31 037
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met invoering van de leerlinggebonden financiering voor deelnemers in het beroepsonderwijs

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPSBELEID1

Vastgesteld 8 april 2008

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de fracties van ChristenUnie en SGP hebben met instemming kennisgenomen van wetsvoorstel 31 037 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met invoering van de leerlinggebonden financiering voor deelnemers in het beroepsonderwijs. Dit neemt niet weg dat deze leden de regering nog enkele vragen wensen voor te leggen.

De leden van de bovengenoemde fracties vernemen graag van de regering hoe thans concreet de relatie is tussen het onderhavige wetsvoorstel en het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering) (Kamerstuk 27 728) dat ook betrekking heeft op de invoering van leerlinggebonden financiering. Deze leden vragen of het laatstgenoemde wetsvoorstel ertoe leidt dat wellicht op redelijk korte termijn het onderhavige wetsvoorstel weer moet worden aangepast.

Een belangrijk punt voor deze leden is de beschikbaarheid van leerlinggebonden financiering voor mbo-leerlingen die dat nodig hebben. Hierbij dient het aantal leerlingen dat leerlinggebonden financiering behoeft het uitgangspunt te zijn en niet het beschikbare budget noch een strategie waarin het aantal leerlingen met leerlinggebonden financiering zo gering mogelijk wordt gehouden. De leden nemen aan dat de regering het hiermee eens is en verzoeken de regering de Kamer aan te geven hoe de regering dit naar de betreffende scholen communiceert. Bestaat inderdaad de garantie dat elke voor leerlinggebonden financiering in aanmerking komende leerling leerlinggebonden financiering krijgt, ook bij overschrijding van het beschikbare budget? Verwacht de regering dat het aantal leerlingen dat in aanmerking komt voor leerlinggebonden financiering (nog) verder zal stijgen?

Deze leden zien de door de regering te beantwoorden vragen met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de commissie,

Dölle

De griffier a.i. van de commissie,

Van Oort


XNoot
1

Samenstelling:

Schuurman (CU), Holdijk (SGP), Dupuis (VVD), Dölle (CDA), voorzitter, Tan (PvdA), vice-voorzitter, Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Linthorst (PvdA), Biermans (VVD), Essers (CDA), Schouw (D66), Leijnse (PvdA), Thissen (GL), Slager (SP), Goyert (CDA), De Boer (CU), Asscher (VVD), Hillen (CDA), Laurier (GL), Hermans (VVD), Ten Horn (SP), Meurs (PvdA), Leunissen (CDA), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Vliegenthart (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven