B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1
Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot
het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Algemeen
De fractie van de PvdA heeft met instemming
kennis genomen van het wetsvoorstel en heeft nog een tweetal vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling
kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij beoordelen het positief dat na een
lange periode van stilte rond het oorspronkelijke wetsvoorstel in verband
met een aantal ontwikkelingen in de afgelopen jaren op het terrein van de
tbs, het wetsvoorstel thans tevens, door middel van een nota van wijziging,
een niet onbelangrijke aanbeveling van de Tijdelijke commissie onderzoek TBS
implementeert.
De leden van de SGP-fractie, alsmede de leden
van de CU-fractie, hebben met belangstelling kennis
genomen van het wetsvoorstel tot verlenging van de totale duur van de voorwaardelijke
beëindiging van de verpleging van overheidswegen. Het wetsvoorstel heeft
hen aanleiding gegeven tot het stellen van een viertal vragen.
Het wetsvoorstel geeft de leden van de vaste commissie voor Justitie aanleiding
tot een vraag m.b.t. het amendement Teeven/De Roon.
Amendement Teeven/de Roon
Volgens het wetsvoorstel wordt de totale duur van de voorwaardelijke beëindiging
van de verpleging van overheidswege bij ter beschikking gestelden verlengd
van 3 naar 9 jaar (art. 38j lid 2 WvSr.). Het in de Tweede Kamer aangenomen
amendement Teeven/De Roon bepaalt dat de voorgestelde wijziging ook van toepassing
is op ter beschikking gestelden wier verpleging op het tijdstip waarop het
wetsvoorstel als wet in werking treedt, voorwaardelijk is beëindigd.
Bij de (her)overweging van de totale duur van de voorwaardelijke beëindiging
voor deze personen door de rechter, dient de rechter de voorgestelde opgehoogde
totale duur te kunnen toepassen, zo stelt het amendement.
De leden van de commissie vernemen graag van de minister of inderdaad
met terugwerkende kracht ter beschikking gestelden van wie op het tijdstip
van inwerkingtreding van de wet de verpleging van overheidswege voorwaardelijk
is beëindigd en die van die 3 jaars-termijn uit mochten gaan, alsnog
rekening moeten houden met de nieuwe totale termijn van 9 jaar? Graag vernemen
zij tevens of hierover advies aan de Raad van State is gevraagd, gelet op
de terugwerkende kracht van de regeling voor de genoemde categorie van bestaande
gevallen.
Ondanks de vragen die dit oproept met betrekking tot de rechtszekerheid
heeft de Tweede Kamer het amendement Teeven/De Roon aangenomen. De leden van
de PvdA-fractie vernemen graag of de staatssecretaris
voornemens is deze kwestie aan de Raad van State voor te leggen? Zo ja, op
welke wijze beïnvloed dat deze procedure? Zo nee, wat zijn daarbij de
overwegingen geweest?
Bevorderen van uitstroom van ter beschikking gestelden
De leden van de fracties van SGP en CU hebben begrepen dat naast het terugdringen van de kans
op recidive bij ter beschikking gestelden, ook een doel van het wetsvoorstel
is het bevorderen van uitstroom van ter beschikking gestelden uit de TBS-inrichtingen.
Met het oog op laatstgenoemde doelstelling stellen deze leden de vraag of
de regering in staat is een schatting of indicatie te geven van het effect
indien het wetsvoorstel de met deze doelstelling beoogde uitwerking heeft.
Rol reclassering
Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is meerdere malen aan de orde
geweest de cruciale rol van de reclassering in de vorm van begeleiding van
120 uren (in plaats van 30) per half jaar en een 24-uurs beschikbaarheid.
Voorts gaf de staatssecretaris aan dat zal worden voorzien in professionalisering
bij de reclassering in forensisch psychologisch opzicht. Welke beleidsontwikkeling
heeft de staatssecretaris hieromtrent voor ogen, zo vragen de leden van dePvdA-fractie, en welke middelen zullen hiermee gemoeid
zijn en op welke wijze heeft de staatssecretaris hierin budgettair garanties
veilig gesteld?
Onbegeleid verlof
Uit de nota naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer (pag.
7) hebben de leden van de fracties van SGP en CUbegrepen dat o.a. tijdens onbegeleid verlof de begeleiding
door de desbetreffende kliniek (en niet door de reclassering) geschiedt. Zij
vroegen in welke vorm deze begeleiding plaats pleegt te vinden.
Hervatting evaluatie
Tenslotte tonen de leden van de fracties van SGP
en CU begrip voor het feit dat in verband met
het parlementair onderzoek inzake de tbs door de Tijdelijke commissie onderzoek
tbs van de Tweede Kamer de ingevolge artikel 85 van de Beginselenwet verpleging
ter beschikking gestelden (Bvt) evaluatietermijnen in het ongerede zijn geraakt.
Zij zouden echter gaarne vernemen of de regering een indicatie kan geven tegen
welk kalenderjaar de volgende evaluatie van de Bvt naar verwachting zal plaatsvinden.
Wettelijke basis voor long stay-afdelingen nodig?
Aan de ontwikkeling van de long stay-afdelingen liggen beleidsregels ten
grondslag, zo hebben de leden van de fracties van SGP
en CU uit de nota naar aanleiding van het verslag
van de Tweede Kamer begrepen. Zij vragen of voor deze afdelingen niet een
formeel-wettelijk kader vereist is, gelet op het feit dat deze praktijk op
gespannen voet lijkt te staan met het wettelijk (en jurisprudentieel) benoemde
uitgangspunt dat de tbs-maatregel is gericht op terugkeer in de samenleving.
De griffier van de commissie,
Van Dooren
XNoot
1 Samenstelling:
Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA), voorzitter,
Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kneppers-Heijnert (VVD), Kox (SP), Westerveld
(PvdA), vice-voorzitter, Russell (CDA), Engels (D66), Franken (CDA), Peters
(SP), Quik-Schuijt (SP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Ten Horn (SP), Janse de
Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik
(GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA) en Duthler (VVD).