29 738
Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met aanscherping van de wekeneis

A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

7 februari 2006

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de instroom in de Werkloosheidswet te beperken door de toetredingsvoorwaarden voor het recht op uitkering aan te scherpen;

Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17, onderdeel a, komt te luiden:

a. in 36 weken onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van werkloosheid in ten minste 26 weken als werknemer arbeid heeft verricht;.

B

Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «39» vervangen door: 36.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Bij algemene maatregel van bestuur kan voor bepaalde groepen werknemers het in artikel 17, onderdeel a, bedoelde aantal van 36 weken hoger worden vastgesteld en het in dat onderdeel bedoelde aantal van 26 weken lager worden vastgesteld.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt de zinsnede «Indien de som van de uitkering krachtens artikel 52 van de Werkloosheidswet en de toeslag krachtens artikel 8, vierde lid, van de Toeslagenwet,» vervangen door: Indien de hoogte van de uitkering vastgesteld op grond van artikel 47 of artikel 52i van de Werkloosheidswet en de toeslag op grond van artikel 8, vierde lid, van de Toeslagenwet, gezamenlijk.

2. Het vijfde lid vervalt onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.

3. In het tot vijfde vernummerde lid wordt de zinsnede «Het vierde en vijfde lid zijn» vervangen door: Het vierde lid is.

B

Aan hoofdstuk VII wordt een artikel waarvan de nummering aansluit op het laatste artikel van dat hoofdstuk toegevoegd, luidende:

Artikel #

Voor de toepassing van artikel 9, vierde lid, wordt, indien artikel 130h van de Werkloosheidswet op de in dat lid bedoelde uitkering van toepassing was, voor «artikel 47 of artikel 52i van de Werkloosheidswet» gelezen: artikel 52 van de Werkloosheidswet, zoals dat artikel luidde op 31 december 2003.

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

Artikel 58 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

1. «39 weken» wordt telkens vervangen door: 36 weken.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Bij algemene maatregel van bestuur kan voor bepaalde groepen werknemers het in het eerste lid bedoelde aantal van 36 weken hoger worden vastgesteld en het in dat lid bedoelde aantal van 26 weken lager worden vastgesteld.

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE INVOERINGSWET STELSELHERZIENING SOCIALE ZEKERHEID

In artikel 12, tweede lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid wordt «39 weken» vervangen door: 36 weken.

ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE WET KINDEROPVANG

In artikel 6, eerste lid, onderdeel h, van de Wet kinderopvang wordt «artikel 29, derde lid» vervangen door: artikel 29, tweede lid.

ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven