G
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2008
Tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit voor het jaar 2008 (31 200 XIV, E) heeft uw Kamer
op 12 februari 2008 de motie-Koffeman c.s. aangenomen. In deze brief
reageer ik op deze motie.
In de motie wordt de regering verzocht in haar kennis- en innovatiebeleid
bijzondere aandacht te verlenen aan projecten die gericht zijn op de duurzame
transitie van de productie en consumptie van dierlijke eiwitten naar meer
efficiënte equivalenten van plantaardige oorsprong.
Hierbij informeer ik uw Kamer over de acties die ik reeds onderneem om
het kennis- en innovatiebeleid op het gebied van duurzame transitie van de
productie en consumptie van dierlijke eiwitten naar meer efficiënte equivalenten
van plantaardige oorsprong te bevorderen.
In december 2007 is besloten tot het uitvoeren van het project «Biodiversiteit,
voedsel en vlees», dit in nauwe samenwerking met de collega’s
Cramer en Koenders. Hiermee wordt uitwerking gegeven aan het gelijknamige
thema dat onderdeel uitmaakt van de kabinetsbrede aanpak duurzame ontwikkeling.
Dit project heeft tot doel om de bestaande projecten in het perspectief van
duurzame ontwikkeling te plaatsen, dilemma’s goed in kaart te krijgen
en een samenhangend proces te organiseren ten behoeve van een gemeenschappelijk
eindbeeld rondom het eiwitvraagstuk.
Het voeren van een dialoog, zowel intern binnen LNV als met betrokkenen
in de samenleving, vind ik hierbij cruciaal. De dialoog leidt tot een gedeelde
probleemdefinitie en een gedeelde visie op mogelijke oplossingsrichtingen.
Op basis van de resultaten van de dialoog verwacht ik begin 2009 een robuuste
agenda ten behoeve van verdere beleidsontwikkeling en politieke keuzes op
te leveren.
In opdracht van de overheid vindt thans onderzoek plaats dat relevant
is voor dit thema.
– Onderzoek naar aanwezigheid van randvoorwaarden voor een transitieproces
in de eiwitketen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Dutch Research Institute
for Transitions (DRIFT).
De opdracht is verstrekt door het ministerie van VROM naar aanleiding
van Kamervragen. De resultaten van de eerste fase van het onderzoek zullen
midden 2008 beschikbaar zijn.
– Onderzoek naar de klimaat- en maatschappelijke effecten van de
productie en consumptie van dierlijke eiwitten en enkele vervangingstrategieën.
Het onderzoek is in antwoord op vragen uit de Tweede Kamer toegezegd door
de ministers van VROM en LNV. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Blonk Milieu
Advies (BMA), de resultaten zijn nazomer 2008 beschikbaar.
Daarnaast heb ik in de DLO-Kaderbrief 2009, waarin ik inhoudelijk
sturing geef aan onder meer nieuw te starten beleidsondersteunend onderzoek
(BO) door Wageningen UR, binnen het thema Bewust Consumeren het onderwerp
transitieproces opgevoerd. Met behulp van kennisvragen verzoek ik WUR onderzoeksprojecten
op te stellen die inhoud geven aan het transitieproces van productie en consumptie
van dierlijke eiwitten naar minder of efficiëntere eiwitten.
Tevens wil ik, in overleg met WUR, ruimte maken voor dit thema in de WUR-kennisbasis
(KB) voor 2009.
Tevens heb ik samen met mijn collega voor Ontwikkelingssamenwerking de
beleidsbrief «Landbouwontwikkeling, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid»
uitgebracht. Deze is op 8 mei jl. aan de Tweede Kamer aangeboden. In
deze nota wordt onze internationale inzet aangegeven.
Op dit moment werk ik aan een Nota «Voedsel en Consument»,
die ik later dit jaar aan de Tweede Kamer zal sturen. Daarin zal ik concreet
ingaan op de uitdaging om consumenten beter in staat te stellen bewust te
consumeren. Het gaat mij niet alleen om bewustwording over de impact van consumptie
op klimaat, maar om een brede duurzaamheidbenadering. Keuzevrijheid staat
daarbij voorop voor mij. Ik acht het hierbij ook van belang dat de consument
kan beschikken over adequate informatie.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg