30 443
Wijziging van artikel 15 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met herformulering eisen inzake hernieuwde erkenning als specialist

A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

16 maart 2006

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de bepalingen in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg met betrekking tot de herregistratie van specialisten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 15 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Een regeling ten aanzien waarvan toepassing wordt gegeven aan artikel 14, eerste lid, kan mede inhouden dat degene die de opleiding tot specialist heeft voltooid een erkenning als specialist wordt verleend voor een bij de regeling bepaalde periode en dat aansluitende hernieuwde erkenning slechts plaatsvindt indien de specialist gedurende een bij die regeling bepaald tijdvak, voorafgaand aan de indiening van de aanvrage tot hernieuwde erkenning, regelmatig op het desbetreffende deelgebied van de beroepsuitoefening werkzaam is geweest, dan wel het beroep zal uitoefenen onder de bij de verlening van de hernieuwde erkenning aan te geven scholingsvoorwaarden.

2. Aan het tweede lid wordt onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel b door een puntkomma een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

c. tevens eisen worden gesteld ter zake van deelname aan deskundigheidsbevorderende activiteiten gedurende de in het eerste lid bedoelde periode van werkzaam zijn.

3. Onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot het vierde tot en met het zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Een regeling als bedoeld in het eerste lid biedt aan degene aan wie geen hernieuwde erkenning als specialist wordt verleend vanwege het niet voldoen aan de daartoe gestelde eisen, de mogelijkheid wederom als specialist te worden erkend zodra door het volgen van scholing, die is afgestemd op het kennis- en vaardigheidsniveau van betrokkene, opnieuw wordt voldaan aan de eisen voor zodanige erkenning.

ARTIKEL IA

Indien het bij koninklijke boodschap van 29 augustus 2005 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van enige artikelen van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (specialistenregisters) tot wet is verheven en in werking treedt voordat of op hetzelfde tijdstip als deze wet in werking treedt, wordt artikel I als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 1 komt te luiden:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Een regeling als bedoeld in artikel 14, tweede lid, onder d, kan mede inhouden dat degene die de opleiding tot specialist heeft voltooid wordt ingeschreven als specialist voor een bij de regeling bepaalde periode en dat een aansluitende hernieuwde inschrijving slechts plaatsvindt indien de specialist gedurende een bij die regeling bepaald tijdvak, voorafgaand aan de indiening van de aanvraag tot hernieuwde inschrijving, regelmatig op het desbetreffende deelgebied van de beroepsuitoefening werkzaam is geweest dan wel het beroep zal uitoefenen onder de bij de hernieuwde inschrijving aan te geven scholingsvoorwaarden.

2. Onderdeel 3 komt te luiden:

3. Onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot het vierde tot en met het zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Een regeling als bedoeld in het eerste lid biedt aan degene die niet opnieuw als specialist wordt ingeschreven vanwege het niet voldoen aan de daartoe gestelde eisen, de mogelijkheid wederom als specialist te worden ingeschreven zodra door het volgen van scholing, die is afgestemd op het kennis- en vaardigheidsniveau van betrokkene, opnieuw wordt voldaan aan de eisen voor zodanige inschrijving.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen van artikel I verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven