F
MOTIE VAN HET LID MEINDERTSMA C.S.
Voorgesteld 20 december 2005
De Kamer,
gehoord de beraadslagingen,
constaterende dat de regering van oordeel is dat het noodzakelijk kan
zijn om in het kader van bovenmaatse grootstedelijke problematiek gebieden
aan te wijzen waar mensen met een inkomen zonder arbeid, en die korter dan
6 jaar woonachtig zijn in de regio, met uitzondering van studenten en gepensioneerden,
uitgesloten kunnen worden;
constaterende dat dit verstrekkende gevolgen kan hebben voor betrokkenen;
van mening dat een dergelijke ingreep alleen gerechtvaardigd is als de
aanwijzing zal leiden tot betere leefomstandigheden in de buurt, en de kansen
op de woningmarkt voor de betrokkenen niet substantieel afnemen;
verzoekt de regering niet over te gaan tot het aanwijzen van een gebied
op grond van artikel 5 van onderhavige wet, indien niet aantoonbaar is
• dat er een plan voorhanden is met een integrale en intensieve aanpak
van de specifieke problematiek in het betreffende gebied,
• dat er concrete afspraken bestaan tussen regiogemeenten en de sociale
verhuurders over de beschikbaarheid van voldoende betaalbare huurwoningen
in relatie tot de vraag, zowel in de bestaande voorraad als in de nieuwbouw,
• dat er aantoonbare maatregelen worden getroffen waardoor de slaagkansen
op de woningmarkt van de betrokken groep mensen met een uitkering niet substantieel
veranderen ten opzichte van de huidige situatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Meindertsma
Meulenbelt
Platvoet
Hamel
Putters