A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het naar aanleiding van de
evaluatie van de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur wenselijk
is de Gemeentewet en de Provinciewet te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Vervallen
B
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Een wethouder heeft toegang tot de vergaderingen en kan aan de
beraadslaging deelnemen.
2. Aan artikel 21 wordt een derde lid toegevoegd luidende:
3. Een wethouder kan door de raad worden uitgenodigd om ter vergadering
aanwezig te zijn.
C
Aan het slot van artikel 33, derde lid, wordt toegevoegd: De verordening
bevat ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording.
D
Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De raad kan besluiten dat het wethouderschap in deeltijd wordt
uitgeoefend.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. De raad stelt bij de benoeming van de wethouders de tijdsbestedingsnorm
van elke wethouder vast.
E
Vervallen
F
In artikel 49 wordt «de betrokken wethouder zijn ontslag indient»
vervangen door: de betrokken wethouder onmiddellijk ontslag neemt.
Fa
Artikel 95, eerste lid, komt te luiden:
1. De leden van de raad en de deelraad en de leden van de raad en
de deelraad aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet ontslag is verleend
wegens zwangerschap en bevalling of ziekte ontvangen een bij verordening van
de raad vast te stellen vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming
in de kosten.
G
Artikel 198, tweede lid, komt te luiden:
2. Indien de raad tot het standpunt komt dat de in de jaarrekening
opgenomen baten, lasten of balansmutaties, die niet rechtmatig tot stand zijn
gekomen, aan de vaststelling van de jaarrekening in de weg staan, brengt hij
dit terstond ter kennis van het college met vermelding van de gerezen bedenkingen.
H
In artikel 156, tweede lid, onderdeel h, wordt «de precariobelasting,»
vervangen door: de precariobelasting, de rioolheffing, bedoeld in artikel
228a,.
I
De artikelen 289 en 291 tot en met 309 vervallen.
ARTIKEL II
De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 21, tweede lid, komt te luiden:
2. Een gedeputeerde heeft toegang tot de vergaderingen en kan aan
de beraadslaging deelnemen.
2. Aan artikel 21 wordt een derde lid toegevoegd luidende:
3. Een gedeputeerde kan door provinciale staten worden uitgenodigd
om ter vergadering aanwezig te zijn.
B
Aan artikel 33, derde lid, wordt een zin toegevoegd, die luidt: De verordening
bevat ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording.
C
Vervallen
D
In artikel 49 wordt «de betrokken gedeputeerde zijn ontslag indient»
vervangen door: de betrokken gedeputeerde onmiddellijk ontslag neemt.
Da
In artikel 64 wordt het laatste als tweede lid aangeduide artikellid genummerd:
3.
E
Artikel 202, tweede lid, komt te luiden:
2. Indien provinciale staten tot het standpunt komen dat de in de
jaarrekening opgenomen baten, lasten of balansmutaties, die niet rechtmatig
tot stand zijn gekomen, aan de vaststelling van de jaarrekening in de weg
staan, brengen zij dit terstond ter kennis van gedeputeerde staten met vermelding
van de gerezen bedenkingen.
F
De artikelen 280 en 282 tot en met 296 vervallen.
ARTIKEL III
De Wet gemeenschappelijke regelingen wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 30, eerste lid, onderdeel a, wordt «de belasting
bedoeld in artikel 228 van de Gemeentewet» vervangen door: de belasting,
bedoeld in artikel 228 van de Gemeentewet, de rioolheffing, bedoeld in artikel
228a van de Gemeentewet.
2. In de artikelen 54, eerste lid, onderdeel a, 63, eerste lid, onderdeel
a, en 76, eerste lid, onderdeel a, wordt «de rechten, bedoeld in artikel
229, eerste lid, onder a en b, van de Gemeentewet» telkens vervangen
door: de rioolheffing, bedoeld in artikel 228a van de Gemeentewet en de rechten,
bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b, van de Gemeentewet.
ARTIKEL IV
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,