A
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN
DE HOGE COLLEGES VAN STAAT1
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel gaf de commissie aanleiding
tot het maken van de navolgende opmerkingen en het stellen van de navolgende
vragen.
Met enige verbazing hebben de leden van de fractie van de PvdA kennis genomen van voorliggend wetsvoorstel. Het komt deze leden
voor dat de balans tussen openbaarheid en toegankelijkheid van belangrijke
gegevens betreffende de directe leefomgeving voor de burgers en het, ook door
deze leden niet miskende, belang van veiligheid zonder al te veel argumentatie
kan gaan omslaan in het tegendeel van wat met de oorspronkelijke wet beoogd
was.
Het is toch onmiskenbaar dat de vuurwerkramp zowel in de TK als bij de
regering leidde tot de constatering dat burgers beter geïnformeerd zouden
moeten worden over de veiligheidsrisico’s die zich in hun directe leefomgeving
voordoen?
Dat was toch de reden dat aan de provincies gevraagd werd om risicokaarten
te maken en die kaarten openbaar te maken om zo tot een optimale informatie
van de inwoners van de provincies te komen?
Wanneer vervolgens provincies aan die eis voldoen en op hun website de
risicokaart vermelden en daarbij aangeven welk effect het risico-element heeft,
dan wordt plotsklaps verondersteld dat die actieve openbaarmaking niet alleen
voor burgers maar ook voor mensen met verkeerde bedoelingen, c.q. met terroristisch
oogmerk, van belang kan zijn en daarom actieve openbaarmaking bij wetswijziging
uitgesloten moet gaan worden.
Is er enige aanleiding te denken dat terroristische activiteiten niet
gepleegd gaan worden wanneer de effectmeting van de risicogebieden/activiteiten
niet actief openbaar gemaakt gaan worden? Is het niet naïef te veronderstellen
dat mensen met terroristische bedoelingen zich zouden laten hinderen door
passieve i.p.v. actieve openbaarheid van gegevens?
Zowel de Raad van State als de Provinciebesturen twijfelen zeer aan de
effectiviteit van de maatregel zoals in deze wetswijziging voorgesteld. Wat
is de argumentatie van de regering om ondanks de steekhoudende argumenten
van deze organen toch bij wet de beperking van de actieve openbaarheid te
willen regelen?
En waar eindigt deze redenering? De laatste jaren wordt in toenemende
mate zowel door de regering, maar ook door gemeentebesturen (overigens om
geheel andere redenen) gebruik gemaakt van beslotenheid in plaats van openbaarheid
van verschillende gegevens. Is een vitale democratie niet gebaat bij openbaarheid,
ook al kan dat in sommige gevallen tot misbruik leiden?
De voorzitter van de commissie,
Witteveen
De griffier van de commissie,
Nieuwenhuizen
XNoot
1Samenstelling: Leden: Holdijk (SGP), Van Heukelum (VVD), Luijten (VVD),
Pastoor (CDA), Meindertsma (PvdA), Bemelmans-Videc (CDA), (plv. voorzitter), Dölle (CDA), Platvoet (GL), Witteveen (PvdA), (voorzitter), Hessing (LPF), Ten Hoeve (OSF), Van Raak
(SP), Engels (D66).
Plv. leden: Van Middelkoop (CU) Hoekzema (VVD), V.d. Broek-Laman Trip
(VVD), Pruiksma (CDA), Van Thijn (PvdA), Lemstra (CDA), Vedder-Wubben (CDA),
Thissen (GL), Tan (PvdA), Kox (SP), Schuyer (D66).