Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30318 nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30318 nr. A |
24 november 2005
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is diverse wetten aan te passen en te verbeteren in verband met de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
ARTIKEL I. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET
In artikel 3, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet vervalt de zinsnede «en luchtvaartuigen».
ARTIKEL II. ALGEMENE NABESTAANDENWET
In artikel 7, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet vervalt de zinsnede «en luchtvaartuigen».
ARTIKEL III. ALGEMENE OUDERDOMSWET
In artikel 3, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet vervalt de zinsnede «en luchtvaartuigen».
ARTIKEL IV. ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET 1998
In artikel 3a, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 wordt «artikel 63, eerste lid, van die» vervangen door: artikel 63, eerste lid, van die wet.
Artikel 20 van de Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «aan degene die aanspraak maakt op een toeslag, of zijn wettelijke vertegenwoordiger».
2. In het tweede lid wordt «indien degene die aanspraak heeft gemaakt op een toeslag, of zijn wettelijke vertegenwoordiger» vervangen door: indien degene van wie wordt teruggevorderd.
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel c komt te luiden:
c. sectorfonds: een sectorfonds als bedoeld in artikel 94 van de Wet financiering sociale verzekeringen;.
2. Onderdeel d komt te luiden:
d. Algemeen Werkloosheidsfonds: het Algemeen Werkloosheidsfonds, genoemd in artikel 93 van de Wet financiering sociale verzekeringen;.
3. Onderdeel f komt te luiden:
f. sector: een sector als bedoeld in artikel 95 van de Wet financiering sociale verzekeringen;.
4. Onderdeel k komt te luiden:
k. Uitvoeringsfonds voor de overheid: het Uitvoeringsfonds voor de overheid, genoemd in artikel 106 van de Wet financiering sociale verzekeringen;.
In artikel 2, tweede lid, vervalt de zinsnede «en luchtvaartuigen,».
Artikel 9 komt te luiden:
Werkgever is de overheidswerkgever onderscheidenlijk de natuurlijke persoon tot wie of het lichaam tot welk een of meer natuurlijke personen in dienstbetrekking staan.
In artikel 17b, eerste lid, onderdeel a, wordt «laatstgenoemde wet» vervangen door: eerstgenoemde wet.
In artikel 24, zesde lid, wordt «wachtgeldfonds» vervangen door: sectorfonds.
In artikel 27, derde lid, wordt «of artikel 55, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen» vervangen door: , artikel 55, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen of artikel 4.1.2, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «van de betrokken werknemer».
2. In het tweede lid wordt «indien de betrokken werknemer» vervangen door: indien degene van wie wordt teruggevorderd.
Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert» vervangen door: reïntegratiebedrijf.
2. In het vierde lid wordt «de in het derde lid bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon» vervangen door «het reïntegratiebedrijf», wordt «die natuurlijke persoon of rechtspersoon» vervangen door «dat reïntegratiebedrijf» en wordt «Deze natuurlijke persoon of rechtspersoon» vervangen door: Dit reïntegratiebedrijf.
3. In het vijfde lid wordt «de in het derde lid bedoelde natuurlijke of rechtspersoon» vervangen door: het reïntegratiebedrijf.
In artikel 129c wordt «de artikelen 88 tot en met 88i van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de artikelen 12.2.1 tot en met 12.2.8 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
ARTIKEL VI. WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING ZELFSTANDIGEN
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het achtste lid wordt «acht weken» vervangen door: vier weken.
2. In het negende lid wordt «een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van een andere wettelijke regeling» vervangen door: een uitkering inzake arbeidsongeschiktheid op grond van een andere wettelijke regeling.
3. Na het negende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid als bedoeld in deze wet maakt de verzekeringsarts zo veel mogelijk gebruik van de bij ministeriële regeling vastgelegde wetenschappelijke inzichten die de beoordeling van arbeidsongeschiktheid kunnen ondersteunen.
In artikel 7, eerste lid, komt de derde zin te luiden: Bij ministeriële regeling kunnen nadere en afwijkende regels worden gesteld in verband met het voor bijzondere gevallen vaststellen van welke dag als eerste werkdag wordt aangemerkt.
Artikel 63 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «van de belanghebbende».
2. In het tweede lid wordt «indien de belanghebbende» vervangen door: indien degene van wie wordt teruggevorderd.
In artikel 67c wordt de zinsnede «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zo nodig afwijkende regels worden gesteld.
ARTIKEL VII. WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het negende lid wordt «acht weken» vervangen door: vier weken.
2. In het tiende lid wordt «een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van een andere wettelijke regeling» vervangen door: een uitkering inzake arbeidsongeschiktheid op grond van een andere wettelijke regeling.
3. Na het tiende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. Bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid als bedoeld in deze wet maakt de verzekeringsarts zo veel mogelijk gebruik van de bij ministeriële regeling vastgelegde wetenschappelijke inzichten die de beoordeling van arbeidsongeschiktheid kunnen ondersteunen.
Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «van de belanghebbende».
2. In het tweede lid wordt «indien de belanghebbende» vervangen door: indien degene van wie wordt teruggevorderd.
In artikel 33, eerste lid, onderdelen c en d wordt «artikel 59a, 59b of 59e» vervangen door: artikel 59a of 59b.
Artikel 59a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, komt te luiden:
1. Indien de arbeidsprestatie van een werknemer die:
a. recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering; of
b. de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, in een bepaalde functie, maar geen functie waarin hij werkzaam is als werknemer in de zin van de Wet sociale werkvoorziening of op een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7 van die wet, ten gevolge van ziekte of gebrek duidelijk minder is dan de arbeidsprestatie die een geldelijke beloning van het voor hem geldende wettelijk minimumloon rechtvaardigt, vermindert het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op verzoek van de betrokken werkgever of werknemer de hoogte van de aanspraak op een geldelijke beloning voor de verrichte arbeid naar evenredigheid, in afwijking van hetgeen bij en krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is bepaald.
2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Vanaf de dag waarop de werknemer, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de leeftijd van achttien jaar bereikt en recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, wordt de op grond van onderdeel b verstrekte vermindering van de hoogte van de aanspraak op een geldelijke beloning, geacht te zijn gebaseerd op het eerste lid, onderdeel a, tenzij de werknemer niet aan de overige voorwaarden van het eerste lid voldoet.
In artikel 59b wordt de zinsnede «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zo nodig afwijkende regels worden gesteld.
Artikel 59e vervalt.
Het opschrift van artikel 76a komt te luiden:
Artikel 76a Overgangsbepaling in verband met de Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten.
In artikel 76b, tweede lid, wordt «een voorziening als bedoeld in artikel 59e» vervangen door: een voorziening als bedoeld in artikel 4.2.3, eerste lid juncto tweede lid, onderdeel d, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
ARTIKEL VIII. WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN
De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 34, tweede lid, wordt «De werkgever kan» vervangen door: In afwijking van artikel 20, tweede lid, kan de werkgever.
In artikel 38a, eerste lid, wordt «In afwijking van artikel 37» vervangen door: In afwijking van de artikelen 37 en 38.
In artikel 40, vierde lid, wordt «van het in het eerste lid bedoelde risico» vervangen door: van het desbetreffende in het eerste lid bedoelde risico.
Artikel 41 komt te luiden:
Artikel 41. Verhaal kosten eigenrisicodrager op werknemer
1. De eigenrisicodrager met betrekking tot de WGA-uitkering bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel c, en de startende werkgever, bedoeld in artikel 40, negende lid, die in afwachting is van de door de inspecteur te nemen beslissing op aanvraag, bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel c, kunnen de bij ministeriële regeling genoemde kosten met betrekking tot een werknemer ten behoeve van eigenrisicodragen onder bij ministeriële regeling te bepalen voorwaarden, tot ten hoogste de helft verhalen op de werknemer.
2. De eigenrisicodrager die ter dekking van het risico, bedoeld in artikel 40, eerste lid, een verzekering heeft afgesloten mag de door hem ter zake van die verzekering verschuldigde premie niet verhalen op de werknemer voorzover dit niet voortvloeit uit het eerste lid. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de eerste zin is nietig.
Artikel 46a, derde lid, vervalt.
Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van het eerste lid, onderdeel c, vervalt «of».
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel d, door een puntkomma worden na dat onderdeel d, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
e. de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten; of
f. geen werknemer is als bedoeld in onderdeel b, achttien jaar is of ouder en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten.
3. Het vijfde lid wordt vervangen door:
5. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de werknemer van wie in een arbeidskundig onderzoek is vastgesteld dat hij op de eerste dag na afloop van de wachttijd, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of van het tijdvak, bedoeld in artikel 3.2 of 3.3, negende lid, van die wet:
1°. minder dan 35% arbeidsongeschikt is,
2°. op de eerste dag van dertien weken voorafgaand aan die dag geen dienstbetrekking had met een andere dan zijn eigen werkgever,
3°. niet in staat is tot het verrichten van eigen of andere passende arbeid bij de eigen werkgever, en
4°. binnen vijf jaar na die dag in dienstbetrekking werkzaamheden gaat verrichten bij een werkgever.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Bij ministeriële regeling kunnen voorwaarden worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste lid, aanhef en onderdeel d.
In artikel 50, derde lid, wordt na «als bedoeld in artikel 5 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,» een zinsnede ingevoegd, luidende: de werknemer, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onderdelen e en f,.
Artikel 100 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «artikel 29, tweede lid, onderdeel d, e, en f» vervangen door: artikel 29, tweede lid, onderdeel d, e, f, en g».
2. Aan het artikel wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
l. de kosten in verband met de uitvoering van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, ten aanzien van personen, die een uitkering ontvangen als bedoeld in onderdeel b.
Aan artikel 104, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
k. de kosten die in verband met de uitvoering van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, ten aanzien van personen, die een uitkering ontvangen als bedoeld in onderdeel c.
Artikel 115, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «de artikelen 56, 104, 108, 117 en 117b» vervangen door: de artikelen 56, 101, 104, 108, 117 en 117b.
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
q. vergoedingen aan gemeenten die worden overeengekomen ter uitvoering van artikel 30, vijfde lid, onderdeel a, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voorzover betrekking hebbend op de uitvoering van een wettelijke arbeidsongeschiktheidsverzekering.
In artikel 117, vijfde lid, wordt «artikel 629, elfde lid, onderdelen a en c» vervangen door: artikel 629, elfde lid, onderdelen a en e.
Na artikel 122a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 122ab. Overgangsrecht premiekorting i.v.m. gewijzigd loonsanctiesysteem
Met betrekking tot personen die op of na 1 januari 2004 maar voor 15 augustus 2004 ziek zijn geworden wordt in artikel 49, vijfde lid, aanhef, voor «bedoeld in artikel 3.2 of 3.3, negende lid, van die wet» gelezen: bedoeld in artikel 3.2 van die wet of het tijdvak dat voortvloeit uit de toepassing van artikel 13.4b, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 122b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «104, eerste lid, onderdeel d,» ingevoegd: 108, eerste lid, onderdeel d,.
2. Aan het artikel worden twee leden toegevoegd, luidende:
9. In 2006 komen in afwijking van de artikelen 108, eerste lid, onderdeel d, en artikel 115, eerste lid, aanhef, niet ten laste van het Uitvoeringsfonds voor de overheid: de door het UWV te betalen WGA-uitkeringen aan de personen, bedoeld in artikel 24, die op de laatste dag van de wachttijd, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, een uitkering ontvingen als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel a, b, of c van de Ziektewet. De in de eerste zin genoemde uitkeringen alsmede de op grond van enige wet over deze uitkeringen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht komen in het jaar 2006 ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds.
10. Artikel 41, eerste lid, is niet van toepassing over het jaar 2006.
Artikel 122c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid wordt «Wet WIA» vervangen door: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
2. In het negende lid wordt «in 2005 en 2006 betaalde basispremie WGA» vervangen door: over 2005 en 2006 betaalde basispremie WGA.
3. Na het elfde lid worden vijf leden toegevoegd, luidende:
12. Het vijfde lid is niet van toepassing op de startende werkgever. In het zevende lid wordt ten aanzien van de startende werkgever voor «vanaf 29 december 2005» gelezen: vanaf het tijdstip waarop deze aanvangt werkgever te zijn.
13. Het UWV is bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift dat voor de datum van inwerkingtreding van artikel 40 is ingediend tegen een beschikking op grond van dit artikel.
14. De inspecteur is bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift dat op of na de datum van inwerkingtreding van artikel 40 is ingediend tegen een beschikking op grond van dit artikel.
15. Op beroep tegen een uitspraak op een bezwaarschrift van het UWV inzake een beschikking op grond van dit artikel, waarop op de datum van inwerkingtreding van artikel 40 nog geen uitspraak is gedaan, wordt beslist door de rechter waarbij het beroep aanhangig is.
16. In bestuursrechtelijke gedingen, waarbij beroep na de inwerkingtreding van artikel 40 wordt ingediend tegen een uitspraak op een bezwaarschrift van het UWV inzake een beschikking op grond van dit artikel, treedt de inspecteur als partij in de plaats van het UWV.
ARTIKEL IX. WET INVOERING EN FINANCIERING WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN
De Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.4, onderdeel W, vervalt.
In artikel 1.5a wordt na «artikel 1, onderdelen e en f» ingevoegd: van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen.
Artikel 2.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen c en d wordt «artikel 8.2.12» vervangen door: artikel 8.2.13.
2. In onderdeel h wordt «artikel 4.3.3, vierde lid» vervangen door; artikel 4.3.3, eerste en vierde lid.
3. In onderdeel j wordt «artikel 8.2.10, zevende lid» vervangen door: 8.2.11, zevende lid.
In artikel 2.3, eerste lid, wordt de zinsnede «die voor die dag in aanmerking is gebracht» vervangen door: die op of voor die dag in aanmerking is gebracht.
In artikel 2.4, eerste lid, wordt na «artikel 2.10» een zinsnede ingevoegd, luidende: of, indien op de aanvraag niet voor die dag is beslist, op de dag waarop de voorziening wordt verstrekt.
Na artikel 2.7 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 2.7a Persoonsgebonden reïntegratiebudget voor zieke werknemer in dienstbetrekking
1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag van een werknemer die aanspraak heeft op loon als bedoeld in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek en van de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de Ziektewet, aan wie de eigenrisicodrager ziekengeld moet betalen besluiten:
a. aan de aanvrager subsidie te verstrekken in de vorm van een op zijn arbeidsinschakeling gericht persoonsgebonden reïntegratiebudget; of
b. met een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert, een overeenkomst te sluiten die is gericht op de arbeidsinschakeling van deze aanvrager; indien de aanvrager in verband met ziekte of gebrek een belemmering heeft bij het verrichten van arbeid.
2. Een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op aanvraag van een in het eerste lid bedoelde persoon uitsluitend verstrekken of sluiten, indien dit instituut van oordeel is dat in het bedrijf van zijn werkgever of een ander bedrijf geen passende arbeid aanwezig is die de betrokken persoon kan verrichten.
3. De in het eerste lid bedoelde subsidie-ontvanger laat de werkzaamheden die zijn gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in het eerste lid, verrichten door een natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon, die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert.
4. De in het eerste lid bedoelde aanvrager verstrekt de gegevens, voorzover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die zijn gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in het eerste lid, alsmede zijn sociaal-fiscaalnummer aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf zijn inschakeling in de arbeid bevordert.
5. De in het vierde lid bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon verwerkt de in dat lid bedoelde gegevens slechts voorzover dat noodzakelijk is voor de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, en gebruikt slechts met dat doel het sociaal-fiscaalnummer bij die verwerking.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent dit artikel, waarbij kan worden bepaald in welke situaties een deel van de subsidiekosten in rekening kan worden gebracht bij de werkgever.
7. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vierde lid treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan beide kamers der Staten-Generaal.
Artikel 2.7b Overgangsrecht persoonsgebonden reïntegratiebudget voor zieke werknemer in dienstbetrekking
Het Besluit SUWI berust met ingang van de dag waarop artikel 33a van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, op grond van artikel 2.10, vervalt, mede op artikel 2.7 van deze wet.
Artikel 2.9, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «artikel 115» vervangen door: artikel 100.
2. Onderdeel c, komt te luiden:
c. vergoedingen aan gemeenten die worden overeengekomen ter uitvoering van artikel 14, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dit artikel luidde op de dag voor het vervallen van dat artikel als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10.
Artikel 2.16a wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A wordt «artikel 3.8.1, onderdeel F» vervangen door: artikel 3.8.2, onderdeel E.
2. In onderdeel B, aanhef wordt «artikel 3.8.11» vervangen door: artikel 3.8.12.
3. In onderdeel B, onder 2, wordt «vervangen door: h.» vervangen door: vervangen door i.
4. Na onderdeel B wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.8.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel M wordt «artikel 104, eerste lid, onderdeel e, artikel 104, vijfde lid, 108, eerste lid, onderdeel e, en 108, tweede lid» vervangen door: artikel 104, eerste lid, onderdeel f, artikel 104, zesde lid, 108, eerste lid, onderdeel f, en 108, derde lid.
2. In onderdeel N, onder 1, wordt «eerste lid, onderdeel e» vervangen door: eerste lid, onderdeel f.
De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6, onderdeel i, wordt als volgt gewijzigd:
1. De puntkomma aan het slot sub 1 en 2, wordt telkens vervangen door een komma.
2. In sub 3 wordt «en werkzaamheden» vervangen door: werkzaamheden.
3. In sub 3 wordt «of artikel 4.2.5 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: , artikel 4.2.5 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of artikel 52e van de Ziektewet.
Artikel 94, tweede lid, wordt aan het slot van onderdeel a, de puntkomma vervangen door een komma.
ARTIKEL XI. WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel h, komt te luiden:
h. onbetaald verlof: een tussen werkgever en werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen verlof, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht;.
2. Na onderdeel l wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
m. overheidswerkgever: de overheidswerkgever, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.
In artikel 2, tweede lid, vervalt de zinsnede «en luchtvaartuigen,».
Artikel 8 komt te luiden:
Werkgever is de overheidswerkgever onderscheidenlijk de natuurlijke persoon tot wie of het lichaam tot welk een of meer natuurlijke personen in dienstbetrekking staan.
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het negende lid wordt «acht weken» vervangen door: vier weken.
2. In het tiende lid wordt «een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van een andere wettelijke regeling» vervangen door: een uitkering inzake arbeidsongeschiktheid op grond van een andere wettelijke regeling.
3. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. Bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid als bedoeld in deze wet maakt de verzekeringsarts zo veel mogelijk gebruik van de bij ministeriële regeling vastgelegde wetenschappelijke inzichten die de beoordeling van arbeidsongeschiktheid kunnen ondersteunen.
In artikel 19, eerste lid, komt de derde zin te luiden: Bij ministeriële regeling kunnen nadere en afwijkende regels worden gesteld in verband met het voor bijzondere gevallen vaststellen van welke dag als eerste werkdag wordt aangemerkt.
In de artikelen 19, zevende lid, 29c, eerste lid, 29g, tweede en vierde lid, 34a, derde lid en 57, vijfde lid, wordt «het besluit» telkens vervangen door: de beschikking.
In artikel 24, eerste lid, wordt «de taak, bedoeld in artikel 10 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, tot behoud, herstel en bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid» vervangen door: de taak tot bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
In artikel 28, onderdeel g, wordt «hun taak op grond van artikel 8 of 10 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten» vervangen door: hun taak op grond van artikel 658a, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek respectievelijk artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
In de artikelen 29g, vijfde en achtste lid, 36a, eerste lid, aanhef en onderdeel a, 50, negende en tiende lid, 57, eerste lid, 86a en 87d wordt «een besluit» telkens vervangen door: een beschikking.
In de artikelen 29c, eerste lid, 29g, eerste lid, 57, vijfde lid, en 57a, eerste lid, wordt «Het besluit» telkens vervangen door: De beschikking.
In artikel 29c, tweede lid, wordt «het in het eerste lid bedoelde besluit» vervangen door «de in het eerste lid bedoelde beschikking» en wordt «in dat besluit» vervangen door: in die beschikking.
In artikel 34a, vierde lid, wordt «artikel 629, elfde lid, onderdeel d» vervangen door «artikel 629, elfde lid, onderdeel e» en wordt «artikel 76a, zesde lid, onderdeel c, van de Ziektewet» vervangen door: artikel 76a, zesde lid, onderdeel d, van de Ziektewet.
Artikel 36a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een dergelijk besluit of trekt hij dat in» vervangen door: een dergelijke beschikking of trekt hij die in.
2. In het derde lid wordt «Een besluit» vervangen door: Een beschikking.
In artikel 43d wordt «artikel 629, elfde lid, onderdelen a en c» vervangen door: artikel 629, elfde, onderdelen a en e.
Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «van de belanghebbende».
2. In het tweede lid wordt «indien de belanghebbende» vervangen door: indien degene van wie wordt teruggevorderd.
In artikel 65e wordt de zinsnede «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zo nodig afwijkende regels worden gesteld.
In artikel 71a, zevende lid, wordt «Bij of krachtens» vervangen door: Bij.
In artikel 75a, zevende lid, wordt «artikel 629, elfde lid, onderdelen a en c» vervangen door: artikel 629, elfde lid, onderdelen a en e.
In artikel 87b wordt « besluiten,» vervangen door: beschikkingen.
Hoofdstuk VII, paragraaf 2, komt te luiden:
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:
a. medische beschikking: een beschikking waaraan een beoordeling van medische gegevens ten grondslag ligt;
b. werknemer: de persoon op wiens medische gegevens de beoordeling betrekking heeft;
c. werkgever: de belanghebbende bij een medische beschikking, die niet de werknemer is.
1. Stukken die medische gegevens bevatten worden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen niet aan de werkgever ter inzage of ter kennisname gegeven of toegezonden, tenzij de werknemer hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven.
2. De toestemming kan te allen tijde schriftelijk worden ingetrokken.
3. Tijdens het horen in bezwaar kan de toestemming ook mondeling worden ingetrokken.
1. Indien door de werknemer geen toestemming is gegeven als bedoeld in artikel 88a, is de inzage, dan wel kennisname of toezending van stukken die medische gegevens bevatten, voorbehouden aan een gemachtigde van de werkgever die advocaat of arts is dan wel daarvoor van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bijzondere toestemming heeft gekregen.
2. De gemachtigde, bedoeld in het eerste lid, treedt in de plaats van de werkgever bij:
a. de voorbereiding van een medische beschikking;
b. het opstellen van een bezwaar- of beroepschrift; en
c. de behandeling van een bezwaar; voorzover betrekking hebbend op medische gegevens.
3. Artikel 7:4, tweede, vierde en zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op stukken of inlichtingen die medische gegevens bevatten.
1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vermeldt de motivering van een medische beschikking, voorzover betrekking hebbend op medische gegevens, in een aparte bijlage.
2. Indien de werknemer geen toestemming heeft gegeven als bedoeld in artikel 88a wordt de bijlage, bedoeld in het eerste lid, niet aan de werkgever verstrekt.
3. De bijlage wordt verstrekt aan de gemachtigde van de werkgever, bedoeld in artikel 88b.
4. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een rapport of een advies van een arts of een psycholoog, waarnaar bij de motivering van een medische beschikking wordt verwezen.
Bij de bekendmaking van een medische beschikking wordt gewezen op de artikelen 88a, 88b, 88c en 88e.
De gronden van het bezwaar of beroep, bedoeld in artikel 6:5, eerste lid, onderdeel d, van de Algemene wet bestuursrecht, worden in een aparte bijlage vermeld voorzover ze betrekking hebben op medische gegevens.
1. Indien artikel 8:32, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is toegepast, vindt in afwijking van artikel 8:62, eerste lid, van die wet het onderzoek ter zitting, voorzover betrekking hebbend op medische gegevens, met gesloten deuren plaats, tenzij de rechtbank ambtshalve of op verzoek van een van de partijen bepaalt dat het onderzoek openbaar is.
2. In de uitnodiging, bedoeld in artikel 8:56 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt mededeling gedaan van het eerste lid.
Artikel 88f is van overeenkomstige toepassing bij de behandeling van het hoger beroep en bij de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening.
ARTIKEL XII. WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN
De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «en de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt» vervangen door: , de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervinden of hebben ondervonden bij het volgen van onderwijs.
2. Onderdeel c van het vijfde lid komt te luiden:
c. ten aanzien van de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1, eerste en tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, tenzij de artikelen 8.2.6, derde lid, of 9.3, tweede lid, van die wet van toepassing zijn.
3. Het zevende lid komt te luiden:
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor het vijfde en zesde lid in ieder geval voor de situaties van samenloop van de taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met de vergelijkbare taak van werkgevers of in geval van samenloop van uitkeringen, de inhoud van de overeenkomst met het reïntegratiebedrijf, het verwerken van gegevens en de soort werkzaamheden.
Artikel 30c, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Voorzover nodig in afwijking van artikel 3, vijfde lid, laat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen primaire beschikkingen voorzover daarin het ontstaan van een recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in de artikelen 6.1.1 of 6.1.2 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de herleving ervan als bedoeld in 6.1.4. van die wet wordt vastgesteld, bij uitsluiting nemen door een beslissingsautoriteit als bedoeld in het eerste lid.
In artikel 42, vierde lid, wordt «arbeidsgehandicapten» vervangen door: werknemers.
In artikel 83k, eerste lid, wordt «artikel 2.10 van de van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: artikel 2.10 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
ARTIKEL XIIA. WET VERBETERING POORTWACHTER
In artikel XV, eerste lid, van de Wet verbetering poortwachter wordt «artikel 629, lid 11, onderdeel d» vervangen door: artikel 629, lid 11, onderdeel e.
ARTIKEL XIII. WET WERK EN BIJSTAND
In artikel 31, tweede lid, onderdeel h, van de Wet werk en bijstand wordt «werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen» vervangen door: uitkeringen inzake werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.
ARTIKEL XIV. WET WERK EN INKOMEN KUNSTENAARS
In artikel 4, tweede lid, onderdeel g, van de Wet werk en inkomen kunstenaars wordt «werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen» vervangen door: uitkeringen inzake werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.
ARTIKEL XV. WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.6.1, eerste lid, wordt «8.1.1, zevende lid» vervangen door: 8.1.1, elfde lid.
In artikel 1.2.1, tweede en derde lid, vervalt telkens de zinsnede «en arbeidskundig».
Artikel 1.2.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt na «De voordracht tot» ingevoegd: respectievelijk de.
2. Het zesde lid komt te luiden:
6. Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, maakt de verzekeringsarts zo veel mogelijk gebruik van de bij ministeriële regeling vastgelegde wetenschappelijke inzichten die de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid of de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid kunnen ondersteunen.
Aan artikel 1.5.1, wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De persoon die op grond van een regeling als bedoeld in artikel 1.3.3, aanhef en onderdeel b, een uitkering ontvangt, wordt geacht op elke dag waarover hij die uitkering ontvangt, loon te ontvangen, ter hoogte van die uitkering.
In artikel 1.5.2, eerste lid, en in artikel 2.2.4, eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt na «bedrag» ingevoegd: met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
Aan artikel 2.2.4, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Op de WGA-uitkering, bedoeld in het derde lid, wordt, indien de persoon, die op grond van deze paragraaf verzekerd is, meer verdient dan zijn resterende verdiencapaciteit als bedoeld in artikel 7.2.2, vierde en vijfde lid, per kalendermaand 70% van dat meerdere in mindering gebracht.
Na artikel 2.2.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.2.4a Nadere regels UWV
Het UWV stelt nadere regels met betrekking tot de vrijwillige verzekering. Deze regels bevatten in ieder geval bepalingen met betrekking tot:
a. de toelating tot de vrijwillige verzekering;
b. het einde van de vrijwillige verzekering; en
c. het dagloon, bedoeld in artikel 2.2.4, eerste lid.
In artikel 3.1, zesde lid, wordt «26 weken» vervangen door: 13 weken.
Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het negende lid, komt te luiden:
9. Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 8.1.1 en de beoordeling, bedoeld in artikel 8.1.2 blijkt dat de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen op grond van het eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid dan wel de krachtens het zevende lid gestelde regels niet of niet volledig nakomt of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, verlengt het UWV het tijdvak gedurende welke de verzekerde jegens die werkgever recht heeft op loon op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel aanspraak op bezoldiging op grond van artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet, opdat de werkgever zijn tekortkoming ten aanzien van de in de eerste zin bedoelde verplichtingen of reïntegratie-inspanningen kan herstellen.
2. Onder vernummering van het tiende lid tot het zestiende lid, worden na het negende lid zes leden ingevoegd, luidende:
10. Het UWV geeft de beschikking omtrent de toepassing van het negende lid zes weken voor de afloop van de wachttijd, bedoeld in artikel 3.1, of indien toepassing is gegeven aan artikel 3.2 voor de afloop van het verlengde tijdvak, indien de aanvraag, bedoeld in artikel 8.1.1, tijdig is gedaan. Indien de aanvraag, bedoeld in artikel 8.1.1, niet tijdig is gedaan, wordt de in de vorige zin bedoelde beschikking uiterlijk zes weken voor de afloop van het tijdvak, bedoeld in artikel 629, elfde lid, onderdeel b, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek gegeven dan wel van het tijdvak, bedoeld in artikel 76a, zesde lid, onderdeel b, van de Ziektewet.
11. Verlenging van het tijdvak als bedoeld in het negende lid vindt niet plaats indien het UWV de beschikking omtrent de toepassing van het negende lid niet geeft voor de afloop van de wachttijd, bedoeld in artikel 3.1, of indien toepassing is gegeven aan artikel 3.2 van deze wet dan wel aan het elfde lid, onderdeel b, van artikel 629 van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 76a, zesde lid, onderdeel b, van de Ziektewet, voor afloop van het verlengde tijdvak.
12. Indien de werkgever na toepassing van het negende lid van mening is dat hij zijn tekortkoming ten aanzien van de in het negende lid bedoelde verplichtingen of reïntegratie-inspanningen heeft hersteld, meldt hij dit aan het UWV, waarbij hij aantoont dat hij de tekortkoming heeft hersteld.
13. Het UWV geeft de beschikking waarin wordt vastgesteld of de tekortkoming, bedoeld in het negende lid, is hersteld binnen drie weken na de ontvangst van de melding, bedoeld in het twaalfde lid.
14. Het tijdvak, bedoeld in het negende lid, eindigt zes weken nadat het UWV heeft vastgesteld dat de werkgever zijn tekortkoming ten aanzien van de in het negende lid bedoelde verplichtingen of reïntegratie-inspanningen heeft hersteld, maar niet later dan na 52 weken. Indien het UWV de beschikking omtrent de toepassing van het negende lid of de beschikking waarin wordt vastgesteld dat een tekortkoming is hersteld te laat geeft, eindigt het tijdvak zoveel weken eerder als de beschikking later is afgegeven. 15. Indien het UWV heeft vastgesteld dat de tekortkoming, bedoeld in het negende lid, is hersteld, geeft het UWV binnen zes weken een beschikking over het ontstaan van het recht op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 6 en 7.
3. Het tot het zestiende lid vernummerde lid komt te luiden:
16. Bij ministeriële regeling kunnen voor de toepassing van het negende tot en met het vijftiende lid nadere regels worden gesteld.
Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 3.3, tweede tot en met tiende lid» vervangen door: artikel 3.3, tweede tot en met zestiende lid.
2. In het tweede lid wordt «artikel 3.3, vierde, achtste, negende en tiende lid» vervangen door; artikel 3.3, vierde, achtste tot en met zestiende lid.
3. Het derde lid komt te luiden;
3. In afwijking van het eerste lid is artikel 3.3, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet ten aanzien van de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden. Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 8.1.1 en de beoordeling, bedoeld in artikel 8.1.2 blijkt dat de eigenrisicodrager, bedoeld in de eerste zin, zonder deugdelijke grond de uit die zin voortvloeiende verplichtingen niet of niet volledig nakomt of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, verlengt het UWV het tijdvak gedurende welke de persoon, bedoeld in de eerste zin recht op ziekengeld heeft op grond van artikel 29 van de Ziektewet, op dat de werkgever zijn tekortkoming ten aanzien van de in de tweede zin bedoelde verplichtingen of reïntegratie-inspanningen kan herstellen. Artikel 3.3, tiende tot en met zestiende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Aan artikel 4.1.2, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. een naar algemeen medische maatstaven adequate behandeling te ondergaan voor zijn ziekte of gebrek.
Artikel 4.2.2, tweede lid, wordt de zinsnede «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zo nodig afwijkende regels worden gesteld.
Artikel 4.2.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «of die arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten» een zinsnede ingevoegd, luidende: doch niet werkzaam is of zal zijn als werknemer in de zin van de Wet sociale werkvoorziening of op een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7 van die wet,.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan het slot van onderdeel b vervalt «en».
b. Aan het slot van onderdeel c wordt de punt vervangen door: ; en.
c. Na onderdeel c wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. noodzakelijke persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan de persoon opgedragen taken, indien die ondersteuning een compensatie vormt voor zijn beperkingen.
Na artikel 4.3.4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.3.4a Reiskostenvergoeding
In door het UWV vast te stellen gevallen worden reiskosten, verblijfkosten en tijdverlies vergoed van personen die door het UWV zijn opgeroepen en van hun begeleiders indien de toestand van de persoon begeleiding noodzakelijk maakt.
In artikel 4.4.1, eerste lid, wordt «de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1» vervangen door: de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1, eerste en tweede lid.
Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «wordt buiten aanmerking» vervangen door: worden buiten aanmerking.
2. In het zesde lid wordt «is van overeenkomstige toepassing» vervangen door: zijn van overeenkomstige toepassing.
In artikel 7.1.2, eerste lid, onderdelen b en c, wordt na «als» ingevoegd: die.
Artikel 7.1.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «onmiddelijk» vervangen door: onmiddellijk.
2. In het vierde lid vervallen de onderdelen a en b.
3. In het vierde lid komt de tweede zin te luiden: Deze regels hebben betrekking op de gelijkstelling van weken waarin geen arbeid is verricht met weken waarin hij als verzekerde arbeid heeft verricht.
In artikel 7.2.1, vierde lid, vervalt «voorzover»en wordt na «ontstaan» ingevoegd: indien de eerste dag van de wachttijd van dit niet ontstane recht op een uitkering is gelegen voor de dag dat recht op de loongerelateerde uitkering is ontstaan en.
Artikel 7.2.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «voor de verzekerde die aan de inkomenseis, bedoeld in het tweede lid, voldoet» vervangen door: voor de verzekerde die per kalendermaand een inkomen uit arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven verdient dat ten minste gelijk is aan de inkomenseis, bedoeld in het tweede lid.
2. Het vierde lid komt te luiden:
c. Onderdeel M, onder 2, komt als volgt te luiden:
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. Onder resterende verdiencapaciteit als bedoeld in het tweede en derde lid wordt verstaan: de op maandbasis berekende respectievelijk op uurbasis berekende resterende verdiencapaciteit zoals vastgesteld op grond van artikel 1.2.3 en de daarop berustende bepalingen.
3. Het vijfde komt te luiden:
5. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld ter bepaling van het inkomen uit arbeid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a. Daarbij kunnen tevens nadere regels worden gesteld met betrekking tot de vaststelling van dat inkomen alsmede van de periode waarop die vaststelling betrekking heeft.
In artikel 7.2.3, negende lid, wordt «negende lid» vervangen door: achtste lid.
Artikel 8.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «recht op een uitkering op grond van deze wet ontstaat» vervangen door: recht op een uitkering op grond van artikel 6.1.1 of artikel 7.1.1 ontstaat.
2. Aan het tweede lid, wordt toegevoegd: Het UWV verstrekt aan de werkgever een afschrift van de kennisgeving bedoeld in de eerste en tweede zin.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. De verzekerde doet zijn aanvraag uiterlijk dertien weken voor afloop van de wachttijd of indien toepassing is gegeven aan artikel 3.2, derde lid, dertien weken voor afloop van het in dat lid bedoelde verlengde tijdvak.
4. In het vierde lid vervalt de zinsnede «b,».
5. Onder vernummering van het zesde tot en met achtste lid tot het tiende tot en met twaalfde lid, worden na het vijfde lid vier leden ingevoegd, luidende:
6. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend indien het UWV de kennisgeving als bedoeld in het tweede lid niet heeft gedaan dan wel indien bij een latere kennisgeving dan bedoeld in het tweede lid of vierde lid de aanvraag wordt ingediend binnen vier weken nadat deze kennisgeving is ontvangen.
7. Indien het UWV toepassing geeft aan artikel 3.3, negende lid, of artikel 3.4, derde lid, tweede zin, wordt de behandeling van de aanvraag opgeschort.
8. Het UWV hervat de behandeling van de aanvraag in ieder geval:
a. indien het UWV heeft vastgesteld dat de tekortkoming, bedoeld in artikel 3.3, negende lid, of artikel 3.4, derde lid, is hersteld;
b. op verzoek van de werknemer in verband met de beëindiging van zijn dienstbetrekking; of
c. tenminste zes weken voordat het tijdvak, bedoeld in artikel 3.3, negende lid, of artikel 3.4, derde lid, van 52 weken is verstreken.
9. Artikel 3.3, vijftiende lid, is van overeenkomstige toepassing op de situatie, bedoeld in het achtste lid, onderdelen b en c.
Aan artikel 8.1.3 worden vier leden toegevoegd, luidende:
3. Op verzoek van de werknemer verstrekt de persoon, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, die belast is met de bijstand, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die wet, een verklaring waaruit de medische situatie alsmede de vooruitzichten van de werknemer blijken. De verklaring wordt mede opgesteld op basis van gegevens inzake de medische specialistische onderzoeken of behandelingen die de aanvrager heeft ondergaan, tenzij in redelijkheid niet van de bedrijfsarts kan worden gevergd dat hij deze gegevens aan zijn verklaring ten grondslag legt.
4. Een aanvraag voor een verkorte wachttijd gaat vergezeld van de verklaring, bedoeld in het derde lid.
5. Indien de aanvraag voor een verkorte wachttijd niet vergezeld gaat van een verklaring als bedoeld in het derde lid, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
6. Artikel 8.1.2 is niet van toepassing op een aanvraag voor een verkorte wachttijd.
In artikel 8.2.7 vervalt het eerste lid, onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid.
In artikel 8.2.11, eerste lid, vervalt «van de verzekerde, zijn wettelijke vertegenwoordiger, degene die hij voor de ontvangst daarvan gemachtigd heeft en de instelling, bedoeld in artikel 8.2.5».
Aan artikel 9.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. In de situatie, bedoeld in het tweede lid, verhaalt het UWV de kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, juncto vijfde lid, onderdeel c, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen op de werkgever, bedoeld in het tweede lid. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de soort en de omvang van de kosten, bedoeld in de eerste zin.
In artikel 9.4, tweede lid, wordt «12.4.5, eerste lid» vervangen door: 12.4.4, eerste lid.
Aan artikel 10.1, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. de verzekerde tijdens het tijdvak, bedoeld in artikel 3.3, negende lid, zonder deugdelijke grond heeft nagelaten verweer te voeren tegen of heeft ingestemd met een beëindiging van de dienstbetrekking.
In artikel 10.9, vierde lid, wordt «bij gebreke aan tijdige betaling» vervangen door: bij gebreke van tijdige betaling.
Aan artikel 12.1.2, derde lid, wordt na «ontvangst van de aanvraag» toegevoegd: , tenzij artikel 3.3, negende lid, of 3.4, derde lid, tweede zin, toepassing heeft gevonden.
In artikel 12.4.6 wordt «aanspraken op grond van artikel 4.2.3» vervangen door: aanspraken op grond van artikel 4.2.2, tweede lid, en 4.2.3.
Na artikel 13.4 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 13.4a Overgangsrecht in verband met artikel 3.1, derde lid.
In afwijking van artikel 3.1, derde lid, worden bij het bepalen van de wachttijd tot 1 september 2005 de volgende perioden in aanmerking genomen:
a. perioden waarin recht bestaat op ziekengeld als bedoeld in de Ziektewet en de daarop berustende bepalingen worden in aanmerking genomen en worden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen;
b. perioden die niet al op grond van onderdeel a meetellen, maar waarin de verzekerde ongeschikt is geweest voor zijn arbeid.
Deze perioden worden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
Bij het vaststellen van de periode van vier weken, bedoeld in dit artikel blijven perioden waarin uitkering in verband met zwangerschap en bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, buiten beschouwing.
Artikel 13.4b Overgangsrecht in verband met artikel 3.3, negende lid
1. De artikelen 3.3, negende, tiende tot en met vijftiende lid, 3.4, derde lid, 8.1.1, tweede lid, derde zin, derde, vierde, zesde tot en met negende lid en 12.1.2, derde lid, van deze wet en de artikelen 629, derde lid, onderdeel f, en elfde lid, onderdeel b, en 670, tiende lid, onderdeel b, van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn niet van toepassing op personen die voor 15 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden.
2. Op personen die voor 15 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden zijn de artikelen 71a, negende lid, en 71b, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor «artikel 34, derde lid» wordt gelezen «artikel 8.1.1, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, voor «artikel 34a» wordt gelezen «artikel 8.1.2 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» en voor «verplichtingen op grond van het eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid dan wel krachtens het zevende lid gestelde regels» wordt gelezen: verplichtingen op grond van artikel 3.3, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel de krachtens het zevende lid van dat artikel gestelde regels.
3. Op personen die voor 15 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden zijn de artikelen 8.1.1, tweede, derde, vierde en zesde lid en 12.1.2, derde lid, van deze wet en de artikelen 629, derde en elfde lid, en 670, tiende lid, van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zoals deze luidden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Aanpassings- en verzamelwet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen van toepassing.
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel e, komt te luiden:
e. onbetaald verlof: een tussen werkgever en werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen verlof, waarinde werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht;.
2. Na onderdeel h wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. overheidswerkgever: de werkgever, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.
In artikel 2, tweede lid, vervalt de zinsnede «en luchtvaartuigen,».
Artikel 9 komt te luiden:
Werkgever is de overheidswerkgever onderscheidenlijk de natuurlijke persoon tot wie of het lichaam tot welk een of meer natuurlijke personen in dienstbetrekking staan.
In artikel 29, derde lid, komt de tweede zin te luiden: Bij ministeriële regeling kunnen nadere en afwijkende regels worden gesteld in verband met het voor bijzondere gevallen vaststellen van welke dag als eerste werkdag wordt aangemerkt.
Artikel 29b wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van het eerste lid, onderdeel b, vervalt «of».
2. Het eerste lid, onderdeel c, wordt vervangen door:
c. van wie in een arbeidskundig onderzoek is vastgesteld dat hij op de eerste dag na afloop van de wachttijd, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of van het tijdvak, bedoeld in artikel 3.2 of 3.3, negende lid, van die wet:
1°. minder dan 35% arbeidsongeschikt is,
2°. op de eerste dag van dertien weken voorafgaand aan die dag geen dienstbetrekking had met een andere dan zijn eigen werkgever,
3°. niet in staat is tot het verrichten van eigen of andere passende arbeid bij de eigen werkgever, en
4°. binnen vijf jaar na die dag in dienstbetrekking werkzaamheden gaat verrichten bij een werkgever,
heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken recht op ziekengeld over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen in de vijf jaren na aanvang van de dienstbetrekking.
3. In het eerste lid worden na onderdeel c en voor de zinsnede «heeft vanaf de eerste dag» twee onderdelen toegevoegd, luidende:
d. die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten, of
e. die geen werknemer is als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, achttien jaar is of ouder en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten,.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Bij ministeriële regeling kunnen voorwaarden worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het tweede lid.
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt» van de betrokken verzekerde».
2. In het tweede lid wordt «indien de betrokken verzekerde» vervangen door: indien degene van wie wordt teruggevorderd.
Aan artikel 38b wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Artikel 38a, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de melding, bedoeld in het tweede lid.
In artikel 45, eerste lid, onderdelen o en p, wordt «de reïntegratievisie, bedoeld in artikel 30a, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen» vervangen door: het plan van aanpak, bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
In artikel 52d wordt de zinsnede «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zo nodig afwijkende regels worden gesteld.
Na artikel 52d worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan, in het kader van de bevordering van de inschakeling in de arbeid, toestemming verlenen aan de persoon aan wie ziekengeld is toegekend, om op een proefplaats bij een werkgever gedurende maximaal drie maanden onbeloonde werkzaamheden te verrichten.
2. Tijdens het verrichten van werkzaamheden op een proefplaats wordt het ziekengeld niet ingetrokken of herzien.
3. De onbeloonde werkzaamheden op een proefplaats zijn:
a. werkzaamheden, waartoe de persoon, bedoeld in het eerste lid, met zijn krachten en bekwaamheden in staat is;
b. werkzaamheden, waarbij de werkgever, bij wie de proefplaatsing geschiedt, een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering ten behoeve van de persoon, bedoeld in het eerste lid, heeft afgesloten;
c. werkzaamheden, die de persoon, bedoeld in het eerste lid, niet reeds eerder onbeloond op een proefplaats bij die werkgever of diens rechtsvoorganger heeft verricht; en
d. werkzaamheden waarbij er, naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, een reëel uitzicht is op een op de onbeloonde werkzaamheden aansluitende dienstbetrekking van dezelfde of grotere omvang voor ten minste 6 maanden.
4. De persoon, bedoeld in het eerste lid, die werkzaamheden verricht als bedoeld in het eerste lid, doet daarvan onverwijld mededeling aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
5. Indien de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, wegens ziekte worden onderbroken, wordt de periode van onderbreking, voor de toepassing van dat lid buiten beschouwing gelaten.
6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de uitvoering van dit artikel.
Artikel 52f Nadere regels m.b.t. aanvraag proefplaatsing
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aanvraag van toestemming als bedoeld in artikel 52e.
Na artikel 72c wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In afwijking van artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht kan van het horen van een belanghebbende worden afgezien indien de belanghebbende niet binnen een door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gestelde redelijke termijn, verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord.
De derde afdeling, paragraaf 2, komt te luiden:
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:
a. medische beschikking: een beschikking waaraan een beoordeling van medische gegevens ten grondslag ligt;
b. werknemer: de persoon op wiens medische gegevens de beoordeling betrekking heeft;
c. werkgever: de belanghebbende bij een medische beschikking, die niet de werknemer is;
d. bedrijfsarts: de persoon, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, die belast is met de bijstand, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die wet.
1. Stukken die medische gegevens bevatten worden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen niet aan de eigenrisicodrager of de werkgever ter inzage of ter kennisname gegeven of toegezonden, tenzij de werknemer hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven.
2. De toestemming kan te allen tijde schriftelijk worden ingetrokken.
3. Tijdens het horen in bezwaar kan de toestemming ook mondeling worden ingetrokken.
1. Indien door de werknemer geen toestemming is gegeven als bedoeld in artikel 75a, is de inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken die medische gegevens bevatten, voorbehouden aan de bedrijfsarts of de arbodienst van de eigenrisicodrager dan wel aan een gemachtigde van de eigenrisicodrager of van de werkgever die advocaat of arts is dan wel daarvoor van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bijzondere toestemming heeft gekregen.
2. De gemachtigde, bedoeld in het eerste lid, treedt in de plaats van de eigenrisicodrager of van de werkgever bij de voorbereiding van een medische beschikking voorzover betrekking hebbend op medische gegevens.
3. De arbodienst of de bedrijfsarts dan wel de gemachtigde, bedoeld in het eerste lid, treedt in de plaats van de eigenrisicodrager bij:
a. het opstellen van een bezwaar- of beroepschrift; en
b. de behandeling van een bezwaar; voorzover betrekking hebbend op medische gegevens.
4. Artikel 7:4, tweede, vierde en zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op stukken of inlichtingen die medische gegevens bevatten.
1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vermeldt de motivering van een medische beschikking, voorzover betrekking hebbend op medische gegevens, in een aparte bijlage.
2. Indien de werknemer geen toestemming heeft gegeven als bedoeld in artikel 75a, wordt de bijlage, bedoeld in het eerste lid, niet aan de eigenrisicodrager of de werkgever verstrekt.
3. De bijlage wordt verstrekt aan de bedrijfsarts of de arbodienst van de eigenrisicodrager dan wel aan de gemachtigde van de eigenrisicodrager of van de werkgever, bedoeld in artikel 75b.
4. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een rapport of een advies van een arts of een psycholoog, waarnaar bij de motivering van een medische beschikking wordt verwezen.
Bij de bekendmaking van een medische beschikking wordt gewezen op de artikelen 75a, 75b, 75c en 75e.
De gronden van het bezwaar of beroep, bedoeld in artikel 6:5, eerste lid, onderdeel d, van de Algemene wet bestuursrecht, worden in een aparte bijlage vermeld voorzover ze betrekking hebben op medische gegevens.
1. Indien artikel 8:32, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is toegepast, vindt in afwijking van artikel 8:62, eerste lid, van die wet het onderzoek ter zitting, voorzover betrekking hebbend op medische gegevens, met gesloten deuren plaats, tenzij de rechtbank ambtshalve of op verzoek van een van de partijen bepaalt dat het onderzoek openbaar is.
2. In de uitnodiging, bedoeld in artikel 8:56 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt mededeling gedaan van het eerste lid.
Artikel 75f is van overeenkomstige toepassing bij de behandeling van het hoger beroep en bij de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening.
In artikel 76a, zesde lid, wordt onder verlettering van de onderdelen b en c tot onderdelen c en d, na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. met de duur van de vertraging indien de aanvraag, bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later wordt gedaan dan in of op grond van dat artikel is voorgeschreven.
De artikelen 90 en 91 zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 1.4, onderdeel Y, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen vervallen.
Na artikel 91 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 91a. Overgangsrecht no risk polis i.v.m. gewijzigd loonsanctiesysteem
Met betrekking tot personen die op of na 1 januari 2004 maar voor 15 augustus 2004 ziek zijn geworden wordt in artikel 29b, eerste lid, onderdeel c, aanhef, voor «bedoeld in artikel 3.2 of 3.3, negende lid, van die wet» gelezen: bedoeld in artikel 3.2 van die wet of het tijdvak dat voortvloeit uit de toepassing van artikel 13.4b, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Na artikel XVI worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XVIA. INVOERINGSWET WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN
De Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 44, tweede lid, onderdeel c, vervalt, onder verlettering van de onderdelen d en e tot onderdelen c en d.
Indien artikel IX, onderdeel B, van het bij koninklijke boodschap van 12 september 2005 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten en enige andere wetten (Verzamelwet sociale verzekeringen 2006, Kamerstukken 30 238) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt artikel 44, tweede lid, onderdeel f, verletterd tot onderdeel e.
ARTIKEL XVIB. WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN
Vervallen.
HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN JUSTITIE
ARTIKEL XVIC. BURGERLIJK WETBOEK
Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 629 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vervanging van de punt aan het slot van lid 3 door een puntkomma, wordt aan dat lid een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. voor de tijd gedurende welke hij zonder deugdelijk grond zijn aanvraag om een uitkering als bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later indient dan in dat artikel is voorgeschreven.
2. In lid 11 wordt onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot onderdelen c tot en met e, na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. met de duur van de vertraging indien de aanvraag, bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later wordt gedaan dan in of op grond van dat artikel is voorgeschreven.
3. Onderdeel c van lid 11 komt te luiden:
c. met de duur van het verlengde tijdvak dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 3.2, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen heeft vastgesteld of met de duur van het tijdvak, bedoeld in artikel 3.3, negende lid, eerste zin, van die wet.
In artikel 670 lid 10 wordt onder verlettering van de onderdelen b, c en d tot onderdelen c, d en e, na onderdeel a, een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. met de duur van de vertraging indien de aanvraag, bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later wordt gedaan dan in of op grond van dat artikel is voorgeschreven.
ARTIKEL XVII. WET RECHTSPOSITIE RECHTERLIJKE AMBTENAREN
Artikel 20, eerste lid, onderdeel e, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren komt te luiden:
e. de rechterlijk ambtenaar bij wie een verminderde arbeidsprestatie is vastgesteld en aan wie een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten is toegekend of op wie artikel 2.3 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen van toepassing is.
HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
ARTIKEL XVIII. WET OVERHEIDSPERSONEEL ONDER DE WERKNEMERSVERZEKERINGEN
In artikel 45b, derde lid, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen wordt «op of na 1 oktober 2004» vervangen door: tussen 30 september 2004 en 1 oktober 2005.
HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
ARTIKEL XIX. ALGEMENE WET BIJZONDERE ZIEKTEKOSTEN
In artikel 3, tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vervalt de zinsnede «en luchtvaartuigen,».
ARTIKEL XX. SLOTBEPALING BETREFFENDE DE WERKLOOSHEIDSWET
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 maart 2005 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het preventief inzetten van reïntegratie-instrumenten, het opdragen van de reïntegratietaak aan overheidswerkgevers, het ondersteunen van WAO-herbeoordeelden bij scholing, het subsidiëren van scholing in het kader van de WAJONG en enkele andere wijzigingen in wetten die de reïntegratie-instrumenten betreffen (Kamerstukken II 2004/05, 30 016, nr. 2) tot wet wordt verheven en in werking treedt wordt in het artikel dat in Hoofdstuk XB van de Werkloosheidswet wordt toegevoegd in het eerste en tweede lid «wachtgeldfondsen» telkens vervangen door: sectorfondsen.
Voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad brengt Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de aanhalingen van de artikelen van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen die voorkomen in deze wet in overeenstemming met de op grond van artikel 15.4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen vastgestelde nummering van die wet.
ARTIKEL XXII. INWERKINGTREDING
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassings- en verzamelwet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20052006-30318-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.