29 917
Voorstel van wet van de leden Duivesteijn, Hofstra en Van Bochove tot wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit (verruiming en vereenvoudiging van de werking van de Wet bevordering eigenwoningbezit)

H
AANVULLING OP DE NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2006

In het kader van de behandeling van de initiatiefwijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit door Uw Kamer heeft de Vaste Commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) haar nader voorlopig verslag op 10 oktober vastgesteld. De commissie VRO geeft aan graag meer duidelijkheid te krijgen over de woonvorm woonwagens en informeert naar de toegezegde brief over de problemen van eigenaren van woonwagens met beperkte restwaarde die bij vervanging zouden stuiten op artikel 12.

Ik kan opheldering geven over de toezegging die de minister van VROM op 23 mei 2006 tijdens de behandeling van de wetswijziging in de Tweede Kamer heeft gedaan. Ik wijs erop dat de toezegging van mijn ambtsvoorganger betrekking had op de vraag of kopers van woonwagens en woonboten ook in aanmerking kunnen komen voor BEW-plus. Mijn ambtsvoorganger heeft toegezegd om – na overleg met de verstrekkers van de nationale hypotheekgarantie (NHG) – uitsluitsel te geven op de vraag of BEW-plus mogelijk zal zijn voor de aankoop van woonwagens en woonboten. Verder gaf ze aan voorstander te zijn van een gelijke behandeling van eigenaren van woningen, woonwagens en woonboten (Handelingen 2005–2006, nr. 81, Tweede Kamer, pag. 5041–5042). In de onlangs aan de Tweede Kamer verzonden startersbrief (30 800 XI, nr. 6) wordt uitsluitsel gegeven. Deze brief is als bijlage toegevoegd. De conclusie is dat, bij invoering van de BEW-plus in 2007, woonwagens wel in aanmerking kunnen komen voor de koopsubsidie maar woonboten nog niet. De reden hiervoor is dat een lening met NHG – een vereiste voor het verkrijgen van de BEW-plus – in 2007 wel mogelijk is voor woonwagens maar niet voor woonboten. Vooral vanwege de doorlooptijd van de wijzigingen in de normen en voorwaarden van de NHG en de complexiteit van de materie die bij woonboten aan de orde is, mede gezien het feit dat een woonboot geen onroerende zaak is, bleek de beschikbare tijd te kort om de normen en voorwaarden voor het jaar 2007 op een goede en verantwoorde wijze aan te passen. In overleg met het Waarborgfonds Eigen Woningen (uitvoerder van de NHG) en de VNG (als vertegenwoordiger van de gemeentelijke achtervang voor de NHG) is geconcludeerd dat NHG, en daarmee BEW-plus, voor woonboten nog niet gerealiseerd kan worden per 1 januari 2007.

Over de werking van artikel 12, dat bepaalt dat aanvragers in de afgelopen drie jaar geen eigenaar mogen zijn geweest, is door mijn voorganger geen toezegging gedaan. Ik ben ook niet van mening dat de BEW-plus de problemen van eigenaren van woonwagens met een beperkte restwaarde dient op te lossen. Ik zie de BEW-plus als een instrument om starters te ondersteunen bij de aankoop van een eigen woning. Daarnaast ben ik een groot voorstander van gelijke behandeling van eigenaren van woningen, woonwagens en woonboten. In dit verband merk ik op dat de initiatiefnemers van de wetswijziging vergelijkbare opvattingen hebben. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer op 23 mei 2006 hebben zij hun keuze voor artikel 12 gemotiveerd om alleen kopers in aanmerking te laten komen voor BEW-plus die in de afgelopen drie jaar geen eigenaar zijn geweest van een woning die diende als hoofdverblijf (Handelingen 2005–2006, nr. 81, Tweede Kamer, pag. 5036–5037). De regeling is bedoeld als een startersregeling die dient om het eigen woningbezit te bevorderen en richt zich op de mensen die voor het eerst een woning kopen. De indieners hebben aangegeven geen ongelijkheid in de wet te willen opnemen door wel subsidie toe te staan aan bestaande eigenaren van woonwagens en niet aan bestaande eigenaren van woningen.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. Winsemius

Naar boven