30 452
Wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens)

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VERKEER EN WATERSTAAT1

Vastgesteld 4 december 2007

Het voorbereidend onderzoek geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de fracties van de CDA, PvdA, SP, D66, SGP en de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van dit wetsvoorstel. De leden van de VVD-fractie hebben met verbazing kennis genomen van het voorstel.

Opportuniteit wetsvoorstel

In het voorjaar van 2008 is het kabinet voornemens de Luchthavennota te presenteren. De commissie vraagt het kabinet aan te geven waarom deze wijziging van de Wet luchtvaart alsnog in de Eerste Kamer afgehandeld zou moeten worden? Wat gaat er mis indien – in het zicht van de Luchthavennota – de meer logische route gevolgd zou worden?

Evenwel worden de hieronder vermelde vragen gesteld.

Vragen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel en van de uitgebreide behandeling er van in de Tweede Kamer. Deze leden juichen het toe dat in de loop van de jaren gecompliceerd en verspreid geraakte regelgeving wordt geactualiseerd, ook op Europese en internationale aspecten, in nieuwe, vervangende regelgeving, waarbij ook acht is geslagen op het terugdringen van de bijbehorende administratieve lasten. De leden van de CDA-fractie hebben behoefte aan een enkele verduidelijking. Decentralisatie is op zich een goede gedachte, maar in hoeverre is het nationale binnenlandse vliegverkeer te beschouwen als iets provinciaals? De verdere ontwikkeling van regionale luchthavens in samenhang met de ontwikkeling van Schiphol ontstijgt toch de belangen en mogelijkheden van onderscheiden provincies?

Decentralisatie van regelgeving en gezag zou bovendien sowieso kunnen leiden tot ongewenste complicaties, bijvoorbeeld omdat per provincie verschillende normen voor bijvoorbeeld geluid kunnen worden gevoerd, zowel naar inhoud maar ook naar frequentie en tijd (aantal vluchten, tijdstippen). Te voorzien valt voorts dat, mede in verband met de knelpunten in het wegverkeer, het binnenlandse vliegverkeer zal toenemen, zowel met vliegtuigen als met helikopters. Dan zal standaardisatie van normen toch voor de hand liggen. De leden van de CDA-fractie vragen dan ook welke handvatten het wetsvoorstel biedt, anders dan het zware middel van de aanwijsbevoegdheid van de bewindspersonen, om hier tot voor alle gebruikers werkbare bandbreedte te komen van te hanteren normen?

De leden van de VVD-fractie hebben zoals gesteld met verbazing kennis genomen van het voorstel van wet. De preambule van de wet zegt dat het gaat om enerzijds modernisering van de regels en anderzijds om decentralisatie van de burgerluchtvaart buiten Schiphol naar de provincies. Bij de behandeling in de Tweede Kamer is deze wet aanmerkelijk verbouwd, via amendementen, die vervolgens in veel gevallen door het kabinet zijn overgenomen. Sommige amendementen waren potentieel destructief, immers de decentralisatie van relevante regionale luchthavens is er uit gehaald. Het gaat dan om Lelystad, Rotterdam, Eindhoven en Groningen. Nadere decentralisatiebesluiten over deze luchthavens worden geformuleerd, na ommekomst van de in voorbereiding zijnde Luchthavennota. De leden van de VVD-fractie achten het nogmaals onlogisch om de wet, in het zicht van deze nota, nu in de Eerste Kamer af te handelen. De leden van de VVD-fractie achten de decentralisatie het cruciale punt van deze wetgeving. De mening van het kabinet dat de kleine velden in elk geval worden gedecentraliseerd lijkt de leden van de VVD-fractie voorbarig. Zij vragen of het bijvoorbeeld doelmatig is voor de provincie om het veld Hoogeveen te besturen als Groningen/Eelde niet wordt gedecentraliseerd?

Meer algemeen vragen de leden van de VVD-fractie welke consequenties de voorliggende wet heeft voor lopende afspraken en projecten, bijvoorbeeld betreffende verbeteringen op de luchthavens van Lelystad en Groningen. Voorts wensen de leden van de VVD-fractie te vernemen wat het betekent voor de beoogde doorstart voor Twente?

De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming geconstateerd dat een aantal luchthavens voorlopig van nationale betekenis blijven en de bevoegdheden voor deze luchthavens nog niet gedecentraliseerd worden. Deze leden vragen zich af waarom, nu de Luchthavennota er nog niet is, ervoor gekozen is de decentralisatie van de overige luchthavens wel door te zetten. Zij menen dat de overwegingen die ten aanzien van de luchthavens van nationale betekenis zijn uitgesproken (met name een zorgvuldige afweging van de belangen van lokaal economisch rendement en milieu en het voorkómen van regionale concurrentie) niet óók gelden voor de zogeheten regionale luchthavens.

De leden van de PvdA-fractie willen graag van het kabinet weten of de regionale luchthavens ook worden opgenomen in de Luchthavennota, welke randvoorwaarden en criteria voor deze luchthavens worden opgenomen en hoe deze zich verhouden tot de randvoorwaarden en criteria voor de luchthavens van nationale betekenis. Zou het niet voor de hand liggen, zo vragen deze leden zich af, dat ook voor de regionale luchthavens de decentralisatie van bevoegdheden zou zijn opgeschort tot na het verschijnen van de Luchthavennota?

Ook de leden van de SP-fractie vragen zich af hoe deze wet past in het algemene beleid dat het kabinet de komende jaren van plan is te voeren met betrekking tot de luchtvaart in Nederland. Hoe ziet het kabinet bijvoorbeeld de verhouding tussen luchthaven Schiphol en de luchthavens die in de nieuwe wet de status van luchthaven met landelijk belang krijgen? Hoe dienen de verschillende luchthavens zich tot elkaar te verhouden?

De leden van de SP-fractie vragen hoe groot het kabinet de kans acht dat verschillende provincies met elkaar zullen concurreren om luchtvaartmaatschappijen? Is dit een doel van de wet? Zo ja, waarom? Indien niet, hoe denkt het kabinet deze ongewenste concurrentie te voorkomen?

Voorts zijn de leden van de SP-fractie benieuwd of de verschillende provincies die in de wet een aantal belangrijke bevoegdheden krijgen toebedeeld, in de praktijk in staat zijn om op een goede manier aan deze bevoegdheden, zowel in het besluitvormingstraject als in het uitvoerende traject, vorm te geven? Zijn er in het voortraject van deze wet de capaciteiten van de Provinciale Staten met betrekking tot de nieuwe bevoegdheden in kaart gebracht? In hoeverre denkt het kabinet dat de provinciale politici en bestuurders in staat zijn om de nationale afwegingen te maken rond luchthavens van nationaal belang?

Ten slotte zijn de leden van de SP-fractie in het bijzonder benieuwd naar de positie van luchthaven Eindhoven (AE). Onder de nieuwe wet hoort dit vliegveld niet tot de vliegvelden van nationaal belang. Wat betekent dit onder meer voor de mogelijkheden van vliegmaatschappijen als Ryanair om in de toekomst meer vluchten te laten plaatsvinden vanaf deze luchthaven?

De voorzitter van de commissie,

Schouw

De griffier van de commissie,

Menninga


XNoot
1

Samenstelling:

Schuurman (CU), Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), Dupuis (VVD), Slagter-Roukema (SP), Linthorst (PvdA), Schouw (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Slager (SP), Hendrikx (CDA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Hofstra (VVD), Asscher (VVD), Klein Breteler (CDA), Hillen (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Laurier (GL), De Vries-Leggedoor (CDA), Janse de Jonge (CDA), Smaling (SP), Koffeman (PvdD), Rehwinkel (PvdA), Vliegenthart (SP), (vice-voorzitter) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven