30 306
Wijziging van enkele belastingwetten (Belastingplan 2006)

30 307
Wijziging van enkele belastingwetten (Wet VPB-pakket 2006)

H
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2006

Tijdens de Algemene Financiële beschouwingen op 13 december 2005 inzake het in 2006 te voeren beleid naar aanleiding van de Miljoenennota 2006, het Belastingplan 2006 en de Wet Vpb-pakket 2006 heeft u mij gevraagd een concept van een handhavingsconvenant te verstrekken. Ik heb daarop aangegeven dat ik transparant wil zijn waar dat kan, maar dat ik mij juridisch-ambtelijk wil laten adviseren in hoeverre openbaarmaking kan plaatsvinden. Hieruit is gebleken dat er geen overwegende bezwaren op het punt van de geheimhoudingsplicht zijn tegen het openbaar maken van een geanonimiseerde versie van een met een bedrijf gesloten handhavingsconvenant. Als bijlage stuur ik u daarom een geanonimiseerde versie van een handhavingsconvenant.

De openbaarmaking past in de lijn van de transparantie die ik ook met het sluiten van handhavingsconvenanten met bedrijven wil bereiken. Met een groot deel van de 20 bedrijven die deelnemen aan de pilot is al een handhavingsconvenant gesloten. Gezien de positieve ervaringen tot nu toe heb ik besloten om de pilot uit te breiden met nog eens 20 bedrijven. Zoals uit de geanonimiseerde versie blijkt gaat het om een afspraak over de wijze en intensiteit van het toezicht, waarbij tevens afspraken worden gemaakt over de wijze waarop het verleden kan worden afgewikkeld. Uitgangspunt is daarbij dat het bedrijf de fiscale risico’s in het heden meldt en dat de Belastingdienst daarover zo spoedig mogelijk een standpunt inneemt. De fiscale behandeling vindt plaats binnen bestaande wet- en regelgeving, waardoor er geen sprake is van gunstiger of ongunstiger standpunten. Overigens wil ik benadrukken dat het primaire uitgangspunt is dat handhavingsconvenanten worden gesloten met bedrijven die hun «tax control framework» op orde hebben, mede ingegeven door IFRS-standaarden en de Amerikaanse Sarbanes-Oxley wet.

Een kopie van deze brief zal ik ook aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zenden.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

BIJLAGE Bijlage bij brief aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Handhavingsconvenant

Preambule

Partijen streven er naar om op basis van transparantie, begrip en vertrouwen, te komen tot een effectieve en efficiënte werkwijze. Zij streven naar een blijvend inzicht in de actuele fiscale risico’s en een snelle en actuele standpuntbepaling binnen de kaders van wet-, regelgeving en jurisprudentie, teneinde de rechtszekerheid te vergroten. In dit convenant worden de uitgangspunten en de wijze waarop wij met elkaar om wensen te gaan, vastgelegd, zowel voor de toekomst als voor de afwikkeling van het verleden.

1. Uitgangspunten

• Dit convenant heeft betrekking op de Nederlandse belastingheffing bij X (hierna: X) voor alle belastingmiddelen en op de invordering.

• Rechten en verplichtingen op basis van wet- en regelgeving zijn en blijven zonder enige beperking van toepassing;

• Partijen spreken de intentie uit hun onderlinge relatie te baseren op transparantie, begrip en vertrouwen.

2. Afspraken tussen de Belastingdienst en X

a) Ten aanzien van het verleden:

Voor de vennootschapsbelasting:

2002: over de afhandeling van de uit het afgesloten boekenonderzoek resterende discussiepunten is uiterlijk 1 maart 2006 overeenstemming bereikt.

2003 en 2004:

1) vóór 1 februari 2006 heeft de Belastingdienst haar discussiepunten benoemd;

2) vóór 1 februari 2006 heeft X inzage verstrekt in de berekening van de in de commerciële jaarrekeningen opgenomen voorziening voor latente belastingverplichtingen, voor zover het betreft het Nederlandse rechtsgebied;

3) uiterlijk 30 juni 2006 worden de aanslagen opgelegd waarbij over de follow-up van eventuele discussiepunten concrete afspraken zijn gemaakt.

2005: X zal in een zo vroeg mogelijk stadium de Belastingdienst betrekken bij de beoordeling van de fiscale risico’s die voortvloeien uit de commerciële jaarrekeningen.

Voor de overige middelen:

Vóór 1 maart 2006 geven de Belastingdienst en X over en weer aan welke risico’s er spelen t/m het jaar 2005.

b) Ten aanzien van de toekomst:

X

• legt actief actuele ingenomen of in te nemen fiscale standpunten van enige omvang, waarbij mogelijk sprake is van fiscale risico’s, voor aan de Belastingdienst;

• verstrekt daarbij zonder terughoudendheid en zonder voorbehoud inzicht in de feiten en omstandigheden aan de Belastingdienst;

• verstrekt daarbij aan de Belastingdienst haar visie op de rechtsgevolgen behorend bij de feiten en omstandigheden en de ingenomen standpunten;

• bevordert dat desgewenst door medewerkers van de Belastingdienst ook kan worden gesproken met door de Belastingdienst aangewezen medewerkers van X. Hierbij ontmoet het uiteraard geen bezwaar dat de adviseur en/of fiscale medewerker van X bij het gesprek aanwezig zijn; verstrekt gevraagde informatie zo snel en zo volledig mogelijk;

• dient een aangifte over een verstreken tijdvak zo spoedig mogelijk na het verstrijken van dat tijdvak in

De Belastingdienst:

• geeft zo spoedig mogelijk na ontvangst van een ingenomen of in te nemen standpunt en zo veel als mogelijk in overleg met X haar visie op de rechtsgevolgen;

• zal bij het geven van haar visie op de rechtsgevolgen rekening houden met reële commerciële deadlines; indien deze daartoe nopen kan en zal het proces verder worden versneld;

• zal de aanslag vennootschapsbelasting zo spoedig mogelijk na de indiening van de aangifte en zo veel als mogelijk in overleg met X vaststellen;

• zal de fiscale risico’s die zich in haar ogen voordoen (periodiek) bespreken met X

• zal bij haar bekende informatie verstrekken die betrekking heeft op de door X voorgelegde risico’s, voorzover dit mogelijk is binnen de geheimhoudingsverplichting;

• zal en kan te allen tijde toelichten en uitleggen waarom bepaalde informatie wordt gevraagd aan X, waarbij de termijn voor beantwoording in overleg wordt vastgesteld

• zal steeds bij de aanvang van een boekenonderzoek gemotiveerd aangeven op welke fiscale risico’s het onderzoek zich richt, tenzij de geheimhoudingsverplichting dat verhindert

3. Looptijd, periodieke evaluatie en beëindiging

Dit convenant zal jaarlijks worden geëvalueerd door (de raad van bestuur van) X en de Belastingdienst.

Indien tussentijds bij een van de partijen bezwaren ontstaan zullen partijen in overleg treden om het convenant indien mogelijk aan te passen alvorens over te gaan tot beëindiging.

Beide partijen kunnen dit convenant met onmiddellijke ingang beëindigen.

Zij zullen dat echter niet doen voordat de intentie daartoe schriftelijk is kenbaar gemaakt. Daarbij wordt het voornemen met redenen omkleed. Daarnaast zal beëindiging niet eerder plaatsvinden dan na mondeling overleg, indien door tenminste één der partijen is kenbaar gemaakt dat daarop prijs wordt gesteld.

4. Inwerkingtreding

Dit convenant treedt in werking door ondertekening door beide partijen.

Namens de raad van bestuur van X

Belastingdienst/

Lid Managementteam

Naar boven