A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de instroom
in de Werkloosheidswet te beperken door de toetredingsvoorwaarden voor het
recht op uitkering aan te scherpen;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 17, onderdeel a, komt te luiden:
a. in 36 weken onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van werkloosheid
in ten minste 26 weken als werknemer arbeid heeft verricht;.
B
Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «39» vervangen door: 36.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan voor bepaalde groepen werknemers
het in artikel 17, onderdeel a, bedoelde aantal van 36 weken hoger worden
vastgesteld en het in dat onderdeel bedoelde aantal van 26 weken lager worden
vastgesteld.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING
OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt de zinsnede «Indien de som van de
uitkering krachtens artikel 52 van de Werkloosheidswet en de toeslag krachtens
artikel 8, vierde lid, van de Toeslagenwet,» vervangen door: Indien
de hoogte van de uitkering vastgesteld op grond van artikel 47 of artikel
52i van de Werkloosheidswet en de toeslag op grond van artikel 8, vierde lid,
van de Toeslagenwet, gezamenlijk.
2. Het vijfde lid vervalt onder vernummering van het zesde lid tot
vijfde lid.
3. In het tot vijfde vernummerde lid wordt de zinsnede «Het
vierde en vijfde lid zijn» vervangen door: Het vierde lid is.
B
Aan hoofdstuk VII wordt een artikel waarvan de nummering aansluit op het
laatste artikel van dat hoofdstuk toegevoegd, luidende:
Artikel #
Voor de toepassing van artikel 9, vierde lid, wordt, indien artikel 130h
van de Werkloosheidswet op de in dat lid bedoelde uitkering van toepassing
was, voor «artikel 47 of artikel 52i van de Werkloosheidswet»
gelezen: artikel 52 van de Werkloosheidswet, zoals dat artikel luidde op 31 december
2003.
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN
NAAR ARBEIDSVERMOGEN
Artikel 58 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt
gewijzigd:
1. «39 weken» wordt telkens vervangen door: 36 weken.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan voor bepaalde groepen werknemers
het in het eerste lid bedoelde aantal van 36 weken hoger worden vastgesteld
en het in dat lid bedoelde aantal van 26 weken lager worden vastgesteld.
ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE INVOERINGSWET STELSELHERZIENING
SOCIALE ZEKERHEID
In artikel 12, tweede lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale
zekerheid wordt «39 weken» vervangen door: 36 weken.
ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE WET KINDEROPVANG
In artikel 6, eerste lid, onderdeel h, van de Wet kinderopvang wordt «artikel
29, derde lid» vervangen door: artikel 29, tweede lid.
ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,