30 837
Voorstel van wet van de leden Hofstra, Van Bochove en Verdaas tot wijziging van het Voorstel van wet van de leden Duivesteijn, Hofstra en Van Bochove tot wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit (verruiming en vereenvoudiging van de werking van de Wet bevordering eigenwoningbezit)

A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

31 oktober 2006

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in het voorstel van wet van de leden Duivesteijn, Hofstra en Van Bochove tot wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit (verruiming en vereenvoudiging van de werking van de Wet bevordering eigenwoningbezit) (Kamerstukken I 2005/06, 29 917, A), indien dat voorstel tot wet wordt verheven, enkele verbeteringen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij geleidende brief van 30 november 2004 ingediende voorstel van wet van de leden Duivesteijn, Hofstra en Van Bochove tot wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit (verruiming en vereenvoudiging van de werking van de Wet bevordering eigenwoningbezit) (Kamerstukken I 2005/06, 29 917, A) tot wet wordt verheven, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel B, vervalt.

B

In artikel I, onderdeel M, wordt in artikel 15, eerste lid, onder a, «€ 156 500» vervangen door: € 158 850.

C

In artikel I, onderdeel X, komt artikel 29, tweede lid, te luiden:

2. Bij ministeriële regeling wordt een percentage vastgesteld waarmee de financieringslastnorm ten hoogste kan worden vermeerderd. Dat percentage wordt:

a. bij toetsinkomens van € 29 450 of meer zodanig vastgesteld dat met gebruikmaking daarvan een hypothecaire lening in de vorm van een annuïteitenhypotheek kan worden afgesloten ter hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder b, dan wel

b. bij toetsinkomens van minder dan € 29 450 zodanig vastgesteld dat dit percentage overeenkomt met het ingevolge onderdeel a vastgestelde percentage dat geldt bij een toetsinkomen van € 29 450.

D

In artikel I, onderdeel Y, wordt artikel 30 als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. De tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, bedraagt de uitkomst van de formule:

{H x (Rx – Ro)} x (1-f) x 1/12

    100

in welke formule voorstelt:

H: het bedrag van het toetsinkomen;

Rx: de uitkomst van de berekening van de financieringslast die uit de hypothecaire lening volgt bij toepassing van de voorwaarden en normen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, uitgedrukt in een percentage;

Ro: het percentage, bedoeld in artikel 29, eerste lid;

f: de van toepassing zijnde factor, bedoeld in artikel 27, die geldt op de peildatum.

2. In het derde lid wordt «de berekening» vervangen door «de formule» en wordt na «een positief bedrag is» toegevoegd: en het verschil tussen Rx en Ro als bedoeld in het tweede lid niet groter is dan het in artikel 29, tweede lid, eerste volzin, bedoelde percentage.

3. In het vierde lid wordt «Het overeenkomstig het tweede lid berekende bedrag» vervangen door: De overeenkomstig het tweede lid berekende tegemoetkoming.

E

In artikel I, onderdeel DD, wordt artikel 40 als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2.  De tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt berekend met gebruikmaking van de formule, bedoeld in artikel 30, tweede lid, met dien verstande dat in die formule wordt verstaan onder:

H: het bedrag van het toetsinkomen op de peildatum, aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle huishoudens), zoals die naar redelijke verwachting zal plaatsvinden;

Rx: de uitkomst van de berekening van de op de peildatum geldende financieringslast die uit de hypothecaire lening volgt bij toepassing van de voorwaarden en normen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, uitgedrukt in een percentage;

Ro: het percentage, bedoeld in artikel 29, eerste lid, dat geldt op de peildatum.

2. In het derde lid wordt «de berekening» vervangen door «de formule» en wordt na «een positief bedrag is» toegevoegd: en het verschil tussen Rx en Ro als bedoeld in het tweede lid niet groter is dan het in artikel 29, tweede lid, eerste volzin, bedoelde percentage.

3. Het vierde lid komt te luiden:

4. De tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, onder b, bedraagt de uitkomst van de formule:

H x (Rx – Ro) x (1-f)

   100

in welke formule voorstelt:

H: het bedrag van het toetsinkomen dat geldt op de peildatum;

Rx: de uitkomst van de berekening van de op de peildatum geldende financieringslast die uit de hypothecaire lening volgt bij toepassing van de voorwaarden en normen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, uitgedrukt in een percentage;

Ro: het percentage, bedoeld in artikel 29, eerste lid;

f: de van toepassing zijnde factor, bedoeld in artikel 27, die geldt op de peildatum.

4. In het vijfde lid wordt «de berekening» vervangen door: de formule.

5. In het zesde lid wordt «Het volgens het vijfde lid toe te kennen bedrag» vervangen door: De volgens het vijfde lid toe te kennen eigenwoningbijdrage.

F

Artikel II, eerste lid, komt te luiden:

1. Indien op voet van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals zij laatstelijk vóór de inwerkingtreding van deze wet luidde, een eigenwoningbijdrage voor een driejaarstijdvak of een bijzondere bijdrage ter tegemoetkoming in de kosten van het in eigendom verkrijgen van een woning voor een tijdvak van ten hoogste zes maanden in de zin van die wet is toegekend, worden daaropvolgende eigenwoningbijdragen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a en b, en bijzondere bijdragen als bedoeld in artikel 34, eerste lid, van die wet op aanvraag aan de betrokken eigenaar-bewoner in de zin van die wet toegekend op de wijze als in die wet voorzien indien aan die wet en de daarop berustende bepalingen wordt voldaan.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op het tijdstip waarop het in artikel I, aanhef, bedoelde voorstel van wet, na tot wet te zijn verheven, in werking treedt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Naar boven