28 746
Vaststelling van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek

31 065
Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek)

F
BRIEF AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Den Haag, 15 april 2008

In vervolg op mijn brief d.d. 1 april 2008 over de afhandeling van wetsvoorstellen voor het zomerreces (kenmerk 140737u) bericht ik u als volgt.

In de vergadering van de vaste commissie voor Justitie van de Eerste Kamer van 8 april jl. is een tweetal voorstellen aan de orde geweest dat staat vermeld op de lijst-Balkenende. Het betreft de wetsvoorstellen:

28 746 Vaststelling van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek

en

31 065 Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek).

De leden van de commissie achten het gezien de omvang van de wetsvoorstellen en de complexiteit van de materie niet realistisch de (gezamenlijke) afhandeling van de twee hierboven genoemde wetsvoorstellen op een zorgvuldige wijze voor het zomerreces te doen plaatsvinden. Dit laat onverlet dat de leden van de commissie de behandeling van beide wetsvoorstellen na aanvaarding van de Invoeringswet titel 7.13 BW door de Tweede Kamer met voortvarendheid ter hand zullen nemen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

R. H. van de Beeten

Naar boven