Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30682 nr. C |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30682 nr. C |
12 oktober 2006
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele correcties en andere wijzigingen aan te brengen in een aantal socialeverzekeringswetten, met name in verband met de inwerkingtreding van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE INVOERINGSWET STELSELHERZIENING SOCIALE ZEKERHEID
De Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bedoeld in hoofdstuk IIa of IIb» vervangen door: hoofdstuk II.
2. In het tweede lid wordt «bedoeld in hoofdstuk IIa of IIb,» vervangen door: hoofdstuk II.
Het opschrift van hoofdstuk II, afdeling XII, komt te luiden:
AFDELING XII. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 34 komt te luiden:
Artikel 24 zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, van de Verzamelwet sociale verzekeringen 2007 blijft van toepassing met betrekking tot een recht op uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb van de nieuwe Werkloosheidswet zoals die hoofdstukken luidden op de dag voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel J, van de Wet wijziging WW-stelsel, waarvan de eerste werkloosheidsdag is gelegen op of voor laatstbedoelde dag.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE TIJDELIJKE WET BEPERKING INKOMENSGEVOLGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSCRITERIA
Artikel 12, derde lid, van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria komt te luiden:
3. De regels die op grond van artikel 122 van de Wet financiering sociale verzekeringen zijn gesteld over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de afdracht van gelden door het Rijk aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ten gunste van het Toeslagenfonds plaatsvindt, zijn van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Als dienstbetrekking wordt niet beschouwd de arbeidsverhouding van de overheidswerknemer, voor zover de overheidswerknemer als gevolg van de beëindiging van die arbeidsverhouding recht op wachtgeld heeft verkregen of verkrijgt. Onder wachtgeld als bedoeld in de eerste zin wordt verstaan: een wachtgeld in de zin van het Rijkswachtgeldbesluit 1959, zoals dat luidde op 31 december 2000, of een soortgelijke uitkering van een overheidswerknemer op grond van ontslag of werkloosheid alsmede een wachtgeld of daarmee gelijkgestelde uitkering in de zin van de bij of krachtens de Kaderwet militaire pensioenen vastgestelde bepalingen, met uitzondering van een uitkering in verband met functioneel leeftijdsontslag of vrijwillig vervroegd uittreden.
In artikel 18, tweede lid, wordt «42, tweede lid,» vervangen door: 42, tweede lid, onderdeel a.
Aan artikel 24 wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. In afwijking van het zesde en zevende lid, is sprake van benadeling als bedoeld in het vijfde lid indien de werknemer tijdens het verlengde tijdvak, bedoeld in artikel 25, negende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, zonder deugdelijke grond heeft nagelaten verweer te voeren tegen of heeft ingestemd met een beëindiging van de dienstbetrekking.
Artikel 26, eerste lid, onderdeel m, komt te luiden:
m. bij deelname aan een re-integratietraject de reden van het niet naleven van zijn re-integratieverplichtingen onmiddellijk aan het re-integratiebedrijf mee te delen.
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt «aanhef, onder 1°» vervangen door «aanhef en onder 1°» en wordt na «dertien weken» de zinsnede ingevoegd: van zijn ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte,.
2. Onder vernummering van het vijfde tot en met negende lid tot zesde tot en met tiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
5. Het opleggen van een maatregel op grond van het vierde lid blijft achterwege indien voor dezelfde gedraging een maatregel op grond van het eerste, tweede of derde lid kan worden opgelegd.
3. In het tiende lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door: zesde lid.
In artikel 31, tweede lid, wordt «In afwijking van het tweede lid» vervangen door: In afwijking van het eerste lid.
Artikel 42a wordt als volgt gewijzigd:
1. «artikel 42, tweede lid, onderdeel a,» wordt telkens vervangen door: artikel 42.
2. In het derde lid wordt na «ter zake van werkloosheid» toegevoegd:
of op de loongerelateerde uitkering op grond van hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er worden 4 leden toegevoegd, luidende:
2. Voor de persoon, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel d, aanhef en onder 1°, van de Ziektewet die eerder dan de eerste dag van de veertiende week van de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid een uitkering ontvangt op grond van die wet wordt voor de vaststelling van de periode tussen de eindiging en de herleving van het recht op uitkering, de periode waarin het ziekengeld wordt uitbetaald tijdens de eerste 13 weken van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid, buiten beschouwing gelaten.
3. Voor de persoon, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel e of f, van de Ziektewet worden voor de vaststelling van de periode tussen de eindiging en de herleving van het recht op uitkering, telkens nadat het recht op uitkering geheel is geëindigd wegens ziekte, de eerste drie maanden waarin de persoon een uitkering ontvangt op grond van de Ziektewet buiten beschouwing gelaten.
4. Voor de bepaling van de periode van drie maanden bedoeld in het derde lid, worden perioden waarover een uitkering op grond van de Ziektewet wordt ontvangen samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
5. Artikel 19, tweede lid, is van toepassing op het tweede tot en met vierde lid.
Artikel 53, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. die Nederlander is en die is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;.
In artikel 72a, eerste lid, onderdeel b, wordt «zullen» vervangen door: zal.
Artikel 76a, vierde lid, vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het vierde en vijfde lid.
Artikel 77a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «zes maanden» vervangen door: 26 kalenderweken.
2. In het derde lid wordt «toepassing» vervangen door: toestemming.
Artikel 79, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. die hij op grond van deze wet ontvangt in de eerste dertien weken van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, waarbij artikel 20, zevende lid, van overeenkomstige toepassing is.
Artikel 130o wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, vervalt «en de artikelen 42a en 42b blijven buiten toepassing met betrekking tot dat recht».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het eerste lid is voor de toepassing van de artikelen 24 en 27 niet van toepassing met betrekking tot een herleving van het recht op uitkering die heeft plaatsgevonden op of na 1 oktober 2006.
Aan hoofdstuk XB wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Voor de toepassing van artikel 42b wordt bij de bepaling van de duur van een nieuw recht op uitkering met betrekking tot de persoon wiens eerdere recht is ontstaan voor 1 oktober 2006 voor «de duur van de verlengde uitkering, bedoeld in artikel 42, tweede lid, van het eerdere recht voor zover de werknemer hierover geen uitkering heeft ontvangen als gevolg van de eindiging van dat eerdere recht» gelezen: de resterende duur van het eerdere recht voor zover de werknemer hierover geen uitkering heeft ontvangen als gevolg van de eindiging van dat eerdere recht, verminderd met drie maanden.
ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING ZELFSTANDIGEN
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, onderdeel c, vervalt onder vernummering van onderdeel d tot en met o tot onderdeel c tot en met n.
Artikel 58, tweede lid, onderdeel b, eerste volzin, komt te luiden:
b. wordt, indien gedurende een periode van vier weken of langer geen inkomsten uit arbeid worden genoten, onderbroken indien vervolgens opnieuw inkomsten worden genoten uit dezelfde arbeid als de arbeid die werd verricht voor de onderbreking, met dien verstande dat het van de drie jaar resterende tijdvak aanvangt vanaf het moment dat opnieuw de inkomsten uit die arbeid worden genoten.
Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, wordt «hoofdstuk 2, paragraaf 2,» vervangen door: paragraaf 2.2.
2. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als arbeidsongeschiktheidsuitkering van de verzekerde op wie artikel 58 van toepassing is, in aanmerking genomen het bedrag van die uitkering nadat bedoeld artikel toepassing heeft gevonden.
Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zesde en zevende lid wordt in artikel 59a een lid ingevoegd, luidende:
5. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt als arbeidsongeschiktheidsuitkering onderscheidenlijk uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van de verzekerde op wie artikel 58, onderscheidenlijk artikel 44 of 65 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van toepassing is, in aanmerking genomen het bedrag van die uitkeringen nadat bedoelde artikelen toepassing hebben gevonden.
Artikel 67e, vierde lid, vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het vierde en vijfde lid.
ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a Niet meewerken aan medisch onderzoek vóór recht op uitkering
Indien voor het vaststellen van het recht op uitkering op grond van deze wet, in het kader van een aanvraag voor de toekenning van een uitkering op grond van deze wet, naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een medisch onderzoek nodig is en de betrokkene niet meewerkt aan dat onderzoek, blijven eventuele uit deze wet voortvloeiende aanspraken op een uitkering op grond van deze wet buiten beschouwing, voor zolang het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld.
Artikel 50, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. wordt, indien gedurende een periode van vier weken of langer geen inkomsten uit arbeid worden genoten, onderbroken indien vervolgens opnieuw inkomsten worden genoten uit dezelfde arbeid als de arbeid die werd verricht voor de onderbreking, met dien verstande dat het van de vijf jaar resterende tijdvak aanvangt vanaf het moment dat opnieuw de inkomsten uit die arbeid worden genoten.
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid, wordt «hoofdstuk 2, paragraaf 2,» vervangen door: paragraaf 2.2.
2. Onder vernummering van het negende lid tot tiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
9. Voor de toepassing van het eerste en derde tot en met vijfde lid wordt als arbeidsongeschiktheidsuitkering van de jonggehandicapte op wie artikel 50 van toepassing is, in aanmerking genomen het bedrag van die uitkering nadat bedoeld artikel toepassing heeft gevonden.
Onder vernummering van het achtste lid tot negende lid wordt in artikel 51a een lid ingevoegd, luidende:
8. Voor de toepassing van het eerste en derde tot en met vijfde lid wordt als arbeidsongeschiktheidsuitkering onderscheidenlijk uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, onderscheidenlijk uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen van de jonggehandicapte op wie artikel 50, onderscheidenlijk artikel 44 of 65 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, onderscheidenlijk artikel 58 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen van toepassing is, in aanmerking genomen het bedrag van die uitkeringen nadat bedoelde artikelen toepassing hebben gevonden.
Artikel 59h, vierde lid, vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het vierde en vijfde lid.
In artikel 65, eerste lid, onderdeel d, wordt «Invoeringswet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
ARTIKEL VI. WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN
De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 17, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Voorts bedraagt het dagloon dat aan de uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen of vrijwillige werknemersverzekeringen ten grondslag ligt of wordt gelegd ten hoogste het bedrag, bedoeld in de eerste zin, met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
Artikel 18, vierde lid, komt te luiden:
4. Uitsluitend voor de berekening van het loon waarnaar de premies worden geheven, blijft het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, zoals dat geldt per 1 januari van een kalenderjaar gedurende dat hele kalenderjaar van kracht.
In artikel 40, zevende lid, wordt «het UWV» vervangen door: de inspecteur.
Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid, onder 2, komt te luiden:
2°. op de eerste dag van dertien weken voorafgaand aan die dag geen dienstbetrekking had met een andere dan zijn eigen werkgever, tenzij de dienstbetrekking met die andere werkgever reeds bestond op de eerste dag van de wachttijd.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Het UWV verstrekt op verzoek van de werknemer of de persoon die verwacht een dienstbetrekking met een werkgever te zullen aangaan een verklaring of de aanvrager naar het oordeel van het UWV voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van het eerste lid, onderdeel e of f.
In artikel 65, tweede lid, wordt «afdragen» vervangen door: afgedragen.
Na artikel 67 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 67a Afzien van horen belanghebbende
In afwijking van artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht kan van het horen van een belanghebbende worden afgezien ten aanzien van een besluit inzake de ontheffing, bedoeld in artikel 64, indien de belanghebbende niet binnen een door de SVB gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord.
In artikel 100, onderdeel h, wordt «Invoeringswet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Ga In artikel 104, zevende lid, wordt «uitkeringen» vervangen door: uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet.
In artikel 105, derde lid, wordt «artikel 104, eerste lid, onderdeel c» vervangen door: artikel 104, eerste lid, onderdeel c, respectievelijk artikel 104, eerste lid, onderdeel d.
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel e, wordt «onderdelen a tot en met e» vervangen door: onderdelen a tot en met d.
2. In het eerste lid, onderdeel f wordt «onderdeel a tot en met e» vervangen door: onderdeel a tot en met d.
3. In het tweede lid wordt «als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e» vervangen door: als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.
4. In het derde lid wordt «onderdelen b, e en f» vervangen door: onderdelen b, d en f.
Artikel 115, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «117 en 117b» vervangen door: 117 en 117b en artikel 65 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
2. In onderdeel j, wordt «hoofdstuk A» vervangen door «hoofdstuk 3A»en wordt «hoofdstuk 4, paragraaf 2» vervangen door «paragraaf 4.2».
3. In onderdeel p wordt «Invoeringswet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
4. Onderdeel e, komt te luiden:
e. de uitvoeringskosten, voor zover die betrekking hebben op de in de onderdelen a tot en met d bedoelde uitkeringen;.
Artikel 117 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «vier jaar» vervangen door «vijf jaar» en wordt voor «met betrekking tot een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» ingevoegd: gedurende vier jaar.
2. Het negende lid komt te luiden:
9. Ten laste van de Arbeidsongeschiktheidskas komen voorts:
a. de kosten die verband houden met de uitvoering van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen ten aanzien van een uitkeringsgerechtigde, indien deze ten tijde van het aanvangen van de werkzaamheden van het reïntegratiebedrijf, bedoeld in het zesde lid van dat artikel, recht heeft op een uitkering die ten laste komt van de Arbeidsongeschiktheidskas;
b. de op grond van artikel 2.8 van de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen aan het Reïntegratiefonds af te dragen bedragen;
c. de uitvoeringskosten, voor zover deze betrekking hebben op de in het eerste lid bedoelde uitkeringen.
Artikel 117b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel f, wordt na «verschuldigd zouden zijn» ingevoegd: en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet,.
2. Het zesde lid komt te luiden:
6. De kosten die verband houden met de uitvoering van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen ten aanzien van een uitkeringsgerechtigde, indien deze ten tijde van het aanvangen van de werkzaamheden van het reïntegratiebedrijf, bedoeld in het zesde lid van dat artikel, recht heeft op een uitkering die ten laste komt van de Werkhervattingskas.
3. Onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
7. Ten laste van de Werkhervattingskas komen voorts de uitvoeringskosten, voor zover deze betrekking hebben op de in het eerste lid bedoelde uitkeringen.
Artikel 122b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt «artikel 46, eerste en tweede lid» vervangen door: artikel 46, eerste lid.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. In artikel 46, tweede lid, wordt voor de jaren 2006 en 2007 voor de zinsnede «beslissing op aanvraag, bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel b,» gelezen: beslissing op aanvraag, bedoeld in artikel 122d, tweede lid,.
In artikel 122e wordt «De artikelen 37, tweede en derde lid, en 38, tweede en derde lid, zijn niet van toepassing» vervangen door: Artikel 37, tweede en derde lid, is niet van toepassing.
ARTIKEL VII. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «artikel 2, eerste lid, onderdeel a» vervangen door: artikel 2.
2. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde lid tot en met zevende lid tot het derde lid tot en met zesde lid.
3. In het vijfde lid (nieuw) vervalt: en in het derde lid, 2°,.
4. In het zesde lid (nieuw)wordt «vijfde lid» vervangen door: vierde lid.
In artikel 5a wordt «artikel 5, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 5, tweede lid.
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot tweede tot en met vijfde lid.
2. In het derde lid (nieuw) en het vijfde lid (nieuw) wordt «het derde lid» telkens vervangen door: het tweede lid.
In artikel 8, derde lid, wordt «artikel 5, tweede en derde lid» telkens vervangen door: artikel 5, tweede lid.
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Burgemeester en wethouders weigeren de uitkering blijvend naar de mate waarin de belanghebbende die arbeid in dienstbetrekking heeft aanvaard uit of in verband met deze arbeid inkomen als bedoeld in of op grond van artikel 8 zou hebben kunnen verwerven indien:
a. aan de beëindiging van zijn dienstbetrekking een dringende reden ten grondslag ligt in de zin van artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de belanghebbende terzake een verwijt kan worden gemaakt; of
b. de dienstbetrekking is beëindigd door of op verzoek van de belanghebbende zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem zou kunnen worden gevergd. In afwijking van de eerste zin, weigeren burgemeester en wethouders de uitkering over een periode van 26 weken gedeeltelijk door het bedrag van de uitkering te verlagen met 50% van het inkomen, bedoeld in de eerste zin, indien het eindigen van de dienstbetrekking belanghebbende niet in overwegende mate kan worden verweten.
2. Onder vernummering van het vijfde tot en met zevende lid tot zesde tot en met achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
5. Het niet voeren van verweer door de belanghebbende tegen of het instemmen van de belanghebbende met een beëindiging van de dienstbetrekking door of op verzoek van de werkgever leidt niet tot het opleggen van een maatregel op grond van het tweede lid.
Aan artikel 63 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Op de persoon die op grond van het eerste of tweede lid als gewezen zelfstandige wordt aangemerkt en zijn echtgenoot blijven de artikelen 2, 5, derde lid, 5a, 6, en 8, derde lid, en de daarop berustende bepalingen zoals deze luidden op 28 december 2005 van toepassing.
ARTIKEL VIII. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 komt te luiden:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder werkloze werknemer de persoon die werkloos is en de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt en:
a. die:
1°. na het bereiken van de leeftijd van 50 jaar werkloos is geworden, en
2°. nadien de volledige uitkeringsduur, bedoeld in hoofdstuk II van de Werkloosheidswet, inclusief een eventuele verlenging van deze duur op grond van artikel 76 van die wet, heeft bereikt, tenzij op dat tijdstip een maatregel van blijvend gehele weigering van de uitkering op grond van artikel 27, eerste of tweede lid, van de Werkloosheidswet van toepassing is;
b.
1°. die na het bereiken van de leeftijd van 50 jaar recht heeft gekregen op een loongerelateerde werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsongeschikten als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, en
2°. wiens recht op werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsongeschikten nadien is geëindigd omdat zijn mate van arbeidsongeschiktheid niet langer ten minste 35% bedraagt.
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders weigeren de uitkering blijvend naar de mate waarin de belanghebbende uit of in verband met arbeid inkomen als bedoeld in of op grond van artikel 8 zou hebben kunnen verwerven, indien:
a. aan de beëindiging van zijn dienstbetrekking een dringende reden ten grondslag ligt in de zin van artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de belanghebbende terzake een verwijt kan worden gemaakt;
b. de dienstbetrekking is beëindigd door of op verzoek van de belanghebbende zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem zou kunnen worden gevergd. In afwijking van de eerste zin weigeren burgemeester en wethouders de uitkering over een periode van 26 weken gedeeltelijk door het bedrag van de uitkering te verlagen met 50% van het inkomen, bedoeld in de eerste zin, indien het eindigen van de dienstbetrekking belanghebbende niet in overwegende mate kan worden verweten.
2. Onder vernummering van het vijfde tot en met zevende lid tot zesde tot en met achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
5. Het niet voeren van verweer door de belanghebbende tegen of het instemmen van de belanghebbende met een beëindiging van de dienstbetrekking door of op verzoek van de werkgever leidt niet tot het opleggen van een maatregel op grond van het eerste lid.
ARTIKEL IX. WIJZIGING VAN DE WET INVOERING EN FINANCIERING WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN
De Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2.6, eerste lid, wordt «hoofdstuk 4, paragraaf 2, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: paragraaf 4.2 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
In artikel 2.7b wordt «artikel 2.7 van deze wet» vervangen door: artikel 2.7a van deze wet.
Na artikel 2.7b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.7c Beheer Reïntegratiefonds
1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beheert en administreert afzonderlijk de middelen tot dekking van de uitgaven in de vorm van een Reïntegratiefonds dat deel uitmaakt van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
2. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de middelen voor het Reïntegratiefonds in een of meer rekeningen-courant houden bij Onze Minister van Financiën. Artikel 120 van de Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL X. WIJZIGING VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:
Aan het slot van artikel 1, onderdeel l, wordt de punt vervangen door een puntkomma.
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. De persoon die arbeidsongeschikt is geworden en op het tijdstip waarop hij arbeidsongeschikt werd, verzekerd was op grond van de verplichte verzekering blijft verzekerd:
a. gedurende vijf jaar na de intrekking, bedoeld in artikel 43, indien artikel 43a, eerste lid, geen toepassing vindt omdat artikel 43a, vierde lid, van toepassing is;
b. gedurende vijf jaar na het bereiken van het einde van de wachttijd, bedoeld in artikel 19, na welke wachttijd hij ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte of gebreken, maar geen recht had op toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering omdat hij niet arbeidsongeschikt was, indien artikel 43a, eerste lid, geen toepassing vindt omdat artikel 43a, vierde lid, van toepassing is.
In artikel 29g, vierde lid, wordt «bedoeld in het derde lid» vervangen door «bedoeld in het tweede of derde lid», wordt «toepassing van het derde lid niet mogelijk is» vervangen door «toepassing van het tweede of derde lid niet mogelijk is» en wordt «betekend tenuitvoergelegd» vervangen door «betekend en tenuitvoergelegd».
Na artikel 30 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien voor het vaststellen van het recht op uitkering op grond van deze wet, in het kader van een aanvraag voor de toekenning van een uitkering op grond van deze wet, naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een medisch onderzoek nodig is en de betrokkene niet meewerkt aan dat onderzoek, blijven eventuele uit deze wet voortvloeiende aanspraken op een uitkering op grond van deze wet buiten aanmerking, voor zolang het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld.
In artikel 31 wordt «het bepaalde in de artikelen 25, 28 en 30» vervangen door: de artikelen 25, 28, 30, en 30a.
In artikel 37, tweede lid, wordt «op grond artikel 7b» vervangen door: op grond van artikel 7b.
In artikel 43d wordt «artikel 629, elfde, onderdelen a en e» vervangen door: artikel 629, elfde lid, onderdelen a en e.
Artikel 44, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. wordt, indien gedurende een periode van vier weken of langer geen inkomsten uit arbeid worden genoten, onderbroken indien vervolgens opnieuw inkomsten worden genoten uit dezelfde arbeid als de arbeid die werd verricht voor de onderbreking, met dien verstande dat het van de drie jaar resterende tijdvak aanvangt vanaf het moment dat opnieuw de inkomsten uit die arbeid worden genoten.
Artikel 65g, vierde lid, vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het vierde en vijfde lid.
Artikel 80a vervalt.
Artikel 81, tweede lid, onderdeel b, zoals dit artikel op 28 december 2005 luidde, wordt vervangen door:
b. die Nederlander is en die is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;.
In artikel 91b, eerste lid, vervalt: en artikel 117 van de Wet financiering sociale verzekeringen.
ARTIKEL XI. WIJZIGING VAN DE WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN
De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 30, eerste lid, wordt de aanduiding «p» voor het laatste onderdeel vervangen door «o».
In artikel 83i wordt, onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid, een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:
5. Tot 1 januari 2009 is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, in afwijking van het eerste lid, bevoegd:
a. de in dat lid genoemde termijn van 18 maanden buiten beschouwing te laten; en
b. de in dat lid bedoelde beschikking te geven over tijdvakken korter of langer dan vijf jaar.
In artikel 84, eerste lid, wordt «76, zesde lid, en 91, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: 77, zesde lid, en 91, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
ARTIKEL XII. WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4, derde lid, komt te luiden:
3. Onder duurzaam wordt mede verstaan een medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat.
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «bedoeld in artikel 83c van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen» vervangen door: bedoeld in artikel 83i van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
2. Het elfde lid komt te luiden:
11. Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als loon beschouwd een uitkering:
a. op grond van de Werkloosheidswet, met uitzondering van een uitkering op grond van hoofdstuk IV van die wet;
b. op grond van hoofdstuk 7 van deze wet, met uitzondering van een uitkering aan de persoon die slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur;
c. op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%; of
d. die naar aard en strekking overeenkomt met een uitkering als bedoeld in onderdeel a, b of c.
Artikel 18, tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. die Nederlander is en die is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;.
Artikel 21, vijfde lid, komt te luiden:
5. Op de WGA-uitkering, bedoeld in het derde lid, wordt, indien de persoon, die op grond van deze paragraaf verzekerd is, meer verdient dan zijn resterende verdiencapaciteit als bedoeld in artikel 60, vierde en vijfde lid, per kalendermaand in mindering gebracht: 0,7 x A x B/C waarbij:
A staat voor dat meerdere;
B staat voor het dagloon waarnaar de WGA-uitkering is berekend;
C staat voor het dagloon waarnaar de WGA-uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
In artikel 23, zesde lid, wordt «en bij de aanvraag artikel 65 in acht is genomen» vervangen door: en bij de aanvraag artikel 66 in acht is genomen.
Artikel 24, eerste lid, komt te luiden:
1. Na afloop van de wachttijd wordt het tijdvak, gedurende welke de verzekerde jegens zijn werkgever recht heeft op loon of bezoldiging, op gezamenlijk verzoek van de verzekerde en die werkgever door het UWV verlengd, tenzij:
a. artikel 29 of 29a, eerste of vierde lid, of artikel 76c, onderdeel a, van de Ziektewet van toepassing is, of
b. zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten.
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het negende lid, vervalt «in de eerste zin» en wordt aan dat lid een zin toegevoegd, luidende: Het tijdvak bedoeld in de eerste zin, is ten hoogste 52 weken.
2. In het tiende lid, wordt voor de zinsnede «zes weken voor de afloop van de wachttijd» ingevoegd: uiterlijk.
3. In het veertiende lid wordt «eindigt het tijdvak, bedoeld in het negende lid, zoveel weken eerder als de beschikking later is afgegeven» vervangen door: eindigt het tijdvak zoveel eerder als de beschikking later is afgegeven.
In artikel 27, derde lid, wordt «op oproepen, vragen en onderzoeken door» vervangen door: ten aanzien van.
In artikel 34, eerste lid, wordt «en wiens uitkering door het UWV wordt betaald» vervangen door: die niet ten laste komt van een eigenrisicodrager.
Artikel 37, derde lid, vervalt onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot het derde tot en met vijfde lid.
Artikel 40, eerste lid komt te luiden:
1. Het UWV maakt per werkgever, die behoort tot een bij ministeriële regeling te bepalen categorie, het percentage werknemers van die werkgever dat in een kalenderjaar T recht heeft gekregen op een WGA-uitkering openbaar in jaar T+1. Dat percentage wordt als volgt berekend:
A
B
waarbij:
A staat voor het aantal werknemers dat in dienstbetrekking stond tot die werkgever, dat recht heeft gekregen op een WGA-uitkering in het jaar T; en
B staat voor het gemiddelde aantal werknemers dat in dienstbetrekking stond tot die werkgever gedurende het jaar T-2.
Aan hoofdstuk 5 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 46a Niet meewerken aan medisch onderzoek vóór recht op uitkering
Indien voor het vaststellen van het recht op uitkering op grond van deze wet, in het kader van een aanvraag voor de toekenning van een uitkering op grond van deze wet, naar het oordeel van het UWV een medisch onderzoek nodig is en de betrokkene niet meewerkt aan dat onderzoek, blijven eventuele uit deze wet voortvloeiende aanspraken op een uitkering op grond van deze wet buiten aanmerking, voor zolang het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld.
Artikel 52, eerste lid, komt te luiden:
1. Op de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt per kalendermaand in mindering gebracht:
0,7 x A x B/C waarbij:
A staat voor het in die kalendermaand verworven inkomen;
B staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is berekend;
C staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
Artikel 58, eerste lid, komt te luiden:
1. De verzekerde voldoet aan de referte-eis indien:
a. hij in 36 weken onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag na de dag waarop het recht op loon op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of bezoldiging op grond van hoofdstuk IV, vierde afdeling, van de Ziektewet of het recht op ziekengeld op grond van artikel 29 van de Ziektewet is geëindigd, in ten minste 26 weken als verzekerde arbeid heeft verricht;
b. hij onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van de wachttijd recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet; of
c. zijn recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd wegens het gaan verrichten van arbeid in dienstbetrekking en hij op de eerste dag van de wachttijd recht op herleving van die uitkering zou hebben gehad, indien hij op die dag geen recht had gekregen op ziekengeld als bedoeld in de Ziektewet.
Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering bedraagt per kalendermaand:
0,7 x (A-B x C/D) waarbij:
A staat voor het maandloon;
B staat voor het in de desbetreffende kalendermaand verworven inkomen;
C staat voor het dagloon waarnaar de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering is berekend;
D staat voor het dagloon waarnaar de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
2. In het derde lid wordt «bedoeld in het twee lid» vervangen door: bedoeld in het tweede lid.
3. Het vierde lid komt te luiden:
4. De loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering bedraagt voor de verzekerde die ten minste 50% van doch minder dan zijn overblijvende verdiencapaciteit benut, per kalendermaand: 0,7 x (E-F x G/H). Hierbij staat:
E voor het maandloon;
F voor de overblijvende verdiencapaciteit;
G voor het dagloon waarnaar de loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering is berekend;
H staat voor het dagloon waarnaar de loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
4. In het vijfde lid wordt «0,7 x (C-D)» vervangen door: 0,7 x (A-B x C/D).
Artikel 61, eerste lid, komt met ingang van 1 januari 2008 te luiden:
1. De loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering bedraagt per kalendermaand:
a. 0,75 x (A-B x C/D) over de eerste twee maanden waarin het recht op uitkering bestaat; en
b. 0,7 x (A-B x C/D) vanaf de derde maand waarin het recht op uitkering bestaat. Hierbij staat:
A voor het maandloon;
B voor het in de desbetreffende kalendermaand verworven inkomen;
C voor het dagloon waarnaar de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering is berekend;
D voor het dagloon waarnaar de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
Aan artikel 62, eerste lid, worden twee zinnen toegevoegd, luidende: Indien niet over een volledige kalendermaand recht op een uitkering bestaat bedraagt het minimumloon, bedoeld in de eerste zin, de uitkomst van het aantal dagen in de desbetreffende kalendermaand waarover recht op een uitkering bestaat gedeeld door het totaal aantal dagen in de desbetreffende kalendermaand vermenigvuldigd met het minimumloon. Bij het bepalen van het aantal dagen worden de zaterdagen en zondagen buiten beschouwing gelaten.
In artikel 77, vijfde lid, wordt «als omschreven in artikel 77» vervangen door: als omschreven in artikel 78.
Aan artikel 83, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Met betrekking tot de verzekerde, bedoeld in artikel 60, derde lid, bedraagt het bedrag van de loonaanvullingsuitkering dat niet op het UWV kan worden verhaald, in afwijking van de eerste zin, 70% van het minimumloon of het voor de verzekerde geldende dagloon indien dat lager is dan 70% van het minimumloon vermeerderd met de premies die op grond van enige wet daarover verschuldigd zouden zijn en die daarop niet in mindering kunnen worden gebracht en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, over deze uitkering.
Artikel 86, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «Het UWV brengt bij de eigenrisicodrager kosten in rekening» wordt vervangen door: Het UWV kan bij de eigenrisicodrager kosten in rekening brengen.
2. De zinsnede «bedoeld in artikel 82, derde lid» wordt vervangen door: bedoeld in artikel 83, derde lid.
In artikel 96, vierde lid, wordt «bedoeld in het derde lid» vervangen door «bedoeld in het tweede of derde lid», wordt «toepassing van het derde lid niet mogelijk is» vervangen door «toepassing van het tweede of derde lid niet mogelijk is» en wordt «betekend tenuitvoergelegd» vervangen door «betekend en tenuitvoergelegd».
In artikel 120, onderdelen b en c vervalt de zinsnede «de persoon die».
Artikel 128 vervalt.
In artikel 133a wordt «artikel III, onderdelen C en D» vervangen door «artikel III, onderdeel D,» en wordt «blijven de artikelen 59 en 61, zoals die luidden» vervangen door «blijft artikel 61 zoals dat luidde».
Na artikel 133a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 24, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel XII, onderdeel E, van de Verzamelwet sociale verzekeringen 2007, blijft van toepassing op een verzoek om verlenging als bedoeld in artikel 24, eerste lid, dat op of voor die dag is ingediend en waarop nog geen beslissing is genomen.
In artikel 134 wordt «artikel 35» vervangen door: artikel 33.
ARTIKEL XIII. WIJZIGING VAN DE WET WIJZIGING WW-STELSEL
Artikel II, onderdeel B, onder 2 en 3, van de Wet wijziging WW-stelsel vervalt.
ARTIKEL XIV. WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 11a vervalt «in artikel 82, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen bedoeld risico dan wel het».
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel d, onder 1°, wordt «in verband met het verstrijken van de uitkeringsduur» vervangen door: op grond van artikel 20, eerste lid, onderdeel a, b, d of e, van de Werkloosheidswet.
2. Onder vernummering van het elfde lid tot twaalfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
11. Het tweede lid, onderdeel d, is niet van toepassing indien onderdeel e of f van dat lid van toepassing is.
Artikel 29b wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel c, sub 2, komt te luiden:
2°. alsmede op de eerste dag van dertien weken voorafgaand aan die dag geen dienstbetrekking had met een andere dan zijn eigen werkgever, tenzij de dienstbetrekking met die andere werkgever reeds bestond op de eerste dag van de wachttijd.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. De werknemer:
a. die voorafgaand aan zijn dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3, 4 of 5, recht had of heeft gehad op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,
b. die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening, of
c. wiens dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3, 4 of 5, is aangevangen voordat zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten ontstond, omdat die dienstbetrekking is aangevangen voordat hij achttien jaar werd,
heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken recht op ziekengeld over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen na aanvang van de dienstbetrekking. Het recht op ziekengeld van de werknemer, bedoeld in onderdeel c, ontstaat niet eerder dan zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt op verzoek van de werknemer of de persoon die verwacht een dienstbetrekking met een werkgever te zullen aangaan een verklaring of de aanvrager naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van het eerste lid, onderdeel d of e.
Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdelen o en p, wordt «het reïntegratieplan, bedoeld in artikel 30a, derde lid, van die wet» vervangen door: het re-integratieplan, bedoeld in artikel 30a, derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
2. Het achtste lid komt te luiden:
8. Indien aan de persoon, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel d, aanhef en onder 1°, in de eerste dertien weken van zijn ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte een maatregel op grond van artikel 27, vierde lid, van de Werkloosheidswet is opgelegd, wordt de beschikking waarbij die maatregel is opgelegd vanaf de eerste dag van de veertiende week van zijn ongeschiktheid of zoveel eerder als de uitkering op grond van de Werkloosheidswet eindigt op grond van het bepaalde in artikel 20, eerste lid, onderdelen a, b, d of e, van de Werkloosheidswet, geacht gebaseerd te zijn op het eerste lid.
Na artikel 45h wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien voor het vaststellen van het recht op ziekengeld op grond van deze wet, in het kader van een ziekmelding voor de toekenning van ziekengeld op grond van deze wet, naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een medisch onderzoek nodig is en de betrokkene niet meewerkt aan dat onderzoek, blijven eventuele uit deze wet voortvloeiende aanspraken op ziekengeld op grond van deze wet buiten beschouwing, voor zolang het recht op ziekengeld niet kan worden vastgesteld.
Artikel 52e, vierde lid, vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het vierde en vijfde lid.
Artikel 63a, zevende lid, komt te luiden:
7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.
Artikel 64, tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. die Nederlander is en die is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;.
Artikel 76, onderdeel a, komt te luiden:
a. in dienst zijn van staat, provincie, gemeente, waterschap of enig ander publiekrechtelijk lichaam; en.
In artikel 76e, zesde lid, wordt «de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid» vervangen door «de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden» en wordt «aan die persoon» vervangen door «aan die personen».
In artikel 86a wordt «artikel 29, elfde lid» vervangen door: artikel 29, twaalfde lid.
In artikel 90, eerste lid, aanhef, wordt «eveneens aangemerkt de persoon die op de dag voorafgaand» vervangen door: eveneens aangemerkt de persoon die voorafgaand.
HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN JUSTITIE
ARTIKEL XV. WIJZIGING VAN BOEK 7 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 629 wordt als volgt gewijzigd:
1. Lid 3 wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel c vervalt de zinsnede: met toestemming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
b. In onderdeel f wordt «deugdelijk»vervangen door: deugdelijke.
2. In lid 11, onderdeel c, wordt «of» vervangen door «en».
In artikel 658a lid 6 wordt «de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de Ziektewet» vervangen door «de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk met hem een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan» en wordt «aan die persoon» vervangen door «aan die personen».
HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN FINANCIEN
ARTIKEL XVI. WIJZIGING VAN DE WET VERMINDERING AFDRACHT LOONBELASTING EN PREMIE VOOR DE VOLKSVERZEKERINGEN
De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 31, tweede lid, wordt «premie ingevolge de Werkloosheidswet» vervangen door: premie ingevolge afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.
In artikel 33, vierde lid, wordt «premie ingevolge de Werkloosheidswet» telkens vervangen door: premie ingevolge afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.
ARTIKEL XVII. VERRUIMING GRONDSLAG REGELING AANWIJZING ONTWIKKELINGSORGANISATIES BEU
Na de inwerkingtreding van artikel III, onderdeel G, artikel X, onderdeel K, artikel XII, onderdeel C en artikel XIV, onderdeel G van deze wet berust de Regeling aanwijzing ontwikkelingsorganisaties BEU mede op artikel 53, eerste lid, onderdeel b, van de Werkloosheidswet, artikel 18, tweede lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 64, tweede lid, onderdeel b, van de Ziektewet en artikel 81, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
ARTIKEL XVIII. WIJZIGING GRONDSLAG BESLUIT WERKZAAMHEDEN, ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN EN KOSTEN EIGENRISICODRAGEN ZW
Na de inwerkingtreding van artikel XIV, onderdeel F, van deze wet berust het Besluit werkzaamheden, administratieve voorschriften en kosten eigenrisicodragen ZW op artikel 63a, zevende lid, van de Ziektewet.
ARTIKEL XVIIIA. WIJZIGING VAN DE ALGEMENE WET INKOMENSAFHANKELIJKE REGELINGEN
In artikel 16 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. Indien de Belastingdienst/Toeslagen voor de beoordeling van de aanspraak op of de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming informatie nodig heeft van buiten Nederland kunnen de in het tweede lid genoemde termijnen worden verlengd met ten hoogste zes maanden. De Belastingdienst/Toeslagen stelt de belanghebbende schriftelijk van deze verlenging in kennis.
ARTIKEL XVIIIB. WIJZIGING VAN DE INVOERINGSWET WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN
Artikel 44, onderdeel B, van de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen komt met ingang van 1 mei 2007 te luiden:
Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip luidt artikel 27, negende lid, van de Werkloosheidswet als volgt:
9. Het UWV stelt nadere regels met betrekking tot het derde, vierde en vijfde lid.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet sociale verzekeringen 2007.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20062007-30682-C.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.