30 212
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer

H
MOTIE VAN DE LEDEN DOEK EN SYLVESTER C.S.

Voorgesteld 14 november 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat alle artikelen van dit wetsvoorstel, behalve Artikel I, onderdeel A, in werking treden op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld;

overwegende dat nog niet vast staat dat de Europese Unie zal overgaan tot het vaststellen van een Richtlijn, die gedwongen splitsing, zoals voorzien in dit wetsvoorstel, zal opdragen aan de lidstaten;

overwegende dat er nog twijfel bestaat omtrent de financiële gevolgen van de bestaande cross border leasecontracten;

overwegende dat buitenlandse activiteiten en/of allianties door de Nederlandse energiebedrijven niet het publiek en het onafhankelijk netbeheer in gevaar mogen brengen;

overwegende dat dit wetsvoorstel mede ten doel heeft evenwichtige marktverhoudingen tot stand te brengen en gelijke toegang tot de netten, waarbij DTe tot taak heeft door haar toezicht deze tot stand te brengen:

roept de regering op om een besluit tot effectuering van een splitsing niet te nemen dan nadat duidelijk is dat de Europese Unie zal overgaan tot het vaststellen van een dergelijke Richtlijn en ten aanzien van zware risico’s met betrekking tot de cross border leasecontracten is voorzien,

tenzij het publiek en onafhankelijk netbeheer in gevaar komt. Dit kan bijvoorbeeld geschieden wanneer sprake is van het verrichten van buitenlandse activiteiten en/of van het aangaan van grensoverschrijdende allianties, dan wel bij verstoring van evenwichtige marktverhoudingen en niet-transparante non-discriminatoire financiële verhoudingen of bij het ontbreken van gelijke toegang tot de netten:

roept de regering op om tenminste één keer per jaar over het bovenstaande en de bevindingen van DTe te rapporteren, welke rapportage voor de eerste keer op 1 november 2007 dient plaats te vinden;

roept de regering tevens op, voorafgaande aan een besluit tot inwerkingstelling van de bepalingen van de wet met betrekking tot een splitsingsbesluit in overleg te treden met beide Kamers der Staten-Generaal;

verzoekt de regering voorafgaande aan de stemming over het onderhavige wetsvoorstel bij brief toe te zeggen overeenkomstig het voorgaande dictum te zullen handelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Doek

Sylvester

Van der Lans

Ketting

Schouw

Hessing

Ten Hoeve

Van den Berg

Naar boven