20 043 Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa

BY/Nr. 139 VERSLAG VAN DE ZITTING 2023 (VIERDE DEEL)

Vastgesteld 23 november 2023

1. Inleiding

Van 9 tot en met 13 oktober 2023 namen acht leden van de Staten-Generaal deel aan de vierde deelsessie van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (PACE) in Straatsburg. De delegatie bestond uit Caspar van den Berg (VVD, delegatieleider), Tiny Kox (SP, PACE-president), Gala Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Saskia Kluit (GroenLinks-PvdA), Rian Vogels (VVD) en Carla Moonen (D66) allen Eerste Kamerleden en de Tweede Kamerleden Pieter Omtzigt (Lid Omtzigt) en Sjoerd Warmerdam (D66). Tijdens deze zitting werden spoeddebatten gehouden over de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach, de vrijlating van Osman Kavala, de situatie in Oekraïne, de recente aanval van Hamas op Israël en de situatie in het noorden van Kosovo. Ook werden rapporten van Omtzigt over Pegasus en de legitimiteit en wettigheid van de zittende president van Rusland aangenomen. Daarnaast was er onder meer de uitreiking van de Václav Havel Mensenrechtenprijs 2023 en een debat over de rol van de Raad van Europa bij het voorkomen van conflicten, het herstellen van de geloofwaardigheid van internationale instellingen en het bevorderen van wereldwijde vrede. Tijdens een speciale ceremonie ontving Ria Oomen-Ruijten, voormalig Eerste Kamerlid, de Assembly Medal and Honorary Member Diploma voor haar jarenlange inzet in de PACE. De delegatie sprak en marge van de sessie met de Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de Raad van Europa, mevrouw Gonggrijp.

2. Nederlandse interventies in plenaire debatten

Bij de opening van deze sessie op 9 oktober refereerde PACE voorzitter Tiny Kox aan de natuurrampen, door de mens veroorzaakte rampen, aardbevingen, overstromingen, branden en spanningen, confrontaties en openlijk geweld, waaronder het lijden van mensen in Oekraïne, de exodus van Armeniërs uit de regio Karabach in Azerbeidzjan en afgelopen weekend nog de verschrikkelijke explosie van geweld door Hamas tegen onschuldige Israëlische burgers, waarna hij opriep tot een moment van stilte om alle slachtoffers van de recente gebeurtenissen te herdenken. Kox sprak de verwachting uit dat EU-commissaris voor Justitie een toelichting zou geven op de stand van zaken met betrekking tot toetreding van de EU tot het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). «Zodra deze toetreding is afgerond, zal de hoeksteen van deze organisatie aanzienlijk worden versterkt. Dit herinnert ons er ook aan dat alle lidstaten van deze organisatie het Verdrag moeten respecteren en zich volledig moeten houden aan de bindende uitspraken van ons Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Een voortdurende weigering om de uitspraken van het Hof in Straatsburg uit te voeren kan niet langer worden getolereerd en tijdens onze zitting deze week zal deze kwestie ook hoog op onze agenda staan,» zei de heer Kox. Verder wees Kox op het belang van de uitkomsten van de top van Reykjavik waar een nieuwe reeks democratische beginselen werd geformuleerd om de algemene achteruitgang van de democratie in Europa een halt toe te roepen. Tijdens de opening werd ook afscheid genomen van de voorzitter van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa, de heer Leendert Verbeek (commissaris van de Koning in Flevoland). »Aan alles komt een einde, beste Leendert. Beste Voorzitter, ik wil je hartelijk danken voor al het goede werk en de samenwerking in de afgelopen jaren,» sprak Kox.

Bij de uitreiking van de 11e editie van de Václav Havel Mensenrechtenprijs op 9 oktober bracht Kox de eerdere winnaars Ales Bialiatski, Vladimir Kara-Murza, Maria Kalesnikava, Ilham Tohti en Murat Arslan onder de aandacht. «Allemaal zijn ze beroofd van hun vrijheid, hun sociale leven en hun gezinsleven, en zitten ze vaak onder erbarmelijke gezondheidsomstandigheden in de gevangenis, allemaal omdat ze zich met hun leven hebben ingezet voor de grotere zaak van de mensenrechten,» zei Kox. Hij riep wederom op tot hun onmiddellijke vrijlating. Hierna maakte hij bekend dat de Václav Havel Mensenrechtenprijs 2023 werd toegekend aan de heer Osman Kavala. Zijn vrouw Ayşe Burgra nam de prijs namens hem in ontvangst en las voor uit een brief van Kavala waarin hij zijn bewondering uitsprak voor de naamgever van deze prijs. Ook wees Kavala erop dat het noodzakelijk is om nieuwe middelen en mechanismen te ontwikkelen om het gezag van het Europees Hof en de morele en praktische kracht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens te versterken omdat het niet naleven van de uitspraken van het Europees Hof de denkwijzen voedt die de universele normen ter bescherming van de mensenrechten devalueren. Kavala sprak de hoop uit dat Türkiye in de niet al te verre toekomst een echte democratie zal worden waar de rechtsstaat zal bestaan en sloot af met het opdragen van de prijs aan zijn landgenoten die onrechtmatig in de gevangenis zitten, waaronder de vier burgeractivisten die zijn veroordeeld op valse beschuldigingen van samenzwering met hem tegen de regering.

Dinsdag 11 oktober besprak de vergadering het monitoring rapport over Frankrijk. De heer Caspar van den Berg dankte namens de Alliantie van Liberalen en Democraten (ALDE) de rapporteurs voor hun werk en het evenwichtige verslag en aanbevelingen. «Toezicht houden op de mensenrechten, het functioneren van de democratie en de rechtsstaat is een essentieel onderdeel van ons werk hier,» sprak Van den Berg. «De manier waarop onze inspanningen hier een positieve toegevoegde waarde hebben voor onze samenlevingen en onze burgers is niet door met de vinger naar iemand anders te wijzen, maar om te leren van het kritisch en constructief kijken naar onszelf in de spiegel,» stelde Van den Berg. Voorts merkte hij op dergelijke verslagen moeten gaan over het functioneren van staten en niet over het aan de schandpaal nagelen van individuele personen of ambtsdragers, omdat het aanwijzen van individuen in monitoringrapporten het instrument verzwakken. Dit is uiteindelijk niet in het belang van de samenlevingen en burgers voegde Van den Berg daaraan toe. Het rapport ging onder andere in op de overbelaste capaciteit van het Franse gevangenissysteem, het gebruik van geweld door de Franse politie en de doortastende acties van de Franse regering om huiselijk geweld, in het bijzonder geweld tegen vrouwen, te bestrijden. «Voor de ALDE onderstreept dit de inzet van de Franse regering om de mensenrechten en de rechtsstaat actief te bevorderen en daarom steunen wij dit rapport en de aanbevelingen,» sloot Van den Berg af.

Op woensdag 11 oktober sprak de Minister van Buitenlandse Zaken van Letland, de heer Krišjānis Karinš de Assemblee toe. In zijn speech ging hij in op het belang van de Raad van Europa voor democratie en mensenrechten. Hij besteedde aandacht aan de invulling van het Letse voorzitterschap van het Comité van Ministers met de opvolging en uitvoering van de Reykjavik verklaring, de budgettaire gevolgen die de besluiten van de top hebben, de Russische oorlog tegen Oekraïne en het daarmee samenhangende ingestelde schaderegister als stap in de richting van een toekomstig internationaal compensatiemechanisme. De Minister riep op tot grotere inzet richting het maatschappelijk middenveld, en noemde met name vertegenwoordigers die zich inzetten voor een toekomstig vrij en democratisch Belarus. Minister Karinš uitte zijn zorg over de personen met de Russische nationaliteit die werkzaam zijn binnen het secretariaat van de Raad van Europa en meende dat Russische burgers niet in dienst zouden mogen zijn van deze organisatie vanuit politiek, moreel en veiligheidsoogpunt en vanwege reputatieschade. Tot slot gaf hij aan te streven naar meer transparantie en zichtbaarheid van het werk van het Comité van Ministers en bepleitte – gezien de beperkte media aandacht voor het werk van de Raad van Europa – een betere relatie met de pers. Pieter Omtzigt vroeg waarom hij nog geen antwoord had ontvangen op de schriftelijke vragen die hij acht weken geleden aan het Comité van Ministers had gesteld over de verklaring van de heer Luis Moreno Ocampo over de aanhoudende genocide op 120.000 Armeniërs in Nagorno-Karabach. «We praten nog steeds. Wanneer stoppen we met praten en gaan we tot actie over, want het is een duidelijke schending van het internationaal recht om 120.000 mensen van je eigen burgers buiten je eigen grenzen te drijven,» aldus Omtzigt. Volgens Minister Karinš zijn de antwoorden in voorbereiding en vormt de actie in deze het rond de tafel gaan zitten en tot een gezamenlijke oplossing komen. «En dat, mijn vrienden, is moeilijk. Het is frustrerend, maar we moeten het doen,» voegde hij daaraan toe.

Het rapport Pegasus en soortgelijke spyware en geheim staatstoezicht van Pieter Omtzigt werd door hem toegelicht in de plenaire vergadering. Volgens Omtzigt is Pegasus meer dan we zien in 1984, de roman van Orwell. «Het is het overnemen van een mobiele telefoon zonder dat je het merkt en de mobiele telefoon verandert in een spyware van de eigen of van een andere regering. Het kan afluisteren, je camera gebruiken, kan al je berichten en e-mails doorzoeken en het kan ook zien wat voor politieke context je hebt, en dat kan heel belangrijk zijn,» lichtte hij toe. Met dit soort apparaten weet je niet dat je in de gaten wordt gehouden, en de andere persoon weet meer over je dan je ooit hebt geweten, dat is beangstigend en dat is waar we vandaag naar kijken constateerde Omtzigt. Ook wees hij erop dat er steeds meer bewijs is dat spyware als Pegasus is verkocht aan ten minste 14 EU-lidstaten en het is gebruikt door verschillende lidstaten van de Raad van Europa, waaronder Polen, Hongarije, Griekenland, Spanje en Azerbeidzjan, tegen journalisten, politieke tegenstanders, mensenrechtenactivisten en advocaten, waarmee de rechtsnormen van de Raad van Europa en het EVRM duidelijk zijn geschonden. In zijn rapport bepleit Omtzigt dat alle lidstaten ervoor moeten zorgen dat hun nationale wetten over geheim toezicht en de uitvoering ervan in overeenstemming zijn met de normen van het Hof en de Commissie van Venetië en zowel aanschaf als gebruik van spyware te beperken tot uitzonderlijke situaties als laatste redmiddel. «Voordat we dat doen, moeten we duidelijke wetgeving, toezichtmechanismen, procedurele garanties en effectieve rechtsmiddelen hebben. Alleen dan kan het gebruik worden beperkt tot wat «strikt noodzakelijk» is in een democratische samenleving, conform de waarden van de Raad van Europa,» aldus Omtzigt. Met een ruime meerderheid nam de Assemblee deze resolutie aan, waarin wordt aangedrongen bij Polen Hongarije, Griekenland, Spanje en Azerbeidzjan om snel alle gevallen van misbruik van spyware te onderzoeken, sancties op te leggen en schadeloosstelling te bieden aan slachtoffers. Ook roept de resolutie andere lidstaten die Pegasus lijken te hebben aangeschaft of gebruikt – waaronder Duitsland, België, Luxemburg en Nederland – op om binnen drie maanden duidelijkheid te verschaffen over hun gebruik ervan en de mechanismen die er zijn om er toezicht op te houden.

Donderdag 13 oktober verwelkomde PACE-president Kox de Europees commissaris voor Justitie, de heer Didier Reynders in de plenaire vergadering. «De Europese Unie is de belangrijkste institutionele partner van de Raad van Europa op politiek, juridisch en financieel gebied,» zei Kox en wees op de historische vierde top van staatshoofden en regeringsleiders in Reykjavik, waar ook de Europese Unie op het hoogst mogelijke niveau vertegenwoordigd was. «De toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens blijft een prioriteit, maar is ook een verplichting op grond van het Verdrag van Lissabon. U kunt rekenen op mijn persoonlijke inzet op dit gebied,» zei Didier Reynders. Hij benadrukte dat de expertise van de Raad van Europa cruciaal is voor het rechtsstaatbeleid van de Europese Unie. «Onze samenwerking met de Raad van Europa bij het bevorderen van de rechtsstaat is ook essentieel in alle samenwerking met derde landen, waaronder landen die tot de Europese Unie willen toetreden. De afstemming van standpunten tussen de Europese Commissie en de Commissie van Venetië is een troef, een belangrijke troef, om justitiële hervormingen te ondersteunen,» aldus Reynders. Pieter Omtzigt wilde graag weten hoe de heer Reynders zijn toezegging dat hij de toetreding van de EU tot het EVRM zou gaan afronden. «Kunt u ons vertellen wat het laatste obstakel is en wanneer dat uit de weg zal worden geruimd, aangezien de verkiezingen voor het Europees Parlement en daarmee het einde van de Commissie niet al te ver weg meer zijn,» vroeg Omtzigt. De heer Reynders liet weten dat het knelpunt zit bij het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, omdat er een uitzondering is in het Verdrag betreffende de Europese Unie over de bevoegdheid van het Europees Hof van Justitie met betrekking tot het buitenlands en veiligheidsbeleid, en ze proberen de best mogelijke manieren te vinden op dit op te lossen.

Tijdens het spoeddebat over de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach constateerde Pieter Omtzigt dat de volledige etnische minderheid in Azerbeidzjan inmiddels Nagorno-Karabach heeft moeten verlaten. «Dit was precies wat we wilden voorkomen toen zowel Armenië als Azerbeidzjan werden toegelaten tot de Raad van Europa. Ze beloofden alleen vreedzame middelen te gebruiken en nu werd de hele minderheid gedwongen te vertrekken,» zei Omtzigt en voegde er aan toe dat het hier niet een crisis betrof tussen Azerbeidzjan en Armenië, maar een crisis voor de Raad van Europa die niets deed toen Rusland de Krim bezette en nu verzuimde een beslissende actie te ondernemen wanneer een compleet gebied etnisch werd gezuiverd. «Als we een op regels gebaseerde organisatie zijn en het internationaal recht op deze manier aan onze laars lappen, dan is dit een signaal voor elk conflict in Europa dat je het met militaire middelen kunt oplossen,» aldus Omtzigt. De aangenomen resolutie riep de Azerbeidzjaanse autoriteiten op om volledige informatie te verstrekken over de maatregelen die al genomen zijn en die gepland zijn om de rechten en vrijheden van de Armeniërs uit deze regio te beschermen en te vergroten in het kader van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Ook werd gevraagd de instellingen en organen van de Raad van Europa toegang te verlenen tot de regio. Als Azerbeidzjan zijn verplichtingen niet nakomt, rest er geen ander alternatief dan op te roepen tot het starten van een aanvullende gezamenlijke procedure tussen het Comité van Ministers en de PACE als reactie op een ernstige schending door Azerbeidzjan van zijn statutaire verplichtingen, en de geloofsbrieven van de Azerbeidzjaanse delegatie aan te vechten tijdens de eerste vergaderperiode van 2024.

Ondank diverse uitspraken van het Europese Hof van Justitie om de heer Osman Kavala onmiddellijk vrij te laten zit hij nog altijd gevangen in Türkiye. In een spoeddebat werd Türkiye opgeroepen om zijn internationale verplichtingen na te komen en tot onmiddellijke vrijlating over te gaan. Namens de Alliantie van Liberalen en Democraten (ALDE) wees Caspar van den Berg op de verplichting van lidstaten om op grond van artikel 46, lid 1, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens om definitieve uitspraken van het Hof na te leven. «Het arrest van het Hof is duidelijk, het is herbevestigd in 2022 en er valt niet over te onderhandelen,» zei hij. «De ALDE sluit zich daarom nadrukkelijk en zonder voorbehoud aan bij de doelstelling om de heer Kavala onmiddellijk en in ieder geval uiterlijk op 1 januari 2024 vrij te laten.» Van den Berg maakte duidelijk dat de ALDE zich terdege bewust is van de mogelijkheid om een aanvullende, gezamenlijke procedure tegen de Turkse staat te starten en de geloofsbrieven van de Turkse delegatie in twijfel te trekken. «We moeten tussen nu en 1 januari ondubbelzinnige acties van de Turkse autoriteiten zien om te voorkomen dat we terug moeten vallen op deze procedures met ernstige gevolgen,» sloot hij af.

Op vrijdag 13 oktober nam de Assemblee unaniem het rapport van Pieter Omtzigt aan over de legitimiteit van het presidentschap van Poetin die sinds 2000 aan de macht is en meer dan 30 jaar president kan zijn in Rusland als gevolg van benodigde grondwetswijzigingen die waren aangenomen in een versnelde procedure buiten de Russische Grondwet om. «De overweldigende macht van de president als gevolg van de extreem lange ambtstermijn in combinatie met het ontbreken van enige controle en tegenwicht, zoals een sterk parlement, een onafhankelijke rechterlijke macht, vrije media en een levendig maatschappelijk middenveld, heeft de Russische Federatie veranderd in een de facto dictatuur,» aldus Omtzigt. Namens de Socialists, Democrats and Greens Group(SOC) merkte Saskia Kluit op dat de resolutie een direct verband constateert tussen het waarborgen van de beginselen voor een sterk democratisch bestuur en het ontstaan van agressief en ondemocratisch gedrag van een staat. Zij constateerde dat er van het huidige agressieve regime in Rusland ongevraagd geweld uitgaat, zoals het neerhalen van MH17. Voorts stelde Kluit dat er genoeg bewijs is dat Poetin niet alleen internationale wetten en juridische principes heeft genegeerd toen hij zijn persoonlijke termijn voor het presidentschap verlengde, ook zijn eigen wetten en Grondwet zijn genegeerd. Met het aannemen van de resolutie bevestigde de PACE het oordeel van de Venetië Commissie dat het afzien van een termijnlimiet voor de zittende president in strijd is met zowel de Russische Grondwet als internationale rechtsbeginselen.

3. Overige

De leden Veldhoen, Kluit en Vogels namen op 10 oktober deel aan een bijeenkomst van het Netwerk voor een Gezond Milieu en Women@PACE over de invloed van het milieu op de ontwikkeling van borstkanker. Gala Veldhoen werd benoemd tot rapporteur Safeguarding future rights for future generations, Saskia Kluit trad toe tot het Netwerk voor een Gezond Milieu en werd lid van de subcommissie Volksgezondheid en Duurzame Ontwikkeling. Tijdens een speciale ceremonie op 9 oktober ontving Ria Oomen-Ruijten, voormalig Eerste Kamerlid, de Assembly Medal and Honorary Member Diploma voor haar jarenlange inzet in de PACE. Op 12 oktober nam PACE-president Kox tijdens een receptie ter gelegenheid van de 60e verjaardag van de toetreding van Zwitserland tot de Raad van Europa, een brochure in ontvangst met de conclusies en aanbevelingen van een conferentie in Bern over het omgaan met verkiezingen in tijden van crisis. En marge van de zitting werd de delegatie ontvangen door de Permanent Vertegenwoordiger bij de Raad van Europa, Tanja Gonggrijp

De voorzitter van de delegatie, Van den Berg

De griffier van de delegatie, Christiaanse

Naar boven