30 173
Wijziging van de Warenwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften bij het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop, de werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten

D
MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 24 oktober 2006

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de reacties van de fracties op het wetsvoorstel. Allereerst ga ik in op de kwestie van de henna-tatoeages en vervolgens geef ik de stand van zaken rond het registratiesysteem voor privé-klinieken.

Dit wetsvoorstel heeft geen betrekking op het gebruik van henna dat wordt gebruikt voor het aanbrengen van nep-tatoeages omdat de henna niet intradermaal wordt geïnjecteerd. Henna, dat wordt gebruikt voor het aanbrengen van nep-tatoeages wordt op grond van artikel 1, eerste lid, onderdeel a van het Warenwetbesluit cosmetische producten aangemerkt als cosmetisch product. De definitie van cosmetische producten is als volgt: alle stoffen en preparaten die bestemd zijn om in aanraking te worden gebracht met de verschillende delen van het menselijk lichaamsoppervlak (opperhuid, beharing, haar, nagels, lippen en uitwendige geslachtsorganen) of met de tanden en kiezen en de mondslijmvliezen, met het uitsluitende of hoofdzakelijke oogmerk deze te reinigen, te parfumeren, het uiterlijk ervan te wijzigen of lichaamsgeuren te corrigeren of voornoemde lichaamsdelen te beschermen of in goede staat te houden. Bij henna-tatoeages gaat het om het wijzigen van het uiterlijk (van de opperhuid) door middel van een preparaat. Bijlage III van de Cosmeticarichtlijn (richtlijn nr. 76/768/EEG (PbEG L 262)) bevat een lijst met stoffen die mogen voorkomen in cosmetische producten met inachtneming van de gestelde grenzen en voorwaarden. Artikel 3 van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten bepaalt dat cosmetische producten de in die bijlage genoemde stoffen bevatten. Bijlage III bepaalt dat ppd uitsluitend is toegestaan voor toepassing in oxidatiekleurstoffen voor het haar. Het is daardoor op grond van de huidige regelgeving reeds verboden henna voor neptatoeages te verhandelen indien die henna ppd bevat. Aanvullende maatregelen zijn daardoor niet nodig.

De Tweede Kamer heeft 27 juni een motie aangenomen waarin mij gevraagd is te komen met een voorstel voor een registratiesysteem voor privé-klinieken. Deze motie heeft geen betrekking op de wijziging van de Warenwet. Op dit moment beraad ik mij op een dergelijk voorstel. Eerder heb ik de Tweede Kamer laten weten dat de juridische basis voor een registratiesysteem ontbreekt, maar dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg een lijst met privé-klinieken op haar website zal publiceren. In mijn reactie op de motie van de Tweede Kamer zal ik nogmaals de argumenten en de mogelijkheden voor een registratiesysteem voor privé-klinieken uiteen zetten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst

Naar boven