengingskosten van de S&O-activa ten hoogste € 100 000.

4. Aan het zesde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor de toepassing van de eerste volzin en van het achtste lid, onderdeel b, bedraagt de vermeerdering met het viervoud van het bedrag van de voortbrengingskosten van de S&O-activa ten hoogste € 400 000.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe de octrooibox uit te breiden met immateriële activa waarvoor geen octrooi is verleend maar die wel zijn voortgekomen uit een S&O-project. Deze uitbreiding bevordert succesvolle innovatie en past dus binnen de doelstelling van de octrooibox. Om de faciliteit toe te spitsen op het midden- en kleinbedrijf en het budgettaire beslag te beperken is het plafond voor de maximaal onder het boxtarief te brengen voordelen (de boxruimte) bij deze immateriële activa gelimiteerd tot € 400 000 per belastingplichtige per jaar. De budgettaire lasten van deze uitbreiding zijn geraamd op € 70 miljoen per jaar. Voorgesteld wordt deze uitbreiding te financieren door invoering van twee nieuwe en aanvullende verleggingsregelingen in het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968. Het gaat om verlegging van de belastingschuld bij executieverkopen op last van zekerheidsgerechtigden en bij executieverkopen op last van schuldeisers in het bezit van een executoriale titel.

Jules Kortenhorst

Naar boven