G
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VERKEER EN WATERSTAAT1
Blijkens het antwoord van de regering in de nadere memorie van antwoord
op vraag 18 acht zij het noodzakelijk, dat de overheid als aandeelhouder vooraf
instemming verleent voor investeringen in buitenlandse luchthavens en investeringen
die van ingrijpende betekenis zijn. De leden van de commissie delen het oordeel van het kabinet, dat omwille van de waarborging
van het mainportbelang van Schiphol de overheid als aandeelhoudster zeggenschap
uitoefent over dergelijke majeure investeringen. Zij merken echter op, dat
althans de huidige exploitant, de NV Luchthaven Schiphol, een zogenaamde structuurvennootschap
is en op grond van artikel 2:164 BW dwingendrechtelijk is voorgeschreven,
dat het de raad van commissarissen is die goedkeuring verleent aan belangrijke
investeringen als in dat artikel gedefinieerd.
Brengt dit niet met zich mee, zo vragen de commissieleden, dat in het
onderhavige wetsvoorstel een bepaling moet worden opgenomen dat op de vennootschap
aan wie de exploitatievergunning zal worden verleend, de structuurregeling
van art. 2:152 e.v. BW niet van toepassing is. Acht de regering het mogelijk
om via de Wet luchtvaart te derogeren van het Burgerlijk Wetboek? Indien inderdaad
een nadere voorziening nodig is, is het dan niet evenzeer gewenst, dat in
artikel 8.25 wordt voorzien in de mogelijkheid om bij algemene maatregel van
bestuur of ministeriële regeling eisen te formuleren waaraan de statuten
van de exploitant moeten voldoen, opdat daarin de gewenste goedkeuring door
de algemene vergadering van aandeelhouders van majeure investeringsbeslissingen
wordt vastgelegd? Zou het dan wellicht ook aanbeveling verdienen te verlangen,
dat de statutaire doelstelling vermeldt, dat de vennootschap rekening houdt
met het mainportbelang van de luchthaven?
Uit het antwoord op vraag 19 blijkt, dat de regering meent op grond van
het toezichtinstrumentarium investeringen te kunnen afdwingen in banenstelsel,
terminals, pieren en gates, opstelplaatsen voor vliegtuigen en voorrijwegen.
De commissieleden nemen aan, dat ook voorzieningen voor cargo-afhandeling
aan deze opsomming kunnen worden toegevoegd. De commissie is het eens met
de regering, dat waarborging van het mainportbelang vereist dat
de overheid op deze investeringen invloed kan uitoefenen. Dit leidt tot een
vraag en een opmerking met een tweede en derde vraag. Is het nodig voor beïnvloeding
van die investeringen van dat publiekrechtelijke instrumentarium gebruik te
maken, indien de algemene vergadering van aandeelhouders krachtens de statuten
straks een goedkeuringsrecht heeft ten aanzien van majeure investeringen?
Indien de structuurregeling buiten toepassing blijft, kan de AVA immers de
directie ontstaan, indien zij bepaalde investeringen nalaat.
Indien de regering op deze vragen bij nota naar aanleiding van het verslag
uiterlijk eind mei reageert, acht de commissie de plenaire behandeling op
20 juni a.s. voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Van der Lans
De waarnemend griffier van de commissie,
Janssen
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Werner (CDA), Van den Berg (SGP), Lemstra (CDA), Bierman-Beukema
toe Water (VVD), Van der Lans (GL) (voorzitter),
Doesburg (VVD), Walsma (CDA), Pormes (GL), Van den Oosten (VVD), Ten Hoeve
(OSF), Sylvester (PvdA), Schouw (D66) en Van Raak (SP).
Plv. leden: Franken (CDA), Schuurman (CU), Van Leeuwen (CDA), V.d. Broek-Laman
Trip (VVD), Pormes (GL), Wagemakers (CDA), vac. (VVD), Eigeman (PvdA), Hamel
(PvdA), Engels (D66) en Kox (SP).