28 238
Verlenging van de totale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 19 juni 2007

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Algemeen

De fractie van de PvdA heeft met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel en heeft nog een tweetal vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij beoordelen het positief dat na een lange periode van stilte rond het oorspronkelijke wetsvoorstel in verband met een aantal ontwikkelingen in de afgelopen jaren op het terrein van de tbs, het wetsvoorstel thans tevens, door middel van een nota van wijziging, een niet onbelangrijke aanbeveling van de Tijdelijke commissie onderzoek TBS implementeert.

De leden van de SGP-fractie, alsmede de leden van de CU-fractie, hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel tot verlenging van de totale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswegen. Het wetsvoorstel heeft hen aanleiding gegeven tot het stellen van een viertal vragen.

Het wetsvoorstel geeft de leden van de vaste commissie voor Justitie aanleiding tot een vraag m.b.t. het amendement Teeven/De Roon.

Amendement Teeven/de Roon

Volgens het wetsvoorstel wordt de totale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege bij ter beschikking gestelden verlengd van 3 naar 9 jaar (art. 38j lid 2 WvSr.). Het in de Tweede Kamer aangenomen amendement Teeven/De Roon bepaalt dat de voorgestelde wijziging ook van toepassing is op ter beschikking gestelden wier verpleging op het tijdstip waarop het wetsvoorstel als wet in werking treedt, voorwaardelijk is beëindigd. Bij de (her)overweging van de totale duur van de voorwaardelijke beëindiging voor deze personen door de rechter, dient de rechter de voorgestelde opgehoogde totale duur te kunnen toepassen, zo stelt het amendement.

De leden van de commissie vernemen graag van de minister of inderdaad met terugwerkende kracht ter beschikking gestelden van wie op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd en die van die 3 jaars-termijn uit mochten gaan, alsnog rekening moeten houden met de nieuwe totale termijn van 9 jaar? Graag vernemen zij tevens of hierover advies aan de Raad van State is gevraagd, gelet op de terugwerkende kracht van de regeling voor de genoemde categorie van bestaande gevallen.

Ondanks de vragen die dit oproept met betrekking tot de rechtszekerheid heeft de Tweede Kamer het amendement Teeven/De Roon aangenomen. De leden van de PvdA-fractie vernemen graag of de staatssecretaris voornemens is deze kwestie aan de Raad van State voor te leggen? Zo ja, op welke wijze beïnvloed dat deze procedure? Zo nee, wat zijn daarbij de overwegingen geweest?

Bevorderen van uitstroom van ter beschikking gestelden

De leden van de fracties van SGP en CU hebben begrepen dat naast het terugdringen van de kans op recidive bij ter beschikking gestelden, ook een doel van het wetsvoorstel is het bevorderen van uitstroom van ter beschikking gestelden uit de TBS-inrichtingen. Met het oog op laatstgenoemde doelstelling stellen deze leden de vraag of de regering in staat is een schatting of indicatie te geven van het effect indien het wetsvoorstel de met deze doelstelling beoogde uitwerking heeft.

Rol reclassering

Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is meerdere malen aan de orde geweest de cruciale rol van de reclassering in de vorm van begeleiding van 120 uren (in plaats van 30) per half jaar en een 24-uurs beschikbaarheid. Voorts gaf de staatssecretaris aan dat zal worden voorzien in professionalisering bij de reclassering in forensisch psychologisch opzicht. Welke beleidsontwikkeling heeft de staatssecretaris hieromtrent voor ogen, zo vragen de leden van dePvdA-fractie, en welke middelen zullen hiermee gemoeid zijn en op welke wijze heeft de staatssecretaris hierin budgettair garanties veilig gesteld?

Onbegeleid verlof

Uit de nota naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer (pag. 7) hebben de leden van de fracties van SGP en CUbegrepen dat o.a. tijdens onbegeleid verlof de begeleiding door de desbetreffende kliniek (en niet door de reclassering) geschiedt. Zij vroegen in welke vorm deze begeleiding plaats pleegt te vinden.

Hervatting evaluatie

Tenslotte tonen de leden van de fracties van SGP en CU begrip voor het feit dat in verband met het parlementair onderzoek inzake de tbs door de Tijdelijke commissie onderzoek tbs van de Tweede Kamer de ingevolge artikel 85 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) evaluatietermijnen in het ongerede zijn geraakt. Zij zouden echter gaarne vernemen of de regering een indicatie kan geven tegen welk kalenderjaar de volgende evaluatie van de Bvt naar verwachting zal plaatsvinden.

Wettelijke basis voor long stay-afdelingen nodig?

Aan de ontwikkeling van de long stay-afdelingen liggen beleidsregels ten grondslag, zo hebben de leden van de fracties van SGP en CU uit de nota naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer begrepen. Zij vragen of voor deze afdelingen niet een formeel-wettelijk kader vereist is, gelet op het feit dat deze praktijk op gespannen voet lijkt te staan met het wettelijk (en jurisprudentieel) benoemde uitgangspunt dat de tbs-maatregel is gericht op terugkeer in de samenleving.

De griffier van de commissie,

Van Dooren


XNoot
1

 Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA), voorzitter, Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kneppers-Heijnert (VVD), Kox (SP), Westerveld (PvdA), vice-voorzitter, Russell (CDA), Engels (D66), Franken (CDA), Peters (SP), Quik-Schuijt (SP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Ten Horn (SP), Janse de Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA) en Duthler (VVD).

Naar boven