30 577
Wijziging van enkele belastingwetten ter vermindering van administratieve lasten (Wijzigingsplan «Paarse krokodil»)

B
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIEN1

Vastgesteld 30 november 2006

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel gaf de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel met de voor fervente Sterkijkers herkenbare en begrijpelijke naam Wijzigingsplan «Paarse krokodil». Het feit dat het wetsvoorstel de eliminatie bevat van een aantal irritatiepunten van werkgevers met betrekking tot het loondomein bevalt hen. Dat daarnaast tevens met het wetsvoorstel een reductie van de administratieve lasten wordt nagestreefd, achten zij een goede zaak.

De leden van de VVD-fractie beschouwen het wetsvoorstel als een eerste aanzet om de Wet op de loonbelasting te vereenvoudigen. Zij spreken de hoop uit dat de minister van Financiën doorgaat met het opschonen en vereenvoudigen van die wet. Te denken valt bijvoorbeeld aan de regelingen met betrekking tot de directeur/grootaandeelhouder. Het uitzonderen van de directeur/grootaandeelhouder voor de loonbelasting – zoals voor de werknemersverzekeringen al geldt – zou een goede zaak zijn. Wat is de visie van de minister op het bovenstaande? Zegt de minister een verdere opschoning en vereenvoudiging van de Wet op de loonbelasting toe?

Werkgevers kunnen aan hun werknemers belastingvrij vergoedingen geven voor de bijdragen die de werknemers verschuldigd zijn aan een zogenaamde lief- en leedpot. Het komt de leden van de VVD-fractie voor dat als dergelijke vergoedingen vrij kunnen worden verstrekt, ook rechtstreeks door een werkgever aan een werknemer verstrekte voorzieningen en attenties bij lief- en leedgebeurtenissen geen loon vormen. Kan de minister deze visie bevestigen?

Als de werkgever aan de werknemer een telefoon ter beschikking stelt die voor meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt, is sprake van een vrije verstrekking. De minister heeft dit bevestigd naar aanleiding van een vraag van het Tweede Kamerlid Ineke Dezentjé-Hamming. De reikwijdte van de vigerende regeling voor de vrije vergoeding en verstrekking van een telefoon is in een recente uitspraak van de Rechtbank Breda (18 augustus 2006, AWB 06/204) anders uitgelegd dan de bedoeling van de wetgever was. De rechtbank oordeelde dat de waarderingsforfaits voor de telefoon in de Uitvoeringsregeling loonbelasting niet van toepassing zijn op ter beschikkinggestelde telefoons. De waarderingsforfaits zijn volgens de Rechtbank Breda uitsluitend van toepassing ingeval het een verstrekking of vergoeding van een telefoon betreft. De rechtbank oordeelde dat voor de terbeschikkinggestelde telefoon teruggevallen dient te worden op de hoofdregel voor «loon in natura». Het voordeel moet gewaardeerd worden op de waarde in het economisch verkeer. Teneinde te voorkomen dat in de toekomst in de praktijk of de jurisprudentie een verschillende behandeling ontstaat tussen de verstrekte of vergoede telefoon enerzijds en de terbeschikkinggestelde telefoon anderzijds pleiten de leden van de VVD-fractie ervoor het voorgestelde nieuwe artikel 20 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 te wijzigen. Daarbij komt artikel 20, lid 2 als volgt te luiden:

2. De waarde van het genot van terbeschikkinggestelde communicatiemiddelen – niet zijnde computers en dergelijke apparatuur en bijbehorende apparatuur –, waarvan het zakelijke gebruik van meer dan bijkomstig belang is, wordt gesteld op nihil.

Graag vernemen de leden van de VVD-fractie of de minister bereid is de uitvoeringsregeling aldus aan te passen.

Het is de leden van de VVD-fractie voorts niet duidelijk hoe de bedrijfsfitness faciliteit uitwerkt als een werkgever zich aansluit bij een fitnessketen met meerdere vestigingen. Zijn de werknemers in deze situatie verplicht om bij één vestiging te sporten of hebben zij een vrije keuze in de vestigingen, zo vragen deze leden tot besluit.

Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Essers

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Schuyer (D66), Ketting (VVD), Terpstra (CDA), Van Driel (PvdA), Doek (CDA), Van Middelkoop (CU), Biermans (VVD), plv. voorzitter, Essers (CDA), voorzitter, Kox (SP), Leijnse (PvdA) en Minderman (GL).

Plv. leden: Schouw (D66), Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije (VVD), Van Leeuwen (CDA), Bemelmans-Videc (CDA), Van den Berg (SG), Hoekzema (VVD), Klink (CDA), Rabbinge (PvdA) en Thissen (GL).

Naar boven