B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1
Vastgesteld 14 november 2006
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding
gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het maken van de navolgende
opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie deelden mee met
belangstelling te hebben kennis genomen van dit wetsvoorstel. Zij wilden nog
graag antwoord op de volgende vragen.
Tot nu toe zijn de lidstaten volledig bevoegd voor de toepassing van de
voorwaarden voor de toelating van de middelen. Ook worden de beoordelingsmethoden
op nationaal niveau vastgesteld, omdat deze nog niet geharmoniseerd zijn.
Er is dus nog steeds sprake van discretionaire ruimte voor de lidstaten. Wel
is er een Europese richtlijn in de maak. De regering vond het niet wenselijk
met de nationale wetgeving hierop te wachten. Kan de minister meedelen hoever
Brussel is gevorderd met deze richtlijn? Zal er bijvoorbeeld in voldoende
mate rekening gehouden worden met de verschillende omstandigheden, zoals de
ecologische en klimatologische in de Europese Unie?
De nieuwe grondwaterrichtlijn geeft de EU-landen veel vrijheid. Ze mogen
zelf de normen vaststellen voor vervuilde stoffen in het grondwater, zoals
lood en bestrijdingsmiddelen. Alleen voor nitraat blijft een EU-norm gelden.
Is dit een stap in de richting voor handhaving van de discretionaire ruimte
voor de lidstaten t.a.v. deze wetgeving?
Hoewel de gewasbeschermingsrichtlijn geen uitzondering bevat voor zaaizaad,
heeft de minister toch besloten het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen
in het coaten van zaaizaad voor exportdoeleinden te faciliteren. Het College
voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) wordt opgedragen slechts
beperkt te toetsen en wel gericht op het desbetreffende land dat aan bepaalde
voorwaarden voldoet. Voor export en import van zaaizaad dat behandeld is met
gewasbeschermingsmiddelen die niet in Nederland zijn toegelaten is dit een
goede zaak. Graag willen we van de minister vernemen hoe het beperkt toetsen
wordt ingevuld.
De leden van de VVD-fractie deelden mee met
belangstelling en waardering te hebben kennis genomen van het voorliggende
wetsvoorstel en van het ontwerp Besluit.
Zij hebben nog één vraag: Heeft de minister zicht op de
mogelijkheden om snel aanpassingen te realiseren in deze snel veranderende
materie, zodat tijdig voorkomen kan worden dat een nieuwe maatregel een bepaalde
bedrijfstak onverwacht hard raakt.
Deze leden zien het antwoord van de minister met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de commissie,
Walsma
De griffier van de commissie,
Nieuwenhuizen
XNoot
1 Samenstelling:
Leden: Holdijk (SGP), Van Heukelum (VVD), Rabbinge (PvdA), plv. voorzitter,
Van der Linden (CDA), Walsma (CDA), voorzitter, Terpstra (CDA), Van den Oosten
(VVD), Ten Hoeve (OSF), Slagter-Roukema (SP), Eigeman (PvdA), Schouw (D66)
en Thissen (GL).
Plv. leden: Schuurman (CU), Bierman-Beukema toe Water (VVD), Meindertsma
(PvdA), Wagemakers (CDA), Essers (CDA), Doek (CDA), Kalsbeek-Schimmelpenninck
van der Oije (VVD), Van Raak (SP), Engels (D66) en Minderman (GL).