30 938
Aanpassing van een aantal wetten met het oog op de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening alsmede regeling van overgangsrecht (Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening)

E
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 februari 2008

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie1 heeft in haar vergadering van 5 februari 2008 de memorie van antwoord besproken inzake wetsvoorstel 30 938. Naar aanleiding daarvan heeft de commissie op 12 februari 2008 een brief gestuurd aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met het verzoek om nadere informatie over de sturingsfilosofie en de realisatieparagraaf bij de Nota Ruimte en de rechtsbescherming van belanghebbenden.

De minister heeft op 20 februari 2008 een reactie gestuurd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijke overleg.

De griffier van de commissie,

Van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE OR DENING EN MILIEUBEHEER

Den Haag, 12 februari 2008

Op 5 februari jl. is in de commissievergadering van de commissie VROM/WWI van de Eerste Kamer de memorie van antwoord met betrekking tot wetsvoorstel «Aanpassing van een aantal wetten met het oog op de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening alsmede regeling van overgangsrecht (Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening)» (30 938) aan de orde geweest. De commissie kwam tot het oordeel dat de memorie van antwoord nog niet bevredigend was, doch heeft afgezien van het uitbrengen van een nader voorlopig verslag. Daarbij heeft de commissie overwogen dat een aantal wezenlijke vragen zich meer lenen voor een plenair debat dan voor verdere schriftelijke behandeling. Voorts speelde een rol dat de commissie de nodige voortgang wil houden in de behandeling.

Hoewel is afgezien van het uitbrengen van een nader voorlopig verslag, wil de commissie benadrukken dat de plenaire behandeling van het wetsvoorstel pas zinvol is op het moment dat u in staat bent tijdens de plenaire behandeling nadere informatie te verschaffen over de realisatieparagraaf waarover u spreekt op pagina 2 van de memorie van antwoord. Ook ten aanzien van de sturingsfilosofie en de rechtsbescherming van belanghebbenden is de commissie van oordeel dat in het plenaire debat pas tot een afronding kan komen wanneer een meer bevredigend antwoord verschaft kan worden dan in de memorie van antwoord is geschied.

Gelet op het bovenstaande wil ik met u in overleg treden teneinde een datum te bepalen voor de plenaire behandeling van het wetsvoorstel.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie,

M. C. Meindertsma

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2008

Bij brief van 12 februari 2008 berichtte de Voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer/Wonen, Wijken en Integratie mij dat uw commissie de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (30 938) pas zinvol acht op het moment dat ik in staat ben tijdens deze behandeling in aanvulling op de memorie van antwoord nadere informatie te verschaffen over de sturingsfilosofie en de realisatieparagraaf bij de Nota Ruimte en de rechtsbescherming van belanghebbenden.

In reactie hierop kan ik u het volgende mededelen. Zoals u bekend is het kabinet bezig in een zogenoemde realisatieparagraaf uit te werken op welke wijze de doorwerking van de Nota Ruimte na de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening gestalte dient te krijgen. Momenteel voer ik bestuurlijk overleg met het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen over de voorlopige voornemens hieromtrent. Ik ga er van uit dat ik u op de voor de behandeling door u beoogde datum van 1 april 2008 nadere informatie kan geven over de sturingsfilosofie en de realisatieparagraaf en een bevredigender antwoord dan mogelijk was in de memorie van antwoord. Tevens zal ik dan nader ingaan op de rechtsbescherming van belanghebbenden.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. Cramer


XNoot
1

Samenstelling:

Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), voorzitter, Meulenbelt (SP), Rosenthal (VVD), Swenker (VVD), Slagter-Roukema (SP), Schouw (D66), Putters (PvdA), Eigeman (PvdA), Leijnse (PvdA), Thissen (GL), Slager (SP), Hendrikx (CDA), De Boer (CU), Willems (CDA), Hofstra (VVD), Asscher (VVD), Klein Breteler (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Laurier (GL), Meurs (PvdA), Leunissen (CDA), De Vries-Leggedoor (CDA), vice-voorzitter, Janse de Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Smaling (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven