30 173
Wijziging van de Warenwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften bij het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop, de werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten

C
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld: 20 september 2006

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de CDA-fractie zijn met de minister van oordeel dat hygiënevoorschriften bij tatoeage en piercing noodzakelijk zijn. Zij kunnen zich daarom vinden in de voorliggende wijziging van de Warenwet. Wel hebben deze leden een vraag over een aspect dat niet in deze wetswijziging wordt geregeld.

Kennisneming van de cijfers en percentages in de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag leert dat er bij tatoeage en piercing sprake is van «een maatschappelijke trend» (aanduiding van de minister in zijn brief van 12 mei 2006, pag. 4), die gepaard gaat met de constatering dat in 18% van de genomen kleurstofmonsters sprake is van microbiologische besmetting en evenzeer 18% van de monsters carcinogene aromatische aminen bevatten en dat daarnaast de werkwijze (gebrek aan hygiëne) een bepalende rol speelt in de besmetting van de kleurstofmonsters. Daarnaast is er meer recent een andere «maatschappelijke trend» ontstaan: het aanbrengen van nep-tatoeages of henna-tattoos. Daarbij wordt evenzeer kleurstof gebruikt; weliswaar wordt die niet zoals bij tatoeages in de huid geïnjecteerd maar op de huid aangebracht. Daarbij gelden geen veiligheidsvoorschriften, terwijl zich in een aantal gevallen in de kleurstof voor nep-tatoeages ppd (para-fenyleendiamine) bevindt. Laatstgenoemde stof kan een allergische reactie zoals huiduitslag geven alsook blijvende huidverkleuring en littekenvorming. Zo’n reactie treedt overigens meestal slechts op als een tweede maal de huid wordt blootgesteld aan ppd, via nieuwe henna-tattoos of anderszins. Het is om die reden dat in juli 2006 dermatoloog Prof. P.J. Coenraads van het Universitair Medisch Centrum Groningen, tevens secretaris van de Europese vereniging van contact-allergie-dermatologen, in de media nog eens weer gewaarschuwd heeft voor de mogelijke gevolgen van de nep-tatoeages.

Hij constateert dat er geen regels zijn voor de veiligheid van deze huidschilderingen en bepleit deze. Ook de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) waarschuwt in zijn nieuwsbericht van 22 juni 2005 (o.a. gepubliceerd op hun site) voor tijdelijke tatoeages met black henna. De VWA adviseert om black henna tatoeages te vermijden.

Het vorenstaande doet de leden van de CDA-fractie de vraag stellen of niet overwogen is in de nu voorliggende wetswijziging veiligheidsmaatregelen mee te nemen voor henna-tattoos. Zo neen, is de minister dan niet met hen van oordeel dat er alle aanleiding is alsnog een (nieuwe) aanvullende wijziging van de Warenwet op dit punt voor te bereiden, al dan niet gekoppeld aan een wijziging c.q. aanvulling van het Warenwetbesluit tatoeagekleurstoffen van 14 augustus 2003 (Staatsblad 342) of eventueel gekoppeld aan de cosmetica-richtlijn dan wel de gevaarlijke stoffenrichtlijn?

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog één vraag, betreffende motie nr. 15, de vraag naar een registratiesysteem voor privé-klinieken. Het is deze leden niet duidelijk of deze motie betrekking heeft op de Wijziging van de Warenwet. Zo ja, hoe denkt de minister hier invulling aan te geven.

De voorzitter van de commissie,

Van Leeuwen

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Werner (CDA), Van Leeuwen (CDA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Dupuis (VVD), Swenker (VVD), plv. voorzitter, Hamel (PvdA), Nap-Borger (CDA), Slagter-Roukema (SP), Schouw (D66), Putters (PvdA) en Thissen (GL).

Plv. leden: Pastoor (CDA), Klink (CDA), Schuurman (CU), Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije (VVD), Van den Broek-Laman Trip (VVD), Doesburg (PvdA), Van de Beeten (CDA), Meulenbelt (SP), Schuyer (D66), Linthorst (PvdA) en Van der Lans (GL).

Naar boven