30 474
Regels voor de toelating, het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden)

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1

Vastgesteld 14 november 2006

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het maken van de navolgende opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie deelden mee met belangstelling te hebben kennis genomen van dit wetsvoorstel. Zij wilden nog graag antwoord op de volgende vragen.

Tot nu toe zijn de lidstaten volledig bevoegd voor de toepassing van de voorwaarden voor de toelating van de middelen. Ook worden de beoordelingsmethoden op nationaal niveau vastgesteld, omdat deze nog niet geharmoniseerd zijn. Er is dus nog steeds sprake van discretionaire ruimte voor de lidstaten. Wel is er een Europese richtlijn in de maak. De regering vond het niet wenselijk met de nationale wetgeving hierop te wachten. Kan de minister meedelen hoever Brussel is gevorderd met deze richtlijn? Zal er bijvoorbeeld in voldoende mate rekening gehouden worden met de verschillende omstandigheden, zoals de ecologische en klimatologische in de Europese Unie?

De nieuwe grondwaterrichtlijn geeft de EU-landen veel vrijheid. Ze mogen zelf de normen vaststellen voor vervuilde stoffen in het grondwater, zoals lood en bestrijdingsmiddelen. Alleen voor nitraat blijft een EU-norm gelden.

Is dit een stap in de richting voor handhaving van de discretionaire ruimte voor de lidstaten t.a.v. deze wetgeving?

Hoewel de gewasbeschermingsrichtlijn geen uitzondering bevat voor zaaizaad, heeft de minister toch besloten het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen in het coaten van zaaizaad voor exportdoeleinden te faciliteren. Het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) wordt opgedragen slechts beperkt te toetsen en wel gericht op het desbetreffende land dat aan bepaalde voorwaarden voldoet. Voor export en import van zaaizaad dat behandeld is met gewasbeschermingsmiddelen die niet in Nederland zijn toegelaten is dit een goede zaak. Graag willen we van de minister vernemen hoe het beperkt toetsen wordt ingevuld.

De leden van de VVD-fractie deelden mee met belangstelling en waardering te hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel en van het ontwerp Besluit.

Zij hebben nog één vraag: Heeft de minister zicht op de mogelijkheden om snel aanpassingen te realiseren in deze snel veranderende materie, zodat tijdig voorkomen kan worden dat een nieuwe maatregel een bepaalde bedrijfstak onverwacht hard raakt.

Deze leden zien het antwoord van de minister met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de commissie,

Walsma

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

 Samenstelling:

Leden: Holdijk (SGP), Van Heukelum (VVD), Rabbinge (PvdA), plv. voorzitter, Van der Linden (CDA), Walsma (CDA), voorzitter, Terpstra (CDA), Van den Oosten (VVD), Ten Hoeve (OSF), Slagter-Roukema (SP), Eigeman (PvdA), Schouw (D66) en Thissen (GL).

Plv. leden: Schuurman (CU), Bierman-Beukema toe Water (VVD), Meindertsma (PvdA), Wagemakers (CDA), Essers (CDA), Doek (CDA), Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije (VVD), Van Raak (SP), Engels (D66) en Minderman (GL).

Naar boven