30 805
Wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken ter verbetering van de uitvoerbaarheid en ter verduidelijking van de toepassing van deze wet

C
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 17 september 2007

De regering heeft met belangstelling kennis genomen van het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin. Het verslag bevat vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA, waarbij de leden van de fractie van GroenLinks zich aansluiten. Deze nota naar aanleiding van het verslag wordt uitgebracht mede namens de Minister van Defensie.

De leden van de fractie van de PvdA informeren wanneer in het kader van de verkorting van de wacht- en doorlooptijden bij veiligheidsonderzoeken de (eerste) halfjaarlijkse rapportage over de voortgang mag worden verwacht.

Zoals toegezegd bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer, heb ik inmiddels een notitie aan de Tweede Kamer doen toekomen over deze materie, die kan gelden als eerste halfjaarlijkse rapportage. De Minister van Defensie zal met betrekking tot de MIVD in het najaar hierover een brief sturen aan de Tweede Kamer.

Als het voorgenomen beleid om achterstanden weg te werken en doorlooptijden terug te dringen niet afdoende zal werken dan zal inderdaad, zoals de leden van deze fractie opmerken, op termijn wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken alsnog aan de orde kunnen komen.

Voorts vragen deze leden of de regering bereid is de Staten-Generaal te informeren over ontwikkelingen in de omvang van herhaalonderzoeken en de personele consequenties die hieruit voorvloeien.

Zoals aangegeven tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer mag van de dynamisering een zekere toename van het aantal herhaalonderzoeken verwacht worden, maar valt nog niet te voorzien welke concrete omvang dit zal hebben. Er is geen bezwaar de Staten-Generaal hierover te informeren, waarschijnlijk kan dit het best geschieden door deze gegevens in de jaarverslagen van de AIVD en de MIVD op te nemen.

Nu omvang en aard van de herhaalonderzoeken moeilijk te voorzien zijn, blijven ook eventuele personele consequenties nog onduidelijk. Als er aanleiding toe is zal in de halfjaarlijkse rapportage aan de Tweede Kamer over de doorlooptijden ook aandacht worden besteed aan dit aspect.

De leden van de fractie van de PvdA vragen welke aandacht bij de dynamisering van veiligheidsonderzoeken het aspect van de privacybescherming heeft.

Bij de dynamisering van de veiligheidsonderzoeken is de privacy van de vertrouwensfunctionarissen in gelijke mate beschermd als dat bij de veiligheidsonderzoeken het geval is. De informatie over deze vertrouwensfunctionarissen blijft immers bij de betrokken inlichtingen- of veiligheidsdienst berusten en komt niet ter kennis van politie, justitie of derden. De toegang tot de informatie over vertrouwensfunctionarissen bij de AIVD en de MIVD is met veel waarborgen omgeven. Ingevolge het need-to-know beginsel (artikel 35 WIV 2002) zijn deze gegevens uitsluitend toegankelijk voor degenen voor wie dat uit hoofde van hun functie noodzakelijk is.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven