30 938
Aanpassing van een aantal wetten met het oog op de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening alsmede regeling van overgangsrecht (Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening)

H
MOTIE VAN HET LID SMALING C.S.

Voorgesteld 6 mei 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende

– dat de invoering van de Wet ruimtelijke ordening een forse taakverschuiving laat zien, met name op provinciaal niveau,

– dat in de invoeringswet Wet ruimtelijke ordening een uitgebreid stelsel aan nieuwe sturingsinstrumenten aan de orde is, die de werkverhoudingen tussen de centrale en decentrale overheden opnieuw zal vormen,

constaterende

– dat door het karakter van «instrumentenwet» met de nadruk op «hoe» en niet op »wat» de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening een goede ex ante-toetsing op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid door de Eerste Kamer niet toelaat en het instrumentarium van jaarlijkse verslaglegging als opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening, artikel 10.1, lid 2, noch de Monitor Nota Ruimte voorziet in een kwantitatieve analyse van de instrumenten,

– dat het instrumentarium in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening dermate afwijkt van de voorheen aanwezige mogelijkheden voor ruimtelijke ordening, dat zo spoedig mogelijk lessen moeten worden getrokken uit de nieuwe ervaringen en toepassingspraktijken, met name op het gebied van de gemeentelijke structuurvisie vis-a-vis het bestemmingsplan, de beheersverordening, het projectbesluit, het inpassingsplan en de reactieve aanwijzing,

verzoekt de regering een ex-durante monitoring en evaluatie (M&E)-instrument te koppelen aan de nieuwe wet, waarin vanaf de werkelijke invoering van de Wet ruimtelijke ordening jaarlijks de voortgang, de problemen, de successen en een evaluerende analyse van de uitvoeringspraktijk worden weergegeven. Dit kan geschieden in een aantal aselect geselecteerde provincies en gemeenten en worden vormgegeven door IPO en VNG, onder begeleiding van MNP/RPB of andere kennisinstellingen.

Hierin dienen te worden opgenomen:

– het relatieve gebruik van het nieuwe instrumentarium per schaalniveau en per beleidsterrein

– het aantal conflicten en juridische procedures per beleidsterrein en per instrument

– het functioneren van de Grondexploitatiewet

– succesverhalen en de wijze waarin die omgezet kunnen worden in «beste practices»

en gaat over tot de orde van de dag.

Smaling

Laurier

Meindertsma

De Boer

Hendrikx

Schouw

Koffeman

Naar boven