30 819
Regels voor een Inkomensvoorziening voor Oudere Werklozen (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen)

C
MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 4 juni 2008

Met belangstelling heeft de regering kennisgenomen van het voorlopig verslag bij het voorliggende wetsvoorstel. De leden van de PvdA-fractie vragen of dat wat met dit wetsvoorstel beoogd wordt niet bereikt kan worden door herinvoering van een aangepaste WW-vervolguitkering. Tevens vragen zij of financiering uit de WW-premies niet logischer is dan uit de algemene middelen.

De IOW kent een tweeledige doelstelling: het bieden van inkomensbescherming en het bevorderen van de arbeidsdeelname van ouderen via een activerende sociale zekerheid.

De eerste doelstelling zou realiseerbaar zijn door herinvoering van een aangepaste WW-vervolguitkering. De IOW heeft, zoals de WW-vervolguitkering, geen partner- of vermogenstoets. Beide varianten verzachten de gevolgen van de duurverkorting van de WW. Hiermee is tegemoet gekomen aan de verwachtingen die oudere werklozen op het moment van de bekorting van de WW-duur hadden omtrent de duur van de inkomensondersteuning.

Door herinvoering van een WW-vervolguitkering zouden er bij de huidige werklozen echter hernieuwde verwachtingen geschapen worden over de totale duur van de WW-uitkering. Door invoering van een aparte, tijdelijke regeling blijven deze verwachtingen beperkt. De IOW is een inkomensvoorziening en geen inkomensverzekering. Dit betreft een wezenlijk andere systematiek waarin het niet gaat om verzekerde aanspraken, maar om het waarborgen van een bestaansminimum. Bij een dergelijke regeling ligt financiering uit de algemene middelen voor de hand.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven