20 043 Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa

Nr. 145 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2024

Hierbij informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, over de inbreng bij de High-Level Conferentie (HLC) over het Europees Sociaal Handvest van de Raad van Europa (RvE) die 3 en 4 juli as. plaatsvindt in Vilnius, Litouwen.

Aanleiding voor de HLC

Op 16 en 17 mei 2023 vond in Reykjavik de vierde Top van staatshoofden en regeringsleiders van de RvE plaats. Het verslag met appreciatie is destijds naar uw Kamer gezonden.1 De eindverklaring die bij de Top werd aangenomen behelst een duidelijke herbevestiging van de basiswaarden – mensenrechten, democratie en rechtsstaat – en een vergroting van de betrokkenheid van lidstaten. Daarbij is het belang van sociale rechtvaardigheid voor democratische stabiliteit en veiligheid benadrukt en is volledig commitment onderschreven aan de bescherming van sociale rechten, zoals vastgelegd in het Europees Sociaal Handvest (ESH). Als vervolg hierop is besloten tot deze HLC, georganiseerd door de RvE en het Ministerie van Sociale Zekerheid en Arbeid van Litouwen, onder de auspiciën van het Litouwse voorzitterschap van de RvE. Het hoofddoel van de HLC is de versterking van de implementatie van sociale rechten in de lidstaten van de RvE door een zo hoog mogelijke ratificatiegraad van de instrumenten van het ESH. Tijdens de HLC worden onderwerpen besproken die van bijzonder belang zijn voor de toekomstige agenda van de RvE op het gebied van sociale rechten en sociale rechtvaardigheid. Naast de lidstaten zullen vertegenwoordigers van andere RvE-organen, en naar verwachting ook van de EU, ILO, VN, OESO, evenals het maatschappelijk middenveld, sociale partners, de wetenschap en (nationale) mensenrechteninstituties deelnemen.

Tijdens de HLC zal een treaty event plaatsvinden waar lidstaten instrumenten en bepalingen van het ESH kunnen bekrachtigen of de intentie daartoe kunnen uitspreken. Nederland zal bij de HLC geen extra instrumenten en bepalingen ratificeren.

Nederland zal op hoog ambtelijk niveau bij de HLC vertegenwoordigd zijn.

ESH en positie Nederland

Het ESH garandeert fundamentele sociale en economische rechten, complementair aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) over burgerlijke en politieke rechten. Het ESH waarborgt een groot aantal sociale rechten op het gebied van arbeid, huisvesting, gezondheid, onderwijs, sociale bescherming en welzijn. 42 lidstaten zijn partij bij dit verdrag dat voorziet in een à la carte systeem. Dat betekent dat landen, binnen bepaalde voorwaarden, kunnen kiezen welke artikelen van het ESH zij ratificeren. Nederland heeft net als Frankrijk, Portugal, Spanje en Italië (bijna) alle bepalingen en instrumenten van het ESH geratificeerd.2 Ook geldt de collectieve klachtenprocedure voor Nederland, net als voor 15 andere lidstaten die deze procedure hebben geratificeerd. Op basis daarvan kunnen daartoe bevoegde internationale NGO’s en werknemers- en werkgeversorganisaties klachten indienen over de niet-naleving van het ESH door Nederland.

Inbreng Nederland HLC

De Nederlandse inzet bij de HLC is erop gericht het belang van sociale rechtvaardigheid te onderstrepen, een zo hoog mogelijke ratificatiegraad van het normatieve raamwerk van het ESH te bewerkstelligen door andere lidstaten op te roepen om zoveel mogelijk artikelen van het ESH te ratificeren en praktijkervaringen over de implementatie van sociale rechten te delen.

Sociale rechtvaardigheid is van cruciaal belang voor democratische stabiliteit en veiligheid in Europa. Om de huidige transities en uitdagingen aan te pakken, zijn stabiele samenlevingen nodig die welzijn, inclusie en gelijke kansen bieden. Het normatieve raamwerk van het ESH-systeem, inclusief het collectieve klachtenmechanisme, zijn belangrijke fundamenten die nodig zijn om dit te bereiken. Het is voor Nederland van belang andere lidstaten aan te moedigen tot het aangaan van meer commitment voor de bescherming en implementatie van de door het ESH-systeem gegarandeerde sociale rechten. Op deze manier wordt een breder level playing field bewerkstelligd.

Ook maakt Nederland zich in dit kader sterk voor samenwerking en dialoog tussen de lidstaten en de RvE-organen met het oog op het versterken van de bescherming en implementatie van sociale rechten.

De RvE streeft ernaar bij de HLC een politieke verklaring vast te stellen die richtinggevend is voor toekomstige voorstellen binnen de RvE. Deze politieke verklaring is niet juridisch bindend. Nederland zet hierbij in op aandacht voor de uitdagingen op het gebied van werk, in het bijzonder waar het gaat om nieuwe vormen van werk, technologische veranderingen, work-life balance en de aanpak van geweld en (seksuele) intimidatie op de werkvloer. Nederland zal hierbij ook het belang van de sociale dialoog benadrukken.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Kamerbrief van 14 juni 2023: Appreciatie van de Top van de Raad van Europa van 16–17 mei in Reykjavik. https://open.overheid.nl/documenten/6a0ffd8e-e0a8-47a4-8ec1-6ae90f74d414/file

X Noot
2

Herzien ESH 1996: 97 van 98 bepalingen. Artikel 19§12 dat ziet op het bevorderen van het onderwijzen van de moedertaal aan de kinderen van een migrerende werknemer, heeft Nederland niet geratificeerd omdat de prioriteit van Nederland ligt bij het onderwijzen van het Nederlands, ter bevordering van de sociale cohesie. Daarnaast heeft Nederland niet de mogelijkheid aanvaard voor nationale NGO’s om een klacht in te dienen op grond van de collectieve klachtenprocedure. Het verdrag geldt voor het Europese deel van het Koninkrijk. Zie voor een overzicht: Acceptance of provisions of the Revised European Social Charter (1996) (coe.int)

Naar boven