30 867
Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en enige andere wetten in verband met het op 21 december 2005 te Middelburg totstandgekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied (Trb. 2005, 312)

A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

18 december 2007

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met het op 21 december 2005 te Middelburg totstandgekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied (Trb. 2005, 312) noodzakelijk is de Scheepvaartverkeerswet aan dit verdrag aan te passen en dientengevolge ook enige andere wetten aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Scheepvaartverkeerswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel k wordt «(Stb. 1843, 45)» vervangen door: (Trb. 1995, 48) zoals deze sedertdien is gewijzigd.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

s. verdrag inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer: het op 21 december 2005 te Middelburg totstandgekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied (Trb. 2005, 312).

B

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.

2. Na het eerste lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

2. De maatregel, bedoeld in het eerste lid, heeft geen betrekking op scheepvaartwegen waarop bij of krachtens hoofdstuk III van het Scheldereglement een loodsplicht geldt.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt «11» steeds vervangen door: 11, eerste lid,.

2. In het eerste lid wordt na «schip» ingevoegd: of de persoon die gezagvoerder is van een zeeschip dat geen Scheldevaarder is, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Scheldereglement.

D

Na artikel 23 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23a

Behoeft een burgemeester in geval van een ramp of een zwaar ongeval als bedoeld in de Wet rampen en zware ongevallen of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bijstand van de Gemeenschappelijk Nautische Autoriteit, genoemd in artikel 6 van het verdrag inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer, dan dient hij daartoe met toepassing van artikel 17 van die wet een verzoek in. Onze Minister verzoekt de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit om bijstand.

E

In artikel 30, eerste lid, wordt «een krachtens artikel 4, eerste lid, onderdeel b, vastgesteld verkeersteken» vervangen door: een krachtens artikel 4, eerste lid, onderdeel b, of een krachtens het verdrag inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer vastgesteld verkeersteken.

F

In artikel 31, vierde lid, aanhef en onderdeel a, wordt «in de Nederlandse territoriale zee, de Westerschelde, de Rotterdamse waterweg, het Noordzeekanaal of de Eems-Dollard,» vervangen door: in de Nederlandse territoriale zee, voor zover het verdrag inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer niet van toepassing is, de Rotterdamse waterweg, het Noordzeekanaal of de Eems-Dollard,

G

Na artikel 31 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 31a

1. Overtreding van artikel 9, eerste lid, van het Scheldereglement met een zeeschip, een Scheldevaarder of een schip als bedoeld in artikel 13 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de derde categorie.

2. Niet-nakoming van de voorschriften verbonden aan een ontheffing, bedoeld in artikel 9, vierde lid, van het Scheldereglement, van een verplichting opgelegd krachtens artikel 11 van het Scheldereglement, alsmede overtreding van de regels gesteld bij en krachtens de artikelen 13, eerste lid, en 14, eerste lid, van het Scheldereglement, wordt gestraft met hechtenis van twee maanden of een geldboete van de derde categorie.

3. Overtreding van de regels gesteld krachtens artikel 4, derde lid, van het verdrag inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer wordt gestraft met:

a. hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de derde categorie, indien de overtreding is begaan in de Nederlandse territoriale zee of de Westerschelde;

b. hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie, indien de overtreding is begaan op een andere scheepvaartweg waarop dat verdrag van toepassing is;

c. hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de derde categorie, indien de overtreding betrekking heeft op het ontvangen, bewaren of verstrekken van gegevens met betrekking tot de scheepvaart door organisaties en personen die niet deelnemen aan het scheepvaartverkeer,

een en ander voorzover overtreding van de desbetreffende regel bij regeling van Onze Minister als een strafbaar feit is aangemerkt.

4. Niet-nakoming van een krachtens het verdrag inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer gegeven gebod of verbod, vervat in een verkeersteken of een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken, in de zin van dat verdrag, dan wel een krachtens dat verdrag gegeven voorschrift of beperking, verbonden aan een vrijstelling of ontheffing van een verkeersteken of bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken, dan wel een krachtens dat verdrag gegeven verkeersaanwijzing, wordt gestraft met:

a. hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de derde categorie indien de overtreding is begaan in de Nederlandse territoriale zee of de Westerschelde;

b. hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie, indien de overtreding is begaan op een andere scheepvaartweg waarop dat verdrag van toepassing is.

5. De bij of krachtens dit artikel strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

H

Artikel 35, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel b vervalt «of».

2. Aan het slot van onderdeel c wordt na «is vastgesteld,» toegevoegd: «of» en wordt daarop aansluitend een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. een in artikel 31a bedoeld strafbaar feit heeft begaan, waardoor ernstig gevaar voor de veiligheid van personen of goederen kan ontstaan,.

I

In artikel 52, eerste lid, wordt «11» vervangen door: 11, eerste lid,.

J

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding «A.» vervalt.

2. In onderdeel III wordt na onderdeel 12 ingevoegd: met inbegrip van de havens gelegen aan de onder I tot en met III genoemde scheepvaartwegen.

3. Onderdeel IV komt te luiden:

IV.1. het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied begrensd door een lijn die loopt over de kerktorens van Aagtekerke en Domburg tot de positie 51°37’.0N, 03°27’.2O, vandaar naar de positie 51°42’.6N, 03°41’.6O;

2. de havenbekkens, havens, steigers en aanlegplaatsen die gelegen zijn aan de Westerschelde;

3. de havenbekkens, havens, steigers en aanlegplaatsen die gelegen zijn aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen;

4. de Oosterschelde, het Keeten, het Mastgat, het Zijpe en de Krammer bezuiden de Krammersluizen;

5. het Kanaal door Walcheren, met inbegrip van het Verbrede Arnekanaal tot de spoorbrug;

6. het Kanaal door Zuid-Beveland;

7. het Veerse Meer; met inbegrip van de havens gelegen aan de onder 1 en 4 tot en met 7 genoemde scheepvaartwegen.

4. Onderdeel B vervalt.

ARTIKEL II

Artikel 4, onderdeel i, van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 1°, wordt «bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11, van de Scheepvaartverkeerswet (Stb. 1988, 352),» vervangen door: bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11, van de Scheepvaartverkeerswet, op de Westerschelde, haar mondingen of op het Kanaal van Gent naar Terneuzen,.

2. Onder 2° komt als volgt te luiden:

2°. die van de loodsplicht zijn vrijgesteld op grond van artikel 10, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet of artikel 9, tweede lid van het Scheldereglement, of waarvoor ontheffing is verleend op grond van artikel 10, derde lid, van die wet, of artikel 9, vierde lid, van dat reglement en zich bevinden op de scheepvaartwegen, bedoeld onder 1°;.

ARTIKEL III

In artikel 2:9, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet wordt «op een van de andere in artikel 10, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet bedoelde scheepvaartwegen,» vervangen door: op een van de in artikel 10, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet bedoelde scheepvaartwegen, op de Westerschelde, haar mondingen of op het Kanaal van Gent naar Terneuzen,.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Naar boven